Verleid om te scheiden

12214

Vraag:

Een man heeft een vrouw aangespoord om van haar echtgenoot, met wie ze een kind heeft, weg te lopen. Ze ging naar de rechtbank en scheidde van hem middels Khoelc. Daarna trouwde de man met haar en beweerde dat het zijn kind was en niet van de eerste echtgenoot. Wat is het Islamitische oordeel hierover?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Dat deze man de vrouw aanspoorde van haar echtgenoot weg te lopen en van hem te scheiden middels Khoelc is een verboden daad en een ernstige zonde. Het is voor een moslim niet mogelijk om een getrouwde vrouw ten huwelijk te vragen of haar te keren tegen haar echtgenoot. Ook al beoogt hij niet met haar te trouwen, of heeft hij geen interesse in haar, of enige andere reden. Een strenge waarschuwing hierover is overgeleverd van de Profeet (vrede zij met hem) die zei: “Degene die een vrouw tegen haar echtgenoot opzet, is niet één van ons.”

(Aboe Daawoed;
authentiek verklaard Sheikh door al-Albaanie)

Ook wat de vrouw heeft gedaan door van haar echtgenoot zonder goede reden te scheiden middels Khoelc is onderhevig aan een strenge waarschuwing van de Profeet (vrede zij met hem) die hierover zei: “De geur van het Paradijs zal voor elke vrouw verboden zijn die haar echtgenoot zonder goede reden om een scheiding vraagt.”

(at-Tirmidhie;
authentiek verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Vanwege het misdrijf dat zij hebben begaan en de weerzinwekkende aard ervan, zijn sommige geleerden van mening dat als een man een vrouw tegen haar echtgenoot opzet, het voor hem niet toegestaan is met haar te trouwen. Sterker nog, het is voorgoed verboden voor hem om met haar te trouwen. Dit is de mening van de Maalikies. Echter is de meerderheid van de geleerden van mening dat het huwelijk geldig is, ondanks de zondige aard van hun daden.

Het is voor deze man, noch voor een ander, toegestaan om een kind van een andere man als de zijne te claimen. Bovendien valt dit onder het liegen en het afgeven van valse verklaringen, overschrijden van de rechten van anderen, verbastering van de bloedlijn en het leidt het tot ernstig slechte gevolgen. Daarom heeft Allah adoptie verboden (op de manier dat van een geadopteerd kind wordt beweerd dat het iemands eigen vlees en bloed is) en het claimen van het kind van een ander als de zijne. Ook al gaan de (biologische) ouders hiermee akkoord. Wat dan te denken als hij zich een kind toe-eigent en beweert dat het van hemzelf is? Dit is nog slechter en nog weerzinwekkender. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“Allah heeft in het lichaam van geen enkele man twee harten geplaatst. En Hij heeft jullie vrouwen, waarover jullie adh-Dhihaar1 uitspreken, niet (als) jullie moeders gemaakt. En Hij heeft wat jullie jezelf toeschrijven (aan kinderen) niet (als) jullie zonen gemaakt. Dat zijn jullie woorden (die) uit jullie monden (komen). En Allah spreekt de Waarheid. En Hij leidt naar de (rechte) Weg.

Schrijf hun (d.w.z. de kinderen) toe aan hun vaders, dat is rechtvaardiger bij Allah. Maar als jullie hun vaders niet kennen, dan zijn zij jullie broeders in de godsdienst en (dan zijn zij) jullie bevrijde slaven. En er treft jullie geen blaam als jullie daarin een fout maken, behalve datgene wat jullie (vanuit jullie) harten bewust doen. En Allah is de Meest Vergevingsgezind, Meest Genadevol.”

(Soerat al-Ahzaab: 4-5)

Wat zij moeten doen is Allah te vrezen en berouw tonen tegenover Hem voor deze zonden; de zonde van een vrouw opzetten tegen haar echtgenoot en haar zonde om hem hierin te gehoorzamen, te scheiden middels Khoelc, het beweren dat andermans kind van hem is en dat zij deze boosdoener helpt in zijn slechte daden en zonde. Zij dienen zich beiden bewust te zijn van de Woede en Bestraffing van Allah. Zij dienen zich te beseffen dat Allah Streng is in Zijn Bestraffing en dat Hij wel of geen uitstel verleent. Allah, de Verhevene, zegt (interpretatie van de betekenis):

“En denk niet dat Allah Zich onbewust is van dat wat de onrechtplegers doen. Hij verleent hun slechts uitstel tot de Dag waarop de ogen wijd open zullen staan (van angst).”

(Soerat Ibraahiem: 42)

Aboe Moesa heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Allah, de Geprezene en Verhevene, verleent zondaars uitstel. Maar als Hij hem grijpt, zal Hij hem niet laten gaan.” Daarna reciteerde hij (interpretatie van de betekenis):

“En zo is de Greep van jouw Heer wanneer Hij (de bevolking van) de steden grijpt, terwijl zij onrecht plegen. Waarlijk, Zijn Greep is pijnlijk, hard.”

(Soerat Hoed: 102)

(Moeslim)

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com

 

1.     Dit was een pre-islamitische gewoonte waarbij de man het zichzelf verbood om gemeenschap met zijn vrouw te hebben zoals het ook verboden voor hem was om gemeenschap met zijn moeder te hebben. Door dus tegen zijn vrouw te zeggen dat zij net als zijn moeder verboden voor hem was, onthield hij zich van het hebben van geslachtsgemeenschap met zijn vrouw.