Vraag:
Ik las de Koran en mijn moeder zei tegen mij: “Er zal een film getoond worden over de “heilige Maryam”. Ik zei: “Zij is geen heilige”. Daarmee bedoel ik dat wij haar niet zo moeten noemen. Is het correct om Maryam heilig te noemen?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Het woord heilige (Qiddies) stamt af van het woord heilig of puur. Al-Qoeddoes (de Meest Heilige) is één van de Namen van Allah en verwijst naar Degene die puur is en vrij is van fouten en tekortkomingen.
(Lisaan ul-cArab, boekdeel 6, blz. 168-169)
Maryam (Maria) wordt niet beschreven als Qiddiesah of heilige, zowel in het Boek van Allah niet als in de Soennah van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem). Deze titel is aan haar gegeven door de christenen, als overdrijving en verering. In zo'n mate dat zij haar status hebben verheven naar “de moeder van God”. En Allah is ver Verheven boven wat zij zeggen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En gedenk wanneer Allah zal zeggen: “O cIesa, zoon van Maryam, heb jij tegen de mensen gezegd: “Neem mij en mijn moeder als twee goden (ter aanbidding) aan naast Allah?” Hij (cIesa) zal zeggen: “Verheven bent U. Het schikt mij niet om datgene te zeggen waar ik geen recht op heb. Als ik dat had gezegd, dan had U dat zeker geweten. U weet wat in mij (verborgen) is en ik weet niet wat in U (verborgen) is. Waarlijk, Alleen U bent op de hoogte van het onwaarneembare.”
(Soerat al-Maa’idah: 116)
Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei: “De oosterse orthodoxe christenen schreven een document waarin zij hun overtuigingen bevestigden, en schreven: “Waarlijk, de heilige Maagd Maria gaf geboorte aan een God Jezus Christus, die net als zijn Vader van nature is, en net als mensen in hun menselijkheid.” Zij bevestigden dat hij twee naturen had, één entiteit, en een persoon van godheid was. En zij vervloekten de Nestorianen.”
(al-Djawaab us-Sahieh li man baddala Dien al-Masieh, boekdeel 4, blz. 248)
(Zie ook Hidaayat al-Hayaarah door Ibn ul-Qayyim, blz. 178-179;
en al-Bidaayah wan-Nihaayah door Ibn Kathier, boekdeel 2, blz. 121)
Maryam wordt beschreven in het Boek van Allah en de Soennah van Zijn Boodschapper (vrede zij met hem) als as-Siddieqah en de maagd. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“De Messias (cIesa), de zoon van Maryam, was niet meer dan een Boodschapper. Vóór hem zijn zeker reeds Boodschappers heengegaan en zijn moeder was een waarachtige vrouw. Zij aten beiden voedsel. Zie hoe Wij de tekenen aan hen duidelijk maken, (en)zie vervolgens hoe zij zijn afgedwaald (van Zijn aanbidding).”
(Soerat al-Maa’idah: 75)
Djacfar ibn abie Taalib en zijn metgezellen waren (in de begintijd van de Islam) geëmigreerd naar Ethiopië. Er is overgeleverd dat de Negus hen liet komen om hen te vragen naar de Messias en wat zij over hem zeiden.
(Ahmad)
Oemm Salamah zei: “De mensen ontmoetten elkaar en zeiden tegen elkaar: “Wat zal jij zeggen over cIesa als hij over hem vraagt?” Zij zeiden: “Bij Allah, we zullen zeggen over hem wat Allah zegt en wat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gebracht, ongeacht de consequenties. Toen zij vervolgens bij hem binnentraden, zei de Negus: “Wat zeggen jullie over cIesa, de zoon van Maryam?” Djacfar ibn abie Taalib zei tegen hem: “We zeggen over hem wat onze Profeet (vrede zij met hem) ons heeft onderwezen: “Hij is de dienaar van Allah en Zijn Boodschapper, een geest geschapen door Hem en Zijn Woord dat Hij Maryam de maagd toewierp.” De Negus sloeg met zijn hand op de grond en pakte een stok op en zei: “cIesa, de zoon Maryam, is niet anders dan wat jij zojuist beschreef, zelfs niet zoveel (in mate) als dan deze stok.”
(Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie in Sahieh us-Sierah)
Wat wij moeten doen, is zeggen over cIesa en zijn moeder wat Allah, de Verhevene, en Zijn Boodschapper (vrede zij met hem) over hen zeggen. We dienen niet verder te gaan dan dit en niet aan te nemen wat de mensen van het Boek zeggen of geloven. Ongeacht of het nu gaat om de overdrijvingen over hem van de christenen of het disrespect van de joden tegenover hem.
Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“O lieden van het Boek, overdrijf niet in jullie godsdienst en zeg over Allah niets anders dan de waarheid. De Messias cIesa, zoon van Maryam, was slechts een Boodschapper van Allah en (hij was) Zijn Woord dat Hij wierp naar Maryam, en een ziel van Hem. Dus geloof in Allah en Zijn Boodschappers. En zeg niet: “Drie (eenheid).” Houd (ermee) op, dat is beter voor jullie. Allah is slechts één God. Verheven is Hij boven het hebben van een kind. Aan Hem behoort datgene wat zich in de hemelen en datgene wat zich op de aarde bevindt toe. En Allah volstaat als Zaakwaarnemer.”
(Soerat an-Nisaa’: 171)
En Allah weet het het beste.
Islamqa.com