Stelen van een ongelovige staat

7845

Vraag:

Ik wil een vraag stellen over een fenomeen dat wijdverspreid is en waarover de mensen twijfelen of dit Halaal of Haraam is. Het betreft gestolen belminuten. Er zijn mensen die internationale gesprekken voeren. Omdat internationale gesprekken duur zijn, gaan zij naar plaatsen waar dit veel goedkoper is dan normaal. Dit komt doordat deze telefoons verbonden zijn aan telefoons van individuen of de overheid. Veel mensen rechtvaardigen dit door te zeggen dat de overheid niet-Islamitisch is en vijandig is tegenover de Islam en de moslims. Hierdoor zou men gerechtigd zijn en eigenlijk zelfs verplicht hun economie te verkwanselen. Zij beschouwen dit als toegestaan als de telefoons van de overheid zijn.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Het is niet toegestaan het bezit van deze overheid te schenden. Ook al zijn het ongelovigen. Dit omdat zij jou vertrouwen, en jou hebben toegestaan hun land te betreden op basis van dit vertrouwen. Jij hebt beloofd hun vertrouwen te respecteren en niet te verliezen. Door het simpelweg betreden van hun land ben je het verbond met hen aangegaan en heb je een belofte gemaakt. Anders zouden zij jou niet toegelaten hebben. De moslim dient zijn belofte niet te verbreken, verbonden niet te onteren of vertrouwen te schenden. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En kom de belofte na. Waarlijk, er zal (op de Dag des Oordels) over de belofte gevraagd worden.”

(Soerat al-Israa’: 34)

En (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, kom de verbonden na.”

(Soerat al-Maa’ idah: 1)

Aboe Hoerayrah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:“Er zijn drie tekenen van de hypocriet. Als hij spreekt liegt hij. Als hij een belofte maakt, verbreekt hij het. En als hem iets wordt toevertrouwd, dan beschaamt hij het (vertrouwen).”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Moeslim voegde hier aan toe: “Ook al bidt en vast hij en beweert hij moslim te zijn.”

(Moeslim)

En Allah is de Bron van Kracht.

Moge Allahs Vrede en Zegeningen zijn met onze Profeet (vrede zij met hem), zijn familie en metgezellen.

Permanente Commissie voor het geven van fatwa’s

(Fataawa al-Ladjnat ud-Daa’imah lil-Iftaa’, boekdeel 23, blz. 446)