Valselijk zweren op Allah

17793

Vraag:

Mijn broer is al in het bezit van een paspoort maar hij wilde er nog één aanvragen. Tijdens de aanvraagprocedure vroeg de ambtenaar aan hem: “Zweert u dat u niet in het bezit bent van een eerder afgegeven paspoort?” Op dat moment zag hij geen Moeshaf (Koran) voor de ambtenaar liggen, maar de ambtenaar pakte er één. Mijn broer werd bang en zwoer dat hij geen andere paspoort heeft. Graag vernemen wij van u het oordeel over deze zaak. Moet hij een offer brengen of is een andere boetedoening hiervoor voldoende?

Antwoord:

Hij moetberouw tonen aan Allah, net zoals elke leugenaar berouw dient te tonen aan Allah. Daarnaast moet hij oprecht zijn in zijn berouw, spijt hebben en hij moet zich voornemen dit niet meer te doen.

Er is geen boetedoening voor een valse eed volgens de meest correcte uitspraak. De boetedoening voor geloften heeft te maken met geloften die verwijzen naar de toekomst. Een voorbeeld hiervan is iemand die zegt: “Bij Allah, ik doe dat en dat niet” of “Bij Allah, ik zal niet spreken tot die en die.”

Het enige dat degene die een leugen vertelt moet doen, is berouw tonen aan Allah, spijt hebben van datgene wat hij heeft gedaan en afstand nemen van de zonde. Hij moet zich stellig voornemen dit niet meer te doen omwille van Allah, en verlangen naar Zijn Beloning. In dat geval zal Allah hem vergeven, want door middel van oprecht berouw wist Allah de zonde. Hij zegt hierover (interpretatie van de betekenis):

“En keert jullie allen berouwvol tot Allah, O gelovigen. Hopelijk zullen jullie welslagen.”

(Soerat an-Noer: 31)

Sheikh cAbdoel-cAziez ibn Baaz (Madjmoec ul-Fataawa, boekdeel 23, blz.115)