Omgaan met kinderangsten

8937

Vraag:

Ik heb een kind dat overal bang voor is, zelfs voor zijn eigen schaduw. Hoe kan ik mijn kind leren om dapper te zijn?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Kinderpsychologen denken dat een kind in zijn eerste jaar tekenen van angst kan vertonen bij het horen van een plotseling geluid of wanneer iets plots valt. Vanaf de leeftijd van ongeveer zes maanden kan een kind bang zijn voor vreemden, en in het tweede jaar kan een kind angstig zijn voor veel dingen, zoals dieren, auto’s, hellingen, water, enzovoorts.

In het algemeen tonen vrouwen meer angst dan mannen, en de intensiteit van de angst kan variëren afhankelijk van de intensiteit van de fantasie van het kind. Hoe meer fantasie een kind heeft, hoe angstiger het kan zijn.

Er zijn verschillende factoren en redenen die de angst van een kind kunnen vergroten, zoals:

  • de moeder die haar kind bang maakt met ideeën over spoken en geesten, soldaten, schaduwen, djinns, vreemde wezens, enzovoorts;
  • de ouders die het kind te veel vertroetelen, of overbezorgd en overgevoelig over hem zijn;
  • het kind geïsoleerd laten opgroeien door hem binnen de vier muren van het huis te houden, en;
  • het vertellen over sprookjesverhalen die te maken hebben met djinns en duivels.

Een kind kan gevoelig gemaakt worden voor angst, doordat het de angst van zijn ouders overneemt van wat hij van hen ziet. Angsten die op deze manier zijn aangeleerd, kenmerken zich door hun lange duur. Vandaar dat het geven van een goed voorbeeld een belangrijke rol speelt in het begeleiden van een kind om niet bang te zijn. Wat hier nodig is, is een voorbeeld van moed in allerlei verschillende situaties en om niet bang te zijn voor dieren die niet schadelijk zijn of voor mensen in hoge posities die iemands rechten opeisen. In het algemeen dient men ook niet zonder enige reden bang te zijn.

Om met de angsten van een kind om te gaan, dienen de ouders aandacht te besteden aan een aantal zaken, waaronder:

  • Het kind vanaf zeer jonge leeftijd grootbrengen met het geloven in Allah en het aanbidden van Hem, en het kind te leren om zich in alle situaties van angst en vrees tot Hem te wenden.
  • Het kind enige vrijheid en verantwoordelijkheden geven, en hem dingen te laten doen die in overeenstemming zijn met zijn ontwikkelingsfase.
  • Hem niet bang maken, vooral niet wanneer hij huilt. Maak hem niet bang met ideeën over spoken, hyena’s, dieven, djinns en duivels, enzovoorts. Dit valt onder de noemer “beter”, zoals in de overlevering: “De sterke gelovige is beter en meer geliefd bij Allah dan de zwakke gelovige.”

(Moeslim)

  • Moedig hem op jonge leeftijd al aan om zich te begeven onder andere mensen en geef hem de kans om hen te ontmoeten en te leren kennen. Dit zodat hij diep van binnen voelt dat hij geliefd is en gerespecteerd wordt door iedereen die hij ontmoet en leert kennen.

Wat de psychologen en pedagogen adviseren is om het kind de kans te geven om datgene waar hij bang voor is te leren kennen. Dus als hij bang is in het donker, dan is het goed om hem te laten spelen met de lichtschakelaar door deze aan en uit te zetten. Als hij bang is voor water, dan is er niets mis mee om hem te laten spelen met wat water in een kleine kom. En ga zo maar door.

  • De ouders kunnen hem ook verhalen vertellen over de heldhaftige Salaf (vrome voorgangers) en hem leren om de houding van de Sahaabah aan te nemen. Op deze manier zal hij zich van nature ontwikkelen tot een dappere en heldhaftige jongeman.

Maar wanneer de angst van het kind een vorm van bezorgdheid is, dan kan de oorzaak ervan een aantal onderling verbonden factoren hebben, die volgens de Soennah van de Profeet (vrede zij met hem) op een verstandige en zorgvuldige wijze behandeld dient te worden. Deze factoren omvatten:

  • Het kind meer toebedelen dan hij in werkelijkheid aankan, zoals de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Degene die geen genade toont aan onze jongeren en de rechten van onze ouderen ontkent, behoort niet tot ons.”

(Aboe Daawoed, at-Tirmidhie en al-Albaanie in Sahieh ul-Djaamic)

  • Zijn behoefte aan succes niet vervullen. Het is overgeleverd dat cAli heeft gezegd: “Ik heb de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) nooit tegen iemand horen zeggen: “Moge mijn vader en moeder voor jou opgeofferd worden”, behalve Sacd, aan wie ik hem hoorde zeggen: “Moge mijn vader en moeder voor jou opgeofferd worden!” En ik denk dat dit was op de dag van Oehoed.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

Dit toont aan dat ouders hun kinderen moeten aanmoedigen, ongeacht het niveau van de kwaliteit van hun prestaties, zodat ze gemotiveerd zullen worden om nog beter te doen.

  • Tot het uiterste gaan in lijfstraffen en hard zijn in de omgang. De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Degene die wordt beroofd van zachtmoedigheid, wordt beroofd van alle goedheid.”

(Moeslim)

  • Moeilijke leefomstandigheden die de ouders ertoe leiden dat zij hun woede afreageren op hun kinderen. Zoals het ontbreken van harmonie tussen de echtgenoten, of het werk van de moeder, of niet gelukkig zijn op het werk. De Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zei:“De sterke man is niet degene die goed is in worstelen, maar de sterke man is degene die controle heeft over zichzelf tijdens een aanval van woede.”

(al-Boekhaarie)

Tenslotte moeten we erop wijzen dat dit niet betekent dat het kind nooit bang hoeft te zijn. In sommige gevallen is angst nodig, omdat het essentieel is voor het kind om te overleven. Zo moet hij bijvoorbeeld Allah vrezen, vrees hebben voor de schade die mensen kunnen berokkenen en vrezen om te vervallen in een zonde. Dat zou een natuurlijke vorm van angst moeten zijn, niet te groot en niet te klein.

Hanaan cAtiyyah at-Toerie al-Djoehanie (Tanshi’at ul-Fataat il-Moeslimah, blz. 159)