Vraag de mensen van kennis…

8656

Vraag:

Sommigen die zich bezighouden met het vergaren van kennis zijn haastig in het doen van uitspraken betreffende Halaal en Haraam. Dit is iets wat zich steeds vaker voordoet en waar men in tekortschiet. Wat is uw advies aan deze mensen?

Antwoord:

We hebben in het verleden al gesproken over dit onderwerp, en we zeiden dat Allah, de Alwijze, de moslimgemeenschap in twee categorieën mensen heeft opgedeeld: Ahl udh-Dhikr (de mensen van kennis, dat wil zeggen de geleerden), en degenen die afhankelijk zijn van Ahl udh-Dhikr. Allah zegt tegen de gewone mensen (interpretatie van de betekenis):

“Vraag dan de bezitters van kennis, indien jullie het niet weten.”

(Soerat al-Anbiyaa’: 7)

Ahl udh-Dhikr zijn, zoals we allemaal weten, Ahl ul-Qoer’aan en Ahl ul-Hadieth. Zij die onderscheid kunnen maken tussen het authentieke en het valse, tussen het algemene en het specifieke, tussen wat opheft en wat wordt opgeheven (an-Naasikh wal-Mansoekh) en soortgelijke principes van Fiqh en Hadieth. Daarom is het voor een moslim niet toegestaan om Fataawa (meervoud van Fatwa) uit te vaardigen op basis van een aantal overleveringen, simpelweg omdat hij deze ergens is tegengekomen in een boek, terwijl hij niet weet of het Sahieh is volgens de criteria van de geleerden van Hadieth.

Aan de andere kant weet hij dat hij niet goed bedreven is in kennis en deskundigheid in de Arabische taal om de betekenissen en opvattingen in het Boek (de Koran) en de Soennah uit te leggen. Vandaar dat het voor eenieder die niet heeft besloten om jarenlang kennis te vergaren (totdat de mensen van kennis getuigen dat hij de mensen kan begeleiden en hen kan aansporen tot het goede), niet is toegestaan om te denken dat hij een geleerde is, simpelweg omdat hij enkele overleveringen heeft gelezen en een aantal verzen heeft gememoriseerd.

We horen vaak dat een aantal van hen niet eens de Koran op de juiste manier kan lezen, evenmin de overleveringen van de Profeet (vrede zij met hem). Daarom adviseer ik de zoekers van kennis om twee fundamenten te bestuderen:

  1. de principes van Fiqh, en
  2. de principes van Hadith.

Ik heb al eerder gezegd dat het niet gemakkelijk is voor iemand om het beoogde doel van de Wetgever af te leiden uit een tekst, tenzij hij (voor zover mogelijk) alle teksten van de Koran en de Soennah raadpleegt. Ik zal een duidelijk voorbeeld geven. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Verboden voor jullie zijn het kadaver, het bloed…”

(Soerat al-Maa’idah: 3)

Als een beginner, die de Koran bestudeert en geen kennis heeft van Hadith, gevraagd zou worden over (het nuttigen van) dode vis, dan zou hij onmiddellijk dit vers als bewijs aanhalen om het duidelijk te verbieden, omdat dit vers het kadaver verbiedt. Maar als hij zou kijken naar de overleveringen, dan zou hij weten dat de Profeet (vrede zij met hem) twee soorten dieren heeft uitgezonderd van dit verbod, namelijk vissen en sprinkhanen. Op grond daarvan had hij het oordeel dus kunnen vellen. Kortom, de student moet deze twee fundamentele takken bestuderen, zodat hij de Koran en Soennah zo correct mogelijk kan begrijpen.

Sheikh Naasir ud-Dien al-Albaanie