Dr. Margreet van Es, religiewetenschapper aan de Universiteit Utrecht, houdt zich bezig met onderzoek hoe moslims de afgelopen vijftien jaar zijn omgegaan met het verzoek om afstand te nemen van gewelddadig extremisme. Socioloog Ruud Koopmans meent dat moslims zich duidelijker moeten uitspreken tegen terreurdaden van radicale geloofsgenoten. Margreet van Es, zelf ook moslim, reageert in het AD als volgt:
‘De islamitische gemeenschap moet zich duidelijker uitspreken tegen terreur.’ Dat zei socioloog Ruud Koopmans vorige week in deze krant. Koopmans stoort zich eraan dat na een terroristische aanslag ‘nooit een massale mobilisatie van moslims op gang komt’. Jammer dat hij niet even de feiten heeft gecheckt.
Aanslagen veroordelen? Zich inzetten tegen radicalisering en vóór sociale cohesie? Moslims doen bijna niet anders. Het is tijd dat Nederland dit erkent. Na iedere aanslag vragen we ons af: wanneer houdt dit meedogenloze geweld tegen onschuldige burgers eindelijk op? Sinds de aanslagen van 11 september 2001 zijn moslims keer op keer opgeroepen om terrorisme publiekelijk te veroordelen. Niet alleen om hun goede wil te tonen, maar ook om de religieuze legitimatie van dit geweld weg te nemen. Nederlandse moslims hebben daar vanaf het begin regelmatig gehoor aan gegeven.
Na 11 september hebben alle grote moskeeorganisaties de terroristen sterk veroordeeld. Zij deden dit namens honderdduizenden moskeegangers. Na de wrede moord op Theo van Gogh, eind 2004, gingen moslims overal in Nederland de straat op. Sommigen deden mee aan het lawaaiprotest op de Dam in Amsterdam, anderen organiseerden een protesttocht in hun eigen stad of dorp. Zelfs de kleinste moskeetjes in de verste uithoeken van Nederland schreven in brieven naar de krant dat zij de moord verschrikkelijk vonden. Dit kon niet vanuit hun geloof worden gelegitimeerd, zeiden ze.
In de jaren daarna zijn veel islamitische organisaties actief gaan samenwerken met gemeenten om radicalisering op tijd te signaleren en tegen te gaan. Dat kwam niet elke dag in de krant, maar het gebeurde wel. Ondertussen regende het wereldwijd fatwa’s van invloedrijke moslimleiders tegen zelfmoordterrorisme en ander geweld tegen burgers. En toen de anti-islamfilm Fitna uitkwam, waren veel Nederlanders verbaasd dat moslims zo rustig reageerden.
Nadat Islamitische Staat werd opgericht en een groeiend aantal Nederlandse jongeren naar Syrië afreisde, spraken veel moslims opnieuw hun afschuw uit. Journaliste Fidan Ekiz liet in haar prachtige documentaire ‘Alles komt goed?’ zien dat als jonge moslims weigeren publiekelijk afstand te nemen, dit niet is omdat zij IS steunen, integendeel. Zij zijn het zat om telkens weer ter verantwoording te worden geroepen voor daden waar zij niets mee te maken hebben.
Waarom blijft dit bij de gemiddelde Nederlander zo slecht hangen? Eén van de redenen is dat gezaghebbende politici en opiniemakers blijven roepen dat moslims terrorisme ‘harder’ moeten veroordelen.
Wat bedoelt Koopmans als hij zegt dat moslims zich ‘duidelijker’ moeten uitspreken? Moeten alle 850.000 moslims in Nederland (of het nu om Marokkaanse Nederlanders gaat of om sjiitische Irakezen die voor IS zijn gevlucht) hun baan opzeggen, hun kinderen bij opa en oma parkeren en de hele dag met spandoeken op het Malieveld gaan staan? En dan maar hopen dat zij elke dag het nieuws halen?
Iedere moslim die sympathiseert met IS moet zich doodschamen. Natuurlijk moeten moslims en niet-moslims zich blijven inzetten voor sociale cohesie en wederzijdse acceptatie. Maar wie zegt dat gewone moslims zich niet duidelijk genoeg uitspreken tegen terreur, is wel erg hardleers.
Bron: AD.nl
Team al-Yaqeen
12 januari 2017