Ontmoet familie elkaar weer in het Paradijs?

50738

Vraag:

Zullen de mensen die naar het Paradijs gaan herenigd worden met hun geliefden die naar de Hel gaan? Is het mogelijk om je dierbaren uit de Hel te krijgen, aangezien alle verzoeken in het Paradijs ingewilligd worden?

En kunnen we ook worden herenigd met onze geliefden in deze wereld die geen Mahram voor ons zijn? Geldt dit ook voor degenen waarvan we hielden, maar niet konden huwen?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Ten eerste: Je zegt: “Geldt dit ook voor degenen waarvan we hielen, maar niet konden huwen?” Het antwoord hierop is dat het niet toegestaan is voor een moslimman om een relatie te onderhouden met een niet-Mahram vrouw, of voor een moslimvrouw om een relatie te onderhouden met een man of om emotioneel aan hem gehecht te zijn, behalve met haar echtgenoot.

Ten tweede: Je zegt: “Zullen de mensen die naar het Paradijs gaan herenigd worden met hun geliefden die naar de Hel gaan?” Het antwoord daarop is dat de mensen van het Paradijs inderdaad herenigd zullen worden met hun dierbaren die naar de Hel gingen, mits zij geloofden in de Eenheid van Allah (Tawhied). Zij zullen op grond van hun voorspraak voor hen uit de Hel verwijderd worden en toegelaten worden tot het Paradijs.

Het bewijs hiervoor is overgeleverd door Aboe Sacied al-Khoedrie die zei: “We zeiden: “O Boodschapper van Allah, zullen we onze Heer zien op de Dag der Opstanding?” Hij (vrede zij met hem) zei: “Hebben jullie enige moeite met het zien van de zon en de maan wanneer de hemel helder is?” Wij zeiden: “Nee.” Hij (vrede zij met hem) zei: “Zoals jullie geen moeite ondervinden bij het zien van de zon en de maan (in een heldere hemel), zo zullen jullie geen moeite hebben met het aanschouwen van jullie Heer op die Dag.

(…)Vervolgens zal de Siraat (de brug boven het Hellevuur) over de Hel worden gelegd.” Wij zeiden: “O Boodschapper van Allah! Wat is de Siraat?”Hij (vrede zij met hem) zei: “Het is een glibberige (brug) waar zich klemmen en (haken als) doornen bevinden die breed aan de ene kant en smal aan de andere kant zijn, en gebogen uiteinden hebben. Een plant met zulke doornen bevindt zich in Nadjd en heet as-Sacdaan. Een aantal van de gelovigen zal de brug zo snel als de oogwenk oversteken, anderen zo snel als de bliksem, een sterke wind of zo snel als paarden of vrouwelijke kamelen. Dus sommigen zullen veilig zijn zonder enig letsel, sommigen zullen veilig zijn na het oplopen van wat schrammen en sommigen zullen neervallen in de Hel. De laatste persoon zal oversteken door (over de brug) te worden gesleept. Jullie (moslims) kunnen niet méér aandringen in het opeisen van een recht van mij dat duidelijk bleek toe te behoren aan jullie, dan de gelovigen in het bemiddelen bij Allah de Almachtige voor hun (moslim)broeders op die Dag, wanneer zij zichzelf veilig zien.

Zij zullen zeggen: “O Allah! (Bevrijd) onze broeders (want zij) waren gewoon om met ons te bidden, met ons te vasten en ook goede daden met ons te verrichten.” Allah zal zeggen: “Ga en verwijder (van de Hel) eenieder in wiens hart je geloof vindt gelijk aan het gewicht van een (gouden) Dinar.” Allah zal het Vuur verbieden om de gezichten van die zondaars te verbranden. Zij zullen naar hen toegaan en een aantal van hen tot aan hun voeten, en sommigen tot het midden van hun benen in de Hel treffen. Dus zullen ze degenen die zij herkennen verwijderen en vervolgens keren ze terug, en Allah zal (tegen hen) zeggen: “Ga en verwijder (van de Hel) eenieder in wiens hart je geloof vindt gelijk aan het gewicht van een halve Dinar.” Ze zullen degenen die zij herkennen verwijderen en terugkeren, en dan zal Allah zeggen: “Ga en verwijder (van de Hel) eenieder in wiens hart je geloof vindt gelijk aan het gewicht van een atoom (of een kleine mier)”, en zo zullen zij al degenen die zij zullen herkennen verwijderen.”

Aboe Sacied zei: “Als jullie mij niet geloven, lees dan als jullie willen(interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, Allah doet geen onrecht aan, niet eens ter grootte van een mosterdzaadje. En als er iets goeds is, dan vermenigvuldigt Hij dit…”

(Soerat an-Nisaa’: 40)

De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Dan zullen de Profeten en de Engelen en de gelovigen bemiddelen, en (als allerlaatste) zal de Almachtige (Allah) zeggen: “Nu rest Mijn Voorspraak.” Hij zal dan een handvol van het Vuur vasthouden waaruit Hij een aantal mensen van wie de lichamen verbrand zijn zal verwijderen, waarna zij in een rivier aan de ingang van het Paradijs zullen worden geplaatst, genaamd het water des levens. Zij zullen aan haar oevers groeien, zoals een zaadje groeit dat door de stroom wordt meegevoerd…”

(al-Boekhaarie)

Maar voor degenen die in Shirk geloofden, hun zal geen voorspraak toekomen. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, Allah vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem worden toegekend, maar daarbuiten vergeeft Hij (alles aan) wie Hij wil…”

(Soerat an-Nisaa’: 48)

Voorspraak kent twee soorten:

De eerste soort is de voorspraak die alleen weggelegd is voor de Profeet (vrede zij met hem). Deze voorspraak kent verschillende soorten, en de grootste daarvan is de Grote Voorspraak in de geprezen positie (al-Maqaam ul-Mahmoed), die Allah aan hem heeft beloofd in het vers (interpretatie van de betekenis):

“En verricht het gebed in (een gedeelte van) de nacht, als aanbevolen (gebed) voor jou (o Mohammed). Wellicht zal jouw Heer jou een geprezen positie doen toekomen.”

(Soerat al-Israa’: 79)

Deze voorspraak houdt in dat hij (vrede zij met hem) voorspraak zal verrichten voor de mensen die op de Verrekening wachten, zodat het leed dat zij ondergaan voor hen verminderd zal worden.

De tweede soort is de algemene voorspraak van de kant van de Boodschapper (vrede zij met hem) voor alle gelovigen. Deze soort kent verschillende vormen:

  • Voorspraak voor degenen die de Hel verdienen, zodat zij deze niet zullen binnentreden. Dit wordt aangeduid door de volgende woorden van de Boodschapper (vrede zij met hem): “Er is geen moslim die overlijdt en veertig mannen die Allah geen deelgenoten toekennen het dodengebed voor hem verrichten, of Allah zal hun voorspraak voor hem aanvaarden.”

(Moeslim)

  • Voorspraak voor degenen die de Hel zijn binnengetreden, zodat zij er weer uit verwijderd zullen worden. Het is overgeleverd dat Aboe Sacied al-Khoedrie zei: “De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei: “Bij Degene in Wiens Hand mijn ziel ligt, jullie (moslims)kunnen niet méér aandringen in het opeisen van een recht van mij dat duidelijk bleek toe te behoren aan jullie, dan de gelovigen in het bemiddelen bij de Almachtige voor hun (moslim)broeders op die Dag, wanneer zij zichzelf veilig zien. Zij zullen zeggen: “O Allah! (Bevrijd) onze broeders (want zij) waren gewoon om met ons te bidden, met ons te vasten en ook goede daden met ons te verrichten.” Allah zal zeggen: “Ga en verwijder (van de Hel)eenieder die je herkent.” Allah zal het Vuur verbieden om de gezichten van die zondaars te verbranden. Dus zullen zij veel mensen die tot hun kuiten of hun knieën in het Vuur waren verwijderen.”

(Moeslim)

  • Voorspraak om de gelovigen in status te verheffen. Dit is vanwege de smeekbeden van de gelovigen voor elkaar, zoals de Profeet (vrede zij met hem) zie toen hij een smeekbede verrichtte voor Aboe Salamah: “O Allah, vergeef Aboe Salamah, verhef hem in status onder degenen die geleid worden, maak zijn graf ruim voor hem en vul het met licht, en bescherm zijn familie die achtergebleven is.”

En de smeekbede van voorspraak, zoals de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Er is geen moslim die overlijdt en veertig mannen die Allah geen deelgenoten toekennen het dodengebed voor hem verrichten, of Allah zal hun voorspraak voor hem aanvaarden.”

(Moeslim)

Al-Qawl ul-Moefied, boekdeel 1, blz. 332