Vraag:
Vaak zien wij dat bepaalde gewoonten zich voordoen onder de moslims, zoals het elkaar omhelzen en kussen tijdens ontmoetingen. Wat is het oordeel hierover?
Antwoord:
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper.
Er is geen grondslag voor het elkaar omhelzen en kussen ten tijde van het treffen, behalve wanneer iemand terugkomt van een reis of iets dergelijks. Het is ons bekend dat niemand meer liefde koesterde jegens een ander, dan de metgezellen richting de Profeet (vrede zij met hem). Toch plachte geen van hen de Profeet (vrede zij met hem) te kussen, niet op zijn hoofd noch op zijn hand, noch andere delen van zijn lichaam zoals zijn schouders. Wel plachten zij daarentegen hem de hand te schudden. De Profeet (vrede zij met hem) werd zelfs gevraagd of het toegestaan is voor persoon te buigen voor zijn broeder wanneer hij deze ontmoet. Toen antwoordde de Profeet (vrede zij met hem): “Nee.” Toen hij daarna werd gevraagd of het wel toegestaan was voor hen elkaar de hand te schudden, zei hij (vrede zij met hem): “Ja.”
(at-Tirmidhie en Ibnoe Maadjah)
Het klopt dat de mensen in onze tijd er een gewoonte van hebben gemaakt elkaar bij het ontmoeten te kussen in plaats van de hand te schudden. Hoe vaak is het ons niet overkomen dat de mensen naar onze hoofden grijpen en deze kussen? Het is maar de vraag of ze daarna ons de hand nog schudden, terwijl dit laatste juist de Soennah is.
Wat betreft het kussen van het hoofd, als dit een legitieme reden heeft, zoals bij terugkeer van een reiziger dan is hierover melding gemaakt in de Soennah. Als dit echter zonder aanleiding gebeurt, dan valt dit onder de toegestane zaken indien de persoon wiens hoofd wordt gekust dit verdient. Zoals in het geval van iemand die de moslims van baat voorziet aan de hand van zijn kennis en bezit of in het geval van een vader of een oudere broer enz.
En Allah weet het het beste.
Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien (Liqaa’aat al-Baab ul-Maftoeh, blz. 199)