Wilders schuldig voor aanzetten discriminatie

3220

De rechter heeft PVV-leider Geert Wilders schuldig bevonden voor groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie op 19 maart 2014, maar legde geen straf op. Wel is de politicus vrijgesproken voor het aanzetten tot haat. De rechtszaak werd aangespannen naar aanleiding van zijn ‘minder Marokkanen’ uitspraak.

De eis van het Openbaar Ministerie (OM) betrof een boete van 5.000 euro. De rechter acht de vaststelling dat Wilders schuldig is aan groepsbelediging en het aanzetten tot discriminatie op 19 maart 2014 als een afdoende straf.

Wilders gaat niet in op vragen van de pers. Zijn advocaat heeft middels een persbericht laten weten dat Wilders in hoger beroep gaat tegen de uitspraak. Via Twitter noemt Wilders de uitspraak ‘knettergek’. “Drie PVV-hatende rechters verklaren Marokkanen tot ras en veroordelen mij en half Nederland”, aldus een verontwaardigde Wilders.

‘Een politicus onwaardig’

De rechter begon zijn uitspraak door te stellen dat “een politicus niet boven de wet staat”. “Ook voor een politicus is vrijheid van meningsuiting begrensd, dit is geen politiek proces.” De rechter beschreef de opstelling van Wilders in de rechtszaak “een politicus onwaardig”.

De rechtbank geeft aan dat met de term Marokkanen een etnische afkomst wordt bedoeld, “niet een groep mensen zoals Wilders zegt”. De rechter stelde dat de politicus “een hele bevolkingsgroep buitenspel heeft gezet”.

Tegen de uitspraken van Wilders werd door 6.500 mensen aangifte gedaan. Volgens de rechter is dat niet van belang, “de uitlatingen zijn voor de rechtbank genoeg”. Sommigen hebben een schadevergoeding geëist. Echter heeft de rechter dat verzoek afgewezen.

Voor het aanzetten tot haat is volgens de rechter onvoldoende bewijs.

Norm

Het OM laat in een reactie weten de schuldigverklaring van Wilders belangrijker te vinden dan het feit dat de rechtbank hem geen straf heeft opgelegd.

“Het is belangrijk dat het Openbaar Ministerie een norm heeft gesteld, namelijk dat ook een politicus geen groepen mensen mag wegzetten op basis van hun afkomst. Het principe en de normstelling is belangrijker dan de boete”, aldus persofficier van justitie Alexandra Oswald.

Volgens het OM is vastgesteld dat Wilders zijn uitspraken goed heeft geregisseerd om zo veel mogelijk nieuwswaarde te genereren. Of het OM in navolging van Wilders in hoger beroep gaat, kan zij nog niet aangeven. Het OM wil eerst het vonnis bestuderen. “Bij het vervolgingsbesluit tegen Wilders zijn we ook niet over een nacht ijs gegaan.”

Benadeelden

Tientallen benadeelden zijn tevreden over het vonnis en noemen dat een genoegdoening, aldus hun advocaat Michiel Pestman.

“Wij zijn blij met het principiële karakter van de uitspraak”, aldus Pestman, die vele benadeelden ondersteunt die zich gekwetst voelden door de ‘minder-Marokkanen’-uitspraken. “De rechtbank heeft terecht uitgesproken dat ook voor een politicus als Wilders beperkingen gelden bij de vrijheid van meningsuiting. Juist minderheden worden door dit vonnis beschermd.”

Dat zijn cliënten niet de gevraagde schadevergoeding van 500 euro per persoon krijgen, noemt hij van minder groot belang. “Het was ons niet om die schadevergoeding te doen. De uitspraak is voor ons genoegdoening voldoende.”

‘Minder Marokkanen’

De zaak draait om uitspraken van Wilders uit 2014. Zowel op 12 maart als na de verkiezingsoverwinning, op 19 maart, waarbij zijn partij zeven zetels won in de Haagse gemeenteraad, deed Wilders uitspraken over Marokkanen.

Op 12 maart stelde de politicus zich in te willen zetten voor mensen die minder Marokkanen in Den Haag willen. Na de verkiezingsoverwinning op 19 maart herhaalt Wilders zijn uitspraak in een zaal met PVV-aanhangers. Hij vroeg: “Willen jullie in deze stad en in Nederland meer of minder Marokkanen?”, waarna het publiek “minder, minder” scandeerde. Wilders antwoordde gevat: “dan gaan we dat regelen”.

Volgens het OM genoeg reden om de politicus te vervolgen op verdenking van het zich beledigend uitlaten over een groep mensen op grond van hun ras en aanzetten tot discriminatie van en haat tegen mensen.

Alleen in het geval van de uitspraken van 12 maart achtte het OM het haatzaaien en aanzetten tot discriminatie niet bewezen. De rechter bevestigde dit gisteren.

Verdediging

De verdediging heeft altijd betoogd dat Willders’ uitspraken besproken zouden moeten worden in de Tweede Kamer en niet in de rechtszaal. De uitspraken van Wilders hebben volgens zijn advocaat Geert-Jan Knoops niets te maken met racisme: ze slaan op de problemen die de PVV ziet in de samenleving.

De rechtbank ziet de uitspraken van Wilders echter als een beledigende uitlating over een minderheidsgroep (Marokkanen) tijdens een verkiezingsbijeenkomst waarbij door Wilders is gekozen voor de grootst mogelijke impact door de wijze van vraagstelling, door het tevoren laten instrueren van het publiek en door gebruik te maken van de aanwezige media. Hiermee werd geen bijdrage geleverd aan het publieke debat.

De woorden ‘minder Marokkanen’ moesten volgens de verdediging ook in de juiste context worden gezien. Het waren uitspraken als onderdeel van de Europese verkiezingen en Wilders heeft meerdere malen gezegd dat het niet ging om alle Marokkanen, maar om criminele Marokkanen. Zowel in interviews als in zijn partijprogramma.

De rechtbank deelt deze visie niet. In de partij-of verkiezingsprogramma’s van de PVV is volgens de rechter namelijk niets terug te vinden. Daar gaat het over criminele Marokkanen als het over het ‘Marokkanenprobleem’ gaat, maar deze beperking heeft hij in zijn speech juist bewust niet gemaakt. Hij spreekt volgens de rechtbank over alle Marokkanen.

Wilders heeft zich altijd in stevige bewoordingen uitgelaten over de rechtszaak. Hij noemde het een politiek proces en een aanfluiting voor de rechtsstaat. Tijdens de laatste zitting op 23 november nam Wilders het woord en bestempelde hij de officieren van justitie als handlangers van het kabinet.

Bron: Nu.nl

Team al-Yaqeen
10 december 2016