Deugd van de dag van ʿArafah

26116

Vraag:

Wat zijn de deugden van de dag van ʿArafah?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

1.     Het is de dag waarop de religie werd vervolmaakt en de Gunst van Allah werd voltooid.

In as-Sahiehayn is er van ʿOmar ibn ul-Khattaab overgeleverd dat er een joodse man tegen hem zei: “O leider der gelovigen, er is een vers dat jullie reciteren uit jullie Boek. Als het aan de joden zou zijn geopenbaard en we zouden weten op welke dag het was geopenbaard, dan zouden wij deze dag als een feestdag hebben genomen.” ʿOmar vroeg: “Welk vers is dat?” Hij antwoordde (interpretatie van de betekenis):

“Op deze dag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt, en Mijn Gunst aan jullie voltooid en de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.”

(Soerat al-Maa’idah: 3)

Hierop zei ʿOmar: “Wij kennen de dag en de plaats waar dit vers is geopenbaard aan de Profeet (vrede zij met hem). Hij stond bij ʿArafah op een vrijdag.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

2.     Het is een dag van ʿIed (feestdag) voor de mensen op deze plaats.

De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Yawmu ʿArafah (de dag van ʿArafah), Yawm un-Nahr (de dag van het offer) en Ayyaam at-Tashrieq (de drie dagen na Yawm an-Nahr) zijn een ʿIed (feest) voor ons, de mensen van de Islam. Dit zijn de dagen van het eten en drinken.”

(An-Nasaa’ie, Ibn Maadjah, Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

ʿOmar ibn ul-Khattaab heeft gezegd: “Het (vers “op deze dag heb Ik jullie godsdienst…”) was geopenbaard op een vrijdag, op de dag van ʿArafah. Beide zijn een feestdag voor ons.”

3.     Het is een dag waarop Allah een Eed heeft Gezworen.

De Almachtige zweert niet anders dan bij datgene dat groots is. De dag van ʿArafah is de getuige zoals vermeld in het volgende vers (interpretatie van de betekenis):

“En bij de getuige en datgene waarover getuigd zal worden.”

(Soerat al-Boeroedj: 3)

Aboe Hoerayrah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De beloofde dag is de Dag der Opstanding. Waarover getuigd zal worden is de dag van ʿArafah en de getuige is de vrijdag.”

(at-Tirmidhie, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Het is het oneven (zoals het oneven Witr-gebed) waarbij Allah heeft gezworen in het vers (interpretatie van de betekenis):

“En het even en het oneven.”

(Soerat al-Fadjr: 3)

Ibn ʿAbbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “De even-dag is de dag van Adhaa (de 10e dag van Dhoel-Hiddjah) en de oneven dag is de dag van ʿArafah (de 9e dag van Dhoel-Hiddjah). Dit was ook de mening van ʿIkrimah en ad-Dahhaak.

4.     Het vasten op deze dag geldt als een boetedoening voor twee jaar.

Aboe Qataadah heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) werd gevraagd over het vasten op de Dag van  ʿArafah. Hij (vrede zij met hem) zei: “Het geldt als boetedoening voor het vorige en het komende jaar.”

(Moeslim)

Dit (vasten) is aanbevolen voor degenen die niet de Hadj verrichten. Voor degene die de Hadj verricht, is het geen Soennah om de dag van ʿArafah te vasten. De Profeet (vrede zij met hem) heeft deze dag in ʿArafah namelijk niet gevast. Het is overgeleverd dat hij (vrede zij met hem) het vasten in ʿArafah op de dag van ʿArafah heeft verboden.

5.     Het is de dag waarop Allah de getuigenis nam van het nageslacht van Adam.

Ibn ʿAbbaas heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Allah heeft de getuigenis genomen uit de lendenen van Adam in Naʿmaan (ʿArafah). Hij bracht uit zijn lendenen zijn nageslacht voort en verspreidde hen voor Zich. Daarna sprak Hij hen toe en zei: “Ben Ik niet jullie Heer?” Zij zeiden (daarop): “Jazeker! Wij getuigen daarvan.” Zodat jullie op de Dag der Opstanding niet zullen zeggen: “Voorwaar, wij gingen daar onachtzaam mee om.” Of zodat jullie niet zullen zeggen: “Het waren slechts onze voorvaderen die voorheen deelgenoten (aan Allah) toekenden, en wij zijn de nakomelingen na hen. Zult U ons vernietigen vanwege degenen van wie de daden teniet zijn gedaan (doordat zij valse goden aanriepen)?”

(Soerat al-Aʿraaf: 172-173)

(Ahmad, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

En er is geen grootsere dag dan deze en er is geen groter convenant dan dit.

6.     Het is de dag van vergeving van zonden, vrijwaring van het Hellevuur en trots voor de mensen die daar zijn.

In Sahieh Moeslim is vermeld dat ʿAa’ishah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Er is geen dag waarop meer mensen worden gevrijwaard van het Vuur dan de dag van ʿArafah. Hij komt dichterbij en uit Zijn Trots tegen Zijn Engelen, zeggende: “Wat willen deze mensen?”

(Moeslim)

Ibn ʿOmar heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Op de dag van ʿArafah, vanaf het moment dat de zon zijn hoogste stand heeft gepasseerd, uit Allah tegenover Zijn Engelen Zijn Trots over de mensen van ʿArafah, zeggende: “Kijk naar Mijn dienaren die ongekamd en stoffig naar Mij zijn gekomen.”

(Ahmad, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

En Allah weet het het beste.

Sheikh Mohammed Saalih al-Moenaddjid

Deugd van de dag van ʿArafah

24158

Vraag:

Wat zijn de deugden van de dag van ʿArafah?

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

1.     Het is de dag waarop de religie werd vervolmaakt en de Gunst van Allah werd voltooid.

In as-Sahiehayn is er van ʿOmar ibn ul-Khattaab overgeleverd dat er een joodse man tegen hem zei: “O leider der gelovigen, er is een vers dat jullie reciteren uit jullie Boek. Als het aan de joden zou zijn geopenbaard en we zouden weten op welke dag het was geopenbaard, dan zouden wij deze dag als een feestdag hebben genomen.” ʿOmar vroeg: “Welk vers is dat?” Hij antwoordde (interpretatie van de betekenis):

“Op deze dag heb Ik jullie godsdienst voor jullie vervolmaakt, en Mijn Gunst aan jullie voltooid en de Islam voor jullie als godsdienst gekozen.”

(Soerat al-Maa’idah: 3)

Hierop zei ʿOmar: “Wij kennen de dag en de plaats waar dit vers is geopenbaard aan de Profeet (vrede zij met hem). Hij stond bij ʿArafah op een vrijdag.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

2.     Het is een dag van ʿIed (feestdag) voor de mensen op deze plaats.

De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Yawmu ʿArafah (de dag van ʿArafah), Yawm un-Nahr (de dag van het offer) en Ayyaam at-Tashrieq (de drie dagen na Yawm an-Nahr) zijn een ʿIed (feest) voor ons, de mensen van de Islam. Dit zijn de dagen van het eten en drinken.”

(An-Nasaa’ie, Ibn Maadjah, Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

ʿOmar ibn ul-Khattaab heeft gezegd: “Het (vers “op deze dag heb Ik jullie godsdienst…”) was geopenbaard op een vrijdag, op de dag van ʿArafah. Beide zijn een feestdag voor ons.”

3.     Het is een dag waarop Allah een Eed heeft Gezworen.

De Almachtige zweert niet anders dan bij datgene dat groots is. De dag van ʿArafah is de getuige zoals vermeld in het volgende vers (interpretatie van de betekenis):

“En bij de getuige en datgene waarover getuigd zal worden.”

(Soerat al-Boeroedj: 3)

Aboe Hoerayrah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De beloofde dag is de Dag der Opstanding. Waarover getuigd zal worden is de dag van ʿArafah en de getuige is de vrijdag.”

(at-Tirmidhie, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Het is het oneven (zoals het oneven Witr-gebed) waarbij Allah heeft gezworen in het vers (interpretatie van de betekenis):

“En het even en het oneven.”

(Soerat al-Fadjr: 3)

Ibn ʿAbbaas (moge Allah tevreden met hem zijn) heeft gezegd: “De even-dag is de dag van Adhaa (de 10e dag van Dhoel-Hiddjah) en de oneven dag is de dag van ʿArafah (de 9e dag van Dhoel-Hiddjah). Dit was ook de mening van ʿIkrimah en ad-Dahhaak.

4.     Het vasten op deze dag geldt als een boetedoening voor twee jaar.

Aboe Qataadah heeft overgeleverd dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) werd gevraagd over het vasten op de Dag van  ʿArafah. Hij (vrede zij met hem) zei: “Het geldt als boetedoening voor het vorige en het komende jaar.”

(Moeslim)

Dit (vasten) is aanbevolen voor degenen die niet de Hadj verrichten. Voor degene die de Hadj verricht, is het geen Soennah om de dag van ʿArafah te vasten. De Profeet (vrede zij met hem) heeft deze dag in ʿArafah namelijk niet gevast. Het is overgeleverd dat hij (vrede zij met hem) het vasten in ʿArafah op de dag van ʿArafah heeft verboden.

5.     Het is de dag waarop Allah de getuigenis nam van het nageslacht van Adam.

Ibn ʿAbbaas heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Allah heeft de getuigenis genomen uit de lendenen van Adam in Naʿmaan (ʿArafah). Hij bracht uit zijn lendenen zijn nageslacht voort en verspreidde hen voor Zich. Daarna sprak Hij hen toe en zei: “Ben Ik niet jullie Heer?” Zij zeiden (daarop): “Jazeker! Wij getuigen daarvan.” Zodat jullie op de Dag der Opstanding niet zullen zeggen: “Voorwaar, wij gingen daar onachtzaam mee om.” Of zodat jullie niet zullen zeggen: “Het waren slechts onze voorvaderen die voorheen deelgenoten (aan Allah) toekenden, en wij zijn de nakomelingen na hen. Zult U ons vernietigen vanwege degenen van wie de daden teniet zijn gedaan (doordat zij valse goden aanriepen)?”

(Soerat al-Aʿraaf: 172-173)

(Ahmad, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

En er is geen grootsere dag dan deze en er is geen groter convenant dan dit.

6.     Het is de dag van vergeving van zonden, vrijwaring van het Hellevuur en trots voor de mensen die daar zijn.

In Sahieh Moeslim is vermeld dat ʿAa’ishah heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Er is geen dag waarop meer mensen worden gevrijwaard van het Vuur dan de dag van ʿArafah. Hij komt dichterbij en uit Zijn Trots tegen Zijn Engelen, zeggende: “Wat willen deze mensen?”

(Moeslim)

Ibn ʿOmar heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Op de dag van ‘Arafah, vanaf het moment dat de zon zijn hoogste stand heeft gepasseerd, uit Allah tegenover Zijn Engelen Zijn Trots over de mensen van ‘Arafah, zeggende: “Kijk naar Mijn dienaren die ongekamd en stoffig naar Mij zijn gekomen.”

(Ahmad, Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

En Allah weet het het beste.

Sheikh Mohammed Saalih al-Moenaddjid