Vergeving op de vijftiende van Shaʿbaan

5807
Vraag:
Daalt Allah neer naar de eerste hemel op de vijftiende nacht van Shaʿbaan? En worden de mensen op deze nacht voor hun zonden vergeven?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Het voorgenoemde staat vermeld in een aantal overleveringen. Echter hebben de geleerden kritiek hierop geuit. Geen enkele overlevering die spreekt over het belang van de vijftiende van Shaʿbaan kan als correct worden aangemerkt.
Aboe Moesa al-Ashʿarie overlevert dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Waarlijk, Allah komt de vijftiende van Shaʿbaan en vergeeft al Zijn dienaren, behalve een veelgodenaanbidder en iemand die zijn broeder vijandig gezind is.”
In het boek az-Zawaa’id lezen wij dat deze overlevering zwak is vanwege twee redenen:
–       ʿAbdoellaah Ibnoe Lahieʿah staat te boek als zwak en
–       al-Walied Ibnoe Moeslim staat bekend als iemand die de waarheid verdoezelt.
Ook zegt Daaraqoetnie in zijn boek al-ʿIlal dat deze overlevering niet stabiel is. Deze overlevering kent ook andere ketens die leiden naar Moeʿaadh Ibnoe Djabal, ʿAa’ishah, Aboe Hoerayrah, Aboe Thaʿlabah al-Khoeshanie en anderen. Maar ook deze ketens zijn niet vrij van zwakte. Sommigen zijn zelfs erg zwak.
Het neerdalen van Allah naar de eerste hemel is een zaak die niet alleen op de vijftiende van Shaʿbaan plaatsvindt. Echter gebeurt dit iedere laatste derde deel van de nacht. Dit zoals vermeld in Sahieh al-Boekhaarie en Sahieh Moeslim. Dus ook de vijftiende nacht van Shaʿbaan valt hieronder. Daarom zei ʿAbdoellaah ibn ul-Moebaarak toen hij hierover gevraagd wordt tegen de vraagsteller: “O jij zwakkeling, dit geschiedt niet alleen op de vijftiende nacht, maar iedere nacht!”
(Iʿtiqaad Ahl us-Soennah, blz. 92)
Gebaseerd op een Fatwa van islamqa.com