Christen geworden om asiel te krijgen

7420

Vraag:

Mijn broer heeft asiel aangevraagd in het buitenland. Om dit te verkrijgen diende hij zich te bekeren tot het Christendom. Nu praten zijn vrouw en haar familie niet meer met hem en staan zij erop dat het huwelijk niet meer geldig is aangezien hij zijn religie heeft veranderd. Mijn broer zegt echter dat hij het alleen heeft gedaan om een vluchtelingenstatus te verkrijgen zodat hij zijn familie beter financieel kan verzorgen. Mijn broer zegt dat hij nog steeds moslim is en dat hij nog steeds de Islam praktiseert. Hij heeft een vijfjarige dochter en wil dat zijn vrouw en dochter bij hem komen om een normaal leven te leiden. Hij is erg verward en weet niet hoe hij zijn vrouw en haar ouders moet overtuigen dat hij nog steeds moslim is en dat hun huwelijk nog steeds geldig is. Helpt u mij alstublieft met behulp van de Koran en de Hadith zodat ik mijn broer en zijn vrouw kan helpen.

Antwoord:

Alle lof zij Allah.

Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“Degene die niet in Allah gelooft nadat hij (eerder) geloofde (op hem rust de Woede van Allah), behalve degene die (tot ongeloof) wordt gedwongen terwijl zijn hart rust heeft gevonden in het geloof. Maar wie zijn borst openstelt voor het ongeloof, op hen rust de Woede van Allah. En voor hen is er een geweldige Bestraffing.”

(Soerat an-Nahl: 106)

Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei: “Dit vers is één van de verzen waarin wordt aangegeven dat de mening van Djahm en degene die hem volgde incorrect is. Hij beschouwde eenieder die woorden van Koefr uitsprak als onderworpen aan de waarschuwing die van toepassing is op de ongelovigen (een eeuwigheid in het Hellevuur), behalve degene die ertoe gedwongen is en wiens hart rust heeft gevonden bij het geloof.

Als er wordt gezegd: “Maar Allah zegt “wie zijn borst openstelt voor het ongeloof…”. Het antwoord daarop is dat dit in harmonie is met het begin van het vers. Want degene die ongelovig is zonder daartoe gedwongen te zijn, heeft zijn hart opengesteld voor ongeloof. Anders zou het begin van het vers het einde tegenspreken. Als er met “degene die ongelovig is” degene bedoeld wordt die zijn hart daarvoor openstelt zonder gedwongen te zijn, dan zou er geen uitzondering gemaakt worden in het geval van degene die alleen gedwongen is. En als hij de woorden van ongeloof uit vrije wil uitspreekt, dan heeft hij zijn hart daarvoor opengesteld en dat is ongeloof.

Dit is ook aangegeven in het vers waarin Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“De hypocrieten vrezen dat er een hoofdstuk over hen wordt neergezonden, dat hun (d.w.z. de gelovigen) bericht over dat wat zich in hun harten bevindt. Zeg: “Spotten jullie (maar), waarlijk, Allah zal datgene wat jullie vrezen onthullen.”

En als jij hen (hierover) vraagt, zeggen zij zeker: “Wij waren slechts aan het spotten en (onszelf) aan het vermaken.” Zeg: “Waren jullie Allah, Zijn Tekenen en Zijn Boodschappers aan het bespotten? Verontschuldig julliezelf niet. Voorzeker, jullie zijn ongelovig geworden, nadat jullie gelovig waren. Als Wij een groep van jullie vergeven, dan zullen Wij een (andere) groep bestraffen, omdat zij misdadigers waren.”

(Soerat at-Tawbah: 64-66)

Hier geeft Allah aan dat zij ongelovig zijn geworden nadat zij gelovig waren. Ondanks dat zij zeiden: “We hebben deze woorden uitgesproken zonder erin te geloven. We waren gewoon nutteloos aan het praten en lachen.” En Hij, de Verhevene, benadrukte dat het bespotten van de Openbaringen van Allah beschouwd worden als ongeloof, en dit kan alleen komen van degene die zijn hart heeft opengesteld voor zulke woorden. Want als er ook maar een greintje geloof in zijn hart zat, dan zou dat hem hebben tegengehouden om zulke woorden uit te spreken.”

(Madjmoecul-Fataawa; boekdeel 7, blz. 220)
(Zie ook as-Saarim ul-Masloel, blz. 524)

Eenieder die duidelijk en opzettelijk uit vrije wil woorden van ongeloof uitspreekt, wordt een ongelovige. Zelfs wanneer dat is om een werelds doel te bereiken. De grootste vorm ongeloof die verspreid is onder de mensen is van dit type. De enige voor wie een uitzondering is gemaakt, is degene die is gedwongen en dan ook onderworpen is aan de voorwaarden die verbonden zijn aan deze dwang.

Al-Qoertoebie zei: “De geleerden zijn het er unaniem over eens dat als een persoon gedwongen is tot ongeloof, in zoverre dat hij vreest voor zijn leven, dat er dan geen zonde op hem rust als hij ongelovig is terwijl geloof huist in zijn hart…”

(al-Djaamicli Ahkaam il-Qoer’aan; boekdeel 12, blz. 435)

Maar wat is de betekenis van dwang? De geleerden hadden verschillende meningen over de betekenis van dwang. Over het algemeen komt het neer op reële bedreiging van moord of het kwijtraken van een ledemaat, of bedreiging tot verkrachting voor zowel mannen als vrouwen, en soortgelijke dwang.

Dwang wordt beschreven als het volgende; hetgeen waarmee gedreigd wordt is: “Het vermoorden of het verliezen van een ledemaat, of het wegnemen van kracht of vermogen terwijl hij in leven wordt gelaten. Zoals het wegnemen van iemands zicht of (het wegnemen van) de mogelijkheid om de handen of benen te gebruiken, zelfs als hierbij de ledematen intact worden gehouden. Of andere zaken die ellende veroorzaken. Dit omvat ook het dreigen van zowel mannen als vrouwen met verkrachting.”

Het dreigen met uithongeren varieert. Het wordt niet gezien als dwang tot de honger een niveau bereikt waarbij degene die gedwongen wordt, vreest dat hij zal sterven hierdoor.”

(al-Mawsoecat ul-Fiqhiyyah al-Koewaytiyyah; boekdeel 6 blz. 101-102)

Het schaamteloos uitspreken van de woorden van ongeloof omwille van het verbeteren van iemands financiële situatie, valt zeker niet onder de noemer dwang. Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei: “Ik bestudeerde de Madhhab en merkte dat dwang varieert in waartoe een persoon toe gedwongen wordt om te doen of te zeggen. Ahmad heeft meer dan eens aangegeven dat dwang geen excuus is om het woord van ongeloof te uiten tenzij het bij kwelling, zoals slaan of vastketenen, gebeurt. Enkel (harde) woorden kunnen niet gezien worden als een excuus om het woord van ongeloof te uiten.”

(al-Moestadrak cala Madjmoecil-Fataawa; boekdeel 5, blz. 8)
(Zie ook: Madjmoecul-Fataawa; boekdeel 1, blz. 372, 373)

Bovendien is één van de voorwaarden voor dwang (waarbij een persoon vergeven wordt als hij de woorden van ongeloof uitspreekt) dat degene die wordt gedwongen niet in staat is om te vluchten van degene die hem dwingt en degene van wie hij marteling vreest. Maar als hij in staat is om te vluchten en hij doet dat niet en hij blijft op diezelfde plek tot hij gedwongen wordt om zijn religie te verlaten, dan wordt dat niet gezien als gedwongen worden om dat te doen. Dus hoe zit het dan met degene die zelf gaat naar een plek waar hij verleid zal worden om zijn religie te verlaten?

Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“Waarlijk, degenen van wie de zielen door de Engelen worden weggenomen, en die zichzelf onrecht hebben aangedaan, zij (d.w.z. de Engelen) zullen (tegen hen) zeggen: “In welke toestand verkeerden jullie?” Zij zullen antwoorden: “Wij werden vanwege onze zwakte op aarde onderdrukt.” Zij (de Engelen) zullen zeggen: “Was de aarde van Allah dan niet ruim genoeg voor jullie om daarop te emigreren?” Hun verblijfplaats zal de Hel zijn. En dat is een slechte Eindbestemming. Behalve de zwakkeren onder de mannen, de vrouwen en de kinderen die niet in staat zijn de onderdrukking te weren, noch een uitweg te vinden. Zij zijn dan degenen die Allah wellicht zal vergeven en Allah is de Meest Vergevingsgezind, Meest Genadeschenkend.”

(Soerat an-Nisaa’: 97-99)

Sheikh as-Sacdiy zei: “Dit is een strenge waarschuwing voor degene die niet emigreerden terwijl zij daartoe wel in staat waren tot zij overleden. De Engelen grijpen hun zielen en berispen hen met deze harde woorden en zeggen: “In welke toestand verkeerden jullie?” Met andere woorden: “Wat was jouw situatie? Wat heb je gedaan om jezelf te onderscheiden van de polytheïsten? In feite heb jij geholpen in het toenemen van hun aantallen en wellicht heb jij ze geholpen tegen de gelovigen en je hebt veel goede daden gemist, zoals jihad met de Boodschapper van Allah, het zijn met de moslims en hen helpen tegen hun vijanden.

“Dan zeggen zij: “Wij werden vanwege onze zwakte op aarde onderdrukt.” Dat is zwak, vertrapt en onderdrukt, we hadden geen middelen om te emigreren. Maar zij spreken de waarheid niet wanneer zij dit zeggen. Want Allah wees ze terecht en waarschuwde ze, en Allah belast een ziel niet meer dan wat het kan dragen.

Er is een uitzondering gemaakt voor degene die werkelijk zwak en onderdrukt zijn. Vandaar dat de Engelen tegen hun zeggen: “Was de aarde van Allah dan niet ruim genoeg voor jullie om daarop te emigreren?” Dit is een vraag die gesteld wordt om een feit te bewijzen. Met andere woorden, het is welbekend in ieders verstand dat het land van Allah ruim is. En wanneer iemand in een land niet in staat is om zijn religie openlijk te praktiseren, dan moet hij andere plekken op aarde vinden en een uitweg naar een land waar hij in staat zal zijn om Allah te aanbidden.”

(Tafsier van as-Sacdiy; blz. 195)

Dus deze persoon dient berouw te tonen aan Allah voor deze ernstige zonde en hij dient dat wat hij doet op te geven. Jij dient hem te adviseren dat de Zegeningen van Allah niet verkregen kunnen worden door Hem ongehoorzaam te zijn of door niet in Hem te geloven. Het kan alleen bereikt worden door Hem te vrezen. Allah de Verhevene zegt (interpretatie van de betekenis):

“En wie Allah vreest, Hij (Allah) zal hem een uitweg bieden (bij iedere moeilijkheid). En Hij zal hem voorzien (uit bronnen) van waar hij het niet verwacht. En wie zijn vertrouwen in Allah stelt, Hij is dan Voldoende voor hem. Voorwaar, Allah zal Zijn Zaak volbrengen. Voorzeker, Allah heeft voor alle zaken een maat bepaald.”

(Soerat at-Talaaq: 2-3)

Sheikh as-Sacdiy zei: “Eenieder die Allah vreest en constant de Tevredenheid van Allah zoekt in al zijn zaken, Allah zal hem belonen in deze wereld en in het Hiernamaals. Een gedeelte van die beloning is dat Hij hem een uitgang zal bieden uit alle ellende en moeilijkheden. Zoals Allah eenieder die Hem vreest, een uitweg zal bieden. Zo zal degene die Allah niet vreest in moeilijkheid en ellende verkeren en hij zal niet in staat zijn om zichzelf te redden of om de consequenties te vermijden.”

(Taysier ul-Kariem ur-Rahmaan fie Tafsieri Kalaam il-Mannaan; blz. 1026)

Een gelukkig leven verkrijg je niet door het hebben van veel geld. Je verkrijgt het door Allah te vrezen en Hem volledig te vertrouwen. En ook te begrijpen dat geen persoon zal overlijden tot hij alle provisie die voor hem is voorgeschreven heeft opgemaakt.

Het is overgeleverd dat Djaabir ibnoe cAbdillaah zei: “De Boodschapper van Allah zei: “O mensen, vrees Allah en wees gematigd in het zoeken van levensonderhoud, want geen ziel zal komen te overlijden tot hij al zijn provisie heeft ontvangen, zelfs als het langzaam is in het komen. Dus vrees Allah en wees gematigd in het zoeken van levensonderhoud; neem datgene wat toegestaan is en laat datgene wat verboden is.”

(Ibn Maadjah, geclassificeerd als Sahieh door Sheikh al-Albaanie
in Sahieh Soenan Ibn Maadjah; boekdeel 2, blz. 207)

Met betrekking tot de vrouw van een afvallige wiens partner het huwelijk consumeerde voor hij afvallig werd, daarop is één van de twee scenario's van toepassing:

1. Het eerste scenario is dat de man berouw toont voordat haar cIddah-periode tot een eind komt. In datgeval mogen zij terugkomen bij elkaar nadat hij berouw heeft getoond aan Allah, zonder een nieuw huwelijkscontract. Dit wordt gezien als een correctere mening door een aantal geleerden.

Sheikh cAbdoel-cAziez ibn Baaz zei: “Het beschimpen van de religie is afvalligheid van de Islam en ongeloof na geloofd te hebben. Wij zoeken toevlucht bij Allah hiertegen. Maar dit telt niet automatisch dat hij scheidt van zijn vrouw. Zij dienen echter wel uit elkaar te gaan zonder scheiding; en het is geen scheiding. In feite wordt zij verboden voor hem, omdat zij een moslim is en hij een ongelovige. Zij is verboden voor hem tot hij berouw toont. Als hij berouw toont voordat haar cIddah-periode ten einde komt, dan mag zij terugkerennaar hem zonder iets te hoeven doen. Met andere woorden; als hij berouw toont en terugkeert naar Allah, dan mag zij terugkeren naar hem.”

(Fataawa Noer calad-Darb van Sheikh Ibn Baaz; blz. 140)

Sheikh Ibn ul-cOethaymien zei: “Als een man afvallig wordt, Allah verhoede, dan is zijn huwelijk niet meer geldig tenzij hij berouw toont en terugkeert naar de Islam voor het einde van de cIddah-periode. Gebeurt dat, dan is zijn huwelijk nog geldig.”

(Fataawa Noer cala ad-Darb van Sheikh Ibn ul-cOethaymien; boekdeel 19, blz. 2)

2. Het tweede scenario is dat hij berouw toont, nadat de cIddah-periode is beëindigd. De meerderheid van de geleerden is van mening dat hij haar dan niet terug kan nemen. Hij kan dat wel doen met een nieuw huwelijkscontract. Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah zei: “Als hij afvallig wordt en niet terugkeert naar de Islam tot de cIddah-periode van zijn vrouw is beëindigd, dan is zij compleet van hem gescheiden volgens de mening van de vier geleerden.”

(Madjmoecul-Fataawa; boekdeel 32, blz. 190)

Sheikh cAbdoel-cAziez ibn Baaz zei: “Als hij berouw toont en de cIddah-periode voorbij is en hij (opnieuw) met haar wil trouwen, dan is daar niets mis mee. Maar het dient wel gedaan te worden middels een nieuw huwelijkscontract, zodat zij zekerheid hebben en een zaak vermijden waar de geleerden over van mening verschillen. Aan de andere kant denkt een aantal geleerden dat het toegestaan is voor hem zonder een nieuw huwelijkscontract. Als zij hem kiest en niet met iemand anders is getrouwd nadat de cIddahperiode eindigde. Zij bleef eerder zoals zij was. Maar als hij een nieuw huwelijkscontract regelt, dan is dat beter dan tegen de mening van het merendeel van de geleerden in te gaan.

De meerderheid van de geleerden zegt dat wanneer haar cIddah-periode eindigt, zij compleet van hem gescheiden is en zij een vreemde voor hem is en zij voor hem niet is toegestaan, behalve met een nieuw huwelijkscontract. Daarom is het de beste en een verstandigere optie dat hij een nieuw huwelijkscontract verkrijgt. Dit als de cIddah-periode eindigde voordat hij berouw toonde. Maar als hij berouw toont vóór haar cIddah-periode is geëindigd, dan blijft zij zijn vrouw. Want de Profeet (vrede zij met hem) keurde de eerdere huwelijken van degene die moslim werden nadat hun vrouwen dat werden goed, zover zij moslim werden voordat de cIddah-periode van hun vrouwen eindigde.

(Fataawa Noer calad-Darb; blz. 140)

Opsommend kan er het volgende gezegd worden:

Eenieder die het woord van ongeloof vrijwillig en bewust uitspreekt, wordt daardoor ongelovig. De enige uitzondering is voor degene die gedwongen wordt; hij wordt daardoor geen ongelovige. Degene die het woord van ongeloof uitspreekt zodat hij meer rijkdommen zal verkrijgen, is niet gedwongen.

Als de afvallige berouw toont van zijn afvalligheid wanneer zijn vrouw – met wie hij het huwelijk heeft geconsumeerd – nog steeds in de cIddah-periode is, dan mag hij haar terugnemen. Als hij echter berouw toont na haar cIddah-periode, dan dient er gekozen te worden voor het veilige; hij mag haar dan terugnemen met een nieuw huwelijkscontract.

En Allah weet het het beste.

Islamqa.com