Vraag:
Ik ben een werkende vrouw, maar mijn hele salaris gaat naar mijn man. Hij onderhoudt mij in al mijn behoeften, daar heb ik niets over te klagen. Na herhaaldelijk vragen geeft hij mij zelfs iedere maand een klein bedrag aan zakgeld, maar daar blijft het dan ook bij.
Mijn vraag is of ik wat geld van hem kan nemen zonder dat hij het weet? Ik heb namelijk het gevoel dat hij mij op deze manier onrecht aandoet en ook voel ik me erg afhankelijk. Ik wil geen discussies of ruzies hebben thuis, vandaar dat ik hem er niet meer om vraag. Ik gebruik het geld overigens niet voor slechte zaken. Kunt u mij alstublieft helpen?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Ten eerste: Het is niet toegestaan voor de vrouw om iets van het bezit van haar man te nemen, behalve met zijn toestemming. Indien hij echter gierig is in het onderhouden van haar in zaken waarin hij verplicht is haar te onderhouden, dan is het in dat geval toegestaan voor haar om dat van hem te nemen wat voldoende en redelijk is voor haar en haar kinderen. Dit op basis van de overlevering van cAa’ishah die verhaalde dat Hind bintoe cOetbah zei: “O Boodschapper van Allah, Aboe Soefyaan is een gierige man en hij geeft mij niet genoeg voor mij en mijn kinderen, tenzij ik iets van hem neem zonder dat hij het weet.” Hij (vrede zij met hem) zei: “Neem wat voldoende is voor jou en jouw kinderen, op een redelijke basis.”
(al-Boekhaarie)
Ten tweede: Alles wat de vrouw aan salaris ontvangt is haar eigendom. Zij mag het besteden zoals zij dat zelf wil, en zij is niet verplicht om iets daarvan te geven aan haar man of om bij te dragen aan huishoudelijke uitgaven samen met haar man. Het is juist verplicht voor de man om zijn vrouw en kinderen te onderhouden, zelfs als zijn vrouw rijk is. Tenzij hij (in het huwelijkscontract) bepaald heeft dat zij moet bijdragen aan de huishoudelijke kosten of wanneer het gewoonlijk is dat een werkende vrouw bijdraagt aan de huishoudelijke uitgaven.
Ten derde: Wanneer de man niet van tevoren in het huwelijkscontract heeft vastgesteld dat hij een deel van het salaris van zijn vrouw zou nemen in ruil voor zijn toestemming om te werken, is het niet toegestaan voor hem om iets van haar salaris te nemen, tenzij zij het vrijwillig geeft. Als hij wel wat neemt van haar salaris, dan neemt hij iets waar hij geen recht op heeft. En in dit geval is het toegestaan voor de vrouw om te nemen waar zij recht op heeft van zijn bezit zonder dat hij het weet.
Sheikh ash-Shanqietie werd gevraagd: “Als iemand jou onrecht aandoet door op een onwettige manier iets te nemen van jouw rijkdom zonder dat je dit kunt bewijzen, maar je kunt het gelijke eraan – op een manier die vrij van schande en bestraffing is – terughalen, heb je dan het recht om dit te doen?
Hij antwoordde: “Volgens de meest correcte mening van de twee meningen, en volgens de duidelijke betekenis van de teksten en naar analogie, mag je zoveel nemen als waar jij recht op hebt en niet meer dan dat. Want Allah, de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):
“…straf dan met het gelijke (d.w.z. overeenkomstig met datgene) waarmee jullie zijn gestraft…”
(Soerat an-Nahl: 126)
En ook (interpretatie van de betekenis):
“…overtreed dan net zo tegen hem als hij tegen jullie overtreedt…”
(Soerat al-Baqarah: 194)
De geleerden die deze mening erop nahielden waren: Ibn Sierien, Ibraahiem an-Nakha’ie, Soefyaan, Moedjaahid en anderen.
Een groep geleerden, inclusief Imam Maalik, zei dat dit niet is toegestaan. Dit is de mening van Khaliel ibn Ishaaq al-Maalikie in ‘Moekhtasar’, waarin hij over iets dat in bewaring is toevertrouwd aan iemand zegt: “Hij heeft niet het recht om iets te nemen van degene die hem onrecht heeft aangedaan, gelijk aan wat hij aan hem in bewaring heeft toevertrouwd.” Hij haalde als bewijs hiervoor de overlevering aan die zegt: “Geef het vertrouwen terug aan degene die het aan jou heeft toevertrouwd, en verraad niet degene die jou verraadt.”
Deze overlevering – zelfs als we zouden aannemen dat deze authentiek zou zijn – kan in dit geval niet als bewijs worden aangehaald, omdat degene die net zoveel neemt als waar hij recht op heeft en niet meer, niet degene heeft verraden die hem heeft verraden. Hij heeft eerder zijn rechtmatige aandeel teruggenomen van degene die hem onrecht heeft aangedaan.”
(Adwaa’ ul-Bayaan, boekdeel 2, blz. 467)
Dit is de regelgeving met betrekking tot deze handeling, maar we dienen op te merken dat iedere echtgenoot de ander op een vriendelijke en redelijke wijze moet behandelen. En zij dienen beiden iets van hun rechten op te geven aan de ander, zodat de goede behandeling tussen hen zal voortduren.
En Allah weet het het beste.
Islamqa.com