Vraag:
Wat geloofden de Salaf (vrome voorgangers) met betrekking tot de heilige Koran?
Antwoord:
Alle lof zij Allah.
Het geloof van de Salaf met betrekking tot de heilige Koran is net als hun geloof in alle Namen en Eigenschappen van Allah. Dat is een geloof dat gebaseerd is op wat wordt aangeduid door het Boek van Allah en de Soennah van Zijn Boodschapper (vrede zij met hem). We weten allemaal dat Allah de heilige Koran heeft beschreven als Zijn Woord en dat Hij het heeft doen nederdalen. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):
“En wanneer één van de veelgodenaanbidders bescherming bij jullie zoekt: geef hem dan bescherming, zodat hij het Woord van Allah hoort. En breng hem daarna naar een plaats die veilig voor hem is…”
(Soerat at-Tawbah: 6)
Met ‘het Woord van Allah’ wordt hier zonder twijfel de heilige Koran bedoeld. Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):
“Voorwaar, deze Koran vertelt aan de kinderen van Israël waarover zij het meest redertwisten.”
(Soerat an-Naml: 76)
De Koran is dus het Woord van Allah, zowel in de bewoording als in de betekenis. Allah, de Verhevene, sprak het werkelijk uit en gaf het aan Djibriel. Vervolgens bracht Djibriel het naar beneden naar het hart van de Profeet (vrede zij met hem), zodat hij zou behoren tot één van de waarschuwers in een duidelijke Arabische taal.
De Salaf geloven dat de Koran werd geopenbaard. Allah openbaarde het fragmentarisch aan Mohammed (vrede zij met hem). Dat wil zeggen in delen, verdeeld over drieëntwintig jaar. Dit in overeenstemming met de Wijsheid van Allah, de Verhevene.
Bovendien werd een deel van de Openbaring om een specifieke reden geopenbaard, en een deel daarvan werd geopenbaard zonder een specifieke reden. En weer een ander deel ervan werd geopenbaard om een beschrijving te geven van een gebeurtenis die de Profeet (vrede zij met hem) en zijn metgezellen overkwam. Ook werden sommige zaken geopenbaard als Shariecah-Wetgeving, zoals de geleerden hebben gezegd hierover.
Vervolgens zeggen de Salaf dat de Koran in de eerste plaats toebehoort aan Allah en dat het zal terugkeren naar Hem aan het einde der tijden. Dit is de mening van de Salaf met betrekking tot de Heilige Koran.
Het is ons duidelijk dat Allah de heilige Koran heeft beschreven in overtreffende trap. Hij heeft de Koran beschreven als Wijs (Hakiem), Edel (Kariem), Groot (cAdhiem) en Glorieus (Madjied). Deze kwaliteiten (de termen waarmee Allah Zijn Boek heeft beschreven) kunnen worden bereikt door degene zich houdt aan dit Boek en hiernaar handelt, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Allah zal hem dan zeker een deel van glorie, grootheid, wijsheid, eer en gezag geven. Dit zijn zaken die niet verleend zullen worden aan degene die zich niet houdt aan het Boek van Allah.
Vandaar dat ik alle moslims, heersers en onderdanen, geleerden en het gewone volk oproep om het Boek van Allah na te leven, zowel qua innerlijk als uiterlijk. Dit opdat zij eer, geluk, glorie en de overhand in het Oosten en in het Westen kunnen behalen.
Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien (Fataawa kibaar ul-cOelamaa al-Oemmah, blz. 45)