Betekenis van Maa’ilaatoen Moemielaat

10377

Vraag:

Wat is de betekenis van de woorden van de Profeet (vrede zij met hem) in de overlevering: “Maa'ilaatoen Moemielaat”?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Dit is een Sahieh overlevering die is overgeleverd door Moeslim. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Twee groepen inwoners van het Vuur heb ik (in mijn tijd nog)niet gezien: “Een volk met zwepen als de staarten van de koeien, waarmee zij de mensen slaan. En vrouwen die gekleed doch naakt zijn. 'Maa’ilaatoen Moemielaat'(uitleg volgt, red.). Hun hoofden zijn als de bulten van wiegende kamelen.Zij zullen het Paradijs niet binnentreden en zij zullen haar geur niet ruiken, ook al is haar geur, waarlijk, van zo en zo’n afstand te ruiken.”

(Moeslim)

Dit is een strenge waarschuwing om weg te blijven van de zaken waar naar gerefereerd wordt. Het volk met zwepen als de staarten van koeien waarmee zij de mensen slaan, zijn degenen die mensen ten onrechte slaan, zoals bijv. politie en anderen. Of het nu gedaan wordt in opdracht van de staat of om een andere reden. De staat wordt slechts gehoorzaamd wanneer zaken goed en gepast zijn. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Ongehoorzaamheid is slechts met betrekking tot hetgene wat goed en gepast is.” En hij (vrede zij met hem) zei: “Er is geen gehoorzaamheid aan een schepsel als het ongehoorzaamheid aan de Schepper inhoudt.”

Geleerden hebben de zin: “vrouwen die gekleed doch naakt zijn, Maa'ilaat Moemielaat” geïnterpreteerd op de volgende manieren:

Kaasiyatoen cAariyaat, hierboven vertaald als “gekleed doch naakt” kan een andere betekenis hebben. Namelijk dat zij genieten van de Gunsten van Allah, maar zij niet dankbaar daarvoor zijn en de Bevelen van Allah niet gehoorzamen. Ondanks dat Allah ze rijkdom en andere zegeningen geschonken heeft. De overlevering is ook op een andere manier uitgelegd, namelijk is dat zij kleding dragen die hen niet bedekt. Deze kleding is te dun of te kort en dient het doel van kleding dus niet. Vandaar dat zij beschreven worden als naakt en omdat de kleding die zij dragen hun cAwrah niet bedekt.

Maa’ilaat(letterlijk “afwijkend”) betekent dat zij zich afwenden van kuisheid en rechtschapenheid. Dat wil zeggen dat zij zondes begaan en slechte daden, zoals degenen die zich schuldig maken aan immorele daden, of zij komen tekort in het doen van de verplichtingen, zoals het gebed, etc.

Moemielaatbetekent dat zij ervoor zorgen dat anderen de andere kant op gaan, oftewel zij roepen de mensen op tot het kwaad en corruptie. Met hun woorden en daden leiden zij anderen naar immoraliteit en zondes. Zij begaan immorele daden vanwege hun gebrek aan geloof of zwakte in hun geloof. Het punt van deze Sahieh overlevering is te waarschuwen tegen onderdrukking en alle soorten corruptie van mannen en vrouwen.

Over de zin “Hun hoofden zijn als de bulten van wiegende kamelen” hebben sommige geleerden gezegd dat het betekent dat zij hun hoofden groot laten lijken door haarstijlen die zij toepassen waardoor het lijkt op de bulten van een Boekht (kameel). De Boekht is een type kameel die twee bulten heeft waar tussen een opening is waardoor de ene bult de ene kant op leunt en de andere leunt de andere kant op. Wanneer deze vrouwen hun hoofden groot laten lijken op deze manier, lijken het op deze bulten.

“Zij zullen het Paradijs niet binnentreden en zij zullen haar geur niet ruiken”is een strenge waarschuwing. Het betekent niet noodzakelijk dat zij ongelovig zijn of dat zij voor altijd in de Hel zullen verblijven, maar meer zoals andere zondaren zullen zijn die komen te overlijden als moslim. Er wordt eerder mee bedoeld dat zij en de andere zondaren bedreigd worden met de Hel voor de zondes die zij begaan, maar zij zijn onderworpen aan de Wil van Allah. Als Hij het wil, zal Hij hen vergeven, en als Hij het wil, zal Hij hen bestraffen. Dit is hetzelfde als het vers waarin Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, Allah vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem worden toegekend, maar daarbuiten vergeeft Hij (alles aan) wie Hij wilt.”

(Soerat an-Nisaa': 48)

Als een zondaar (die moslim is) de Hel betreedt, zal hij daar niet voor altijd verblijven zoals de ongelovigen. Degenen die daar zullen verblijven zoals de moordenaars, overspeligen en de zelfdoders zullen daarin niet voor altijd verblijven, zoals de ongelovigen. Het is eerder een tijdsduur die volgens Ahl us-Soennah wal-Djamaacah zal eindigen, in tegenstelling tot wat de Khawaaridj, de Moectazilah en de innoveerders die hun pad volgen hierover beweren.

De Sahieh Moetawaatir overleveringen van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) indiceren dat hij voorspraak zal doen voor de zondaars van zijn gemeenschap. En Allah zal zijn voorspraak een aantal keer accepteren. Hij zal elke keer een aantal specificeren die naar buiten worden gebracht uit de Hel. Zo ook de rest van de Boodschappers, de gelovigen en de Engelen (voorspraak zullen doen). Zij zullen allen bemiddelen met Allahs Toestemming. En Hij zal van eenieder die Hij wil zijn bemiddeling toestaan voor degenen die geloofden in Tawhied en de Hel hebben betreden vanwege van hun zondes, ondanks dat zij moslim waren. Dan zullen de zondaren in de Hel overblijven die niet opgenomen waren in de bemiddeling van de bemiddelaars, maar Allah zal hen er toch uit halen middels Zijn Genade en Zijn Goedheid. Er zal niemand in de Hel overblijven, behalve de ongelovigen die daar voor eeuwig en altijd in zullen verblijven. Allah zegt over de ongelovigen (interpretatie van de betekenis):

“Telkens wanneer het (Vuur) verzwakt, doen Wij het laaiende Vuur (weer) toenemen voor hen.”

(Soerat al-Israa' :97)

“Proef dan (de gevolgen van jullie misdaden). Wij zullen dan slechts de Bestraffing voor jullie vermeerderen.”

(Soerat an-Naba' :30)

En Hij zegt over de ongelovigen die idolen aanbaden (interpretatie van de betekenis):

“Zo zal Allah aan hen hun daden laten zien, (als een bron van) spijt voor hen en zij zullen nooit uit het Vuur komen.”

(Soerat al-Baqarah:167)

En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, als degenen die niet geloven alles wat zich op de aarde bevindt en het gelijke daaraan zouden bezitten (en het zouden gebruiken) om zichzelf daarmee vrij te kopen van de Bestraffing op de Dag der Opstanding, dan zou dat nooit van hen aanvaard worden. En voor hen is er een pijnlijke Bestraffing.

Zij zullen uit het Vuur willen komen, maar zij zullen er nooit uit komen. En voor hen is er een blijvende Bestraffing.”

(Soerat al-Maa'idah: 36-37)

We vragen Allah om ons veilig en wel te houden voor het zijn zoals zij.

(Madjmoec Fataawa wa Maqaalaat Moetanawwicah, boekdeel 6, blz. 355)

Sheikh Bin Baaz