Geachte heer Segers,
Het grimmige tijdsbeeld waarin wij leven, heeft ons doen besluiten u deze brief te schrijven. Het is erg belangrijk dat leiders zoals u, zeker wanneer zij deel uitmaken van onze regering, signalen en waarschuwingen vanuit de samenleving ontvangen en deze serieus nemen.
In het interview met het Algemeen Dagblad van 7 februari 2018 geeft u aan zeer bezorgd te zijn over het antisemitisme en de positie van ex-moslims in Nederland. Joodse jongeren voelen zich, volgens u, steeds minder thuis in Nederland. En dat breekt uw hart. U bent terecht zeer begaan met de situatie van joden en ex-moslims in Nederland. Het strenger toepassen van het strafrecht ziet u dan ook als een mogelijke oplossing.
Vooropgesteld, wij zijn het met u eens dat er strenger moet worden opgetreden tegen onverdraagzaamheid, intolerantie en xenofobie. Alle burgers in Nederland hebben het recht om in vrede en veiligheid, zonder enige vorm van angst, hun leven in te richten zoals het hen goeddunkt.
Tot onze grote verbazing, en eigenlijk ook tot onze grote teleurstelling, heeft u in het interview met geen woord gerept over de zorgwekkende situatie waar moslims in Nederland zich heden ten dage in bevinden: de toenemende moslimhaat en de abjecte bedreigingen die hun instituties op regelmatige basis ontvangen.
Rechtsextremistische groeperingen als Pegida, Dutch Self Defence Army, Identitair Verzet, NVU, DTG, Erkenbrand, Voorpost en Soldiers of Odin schieten als paddenstoelen uit de grond. Deze groeperingen zoeken met hun angstaanjagende acties bewust de grenzen van de wet of gaan er zelfs over heen, door o.a. bekladding van moskeeën en bezetting van islamitische scholen. Op 18 januari jl. is de moslimgemeenschap weer opgeschrikt door een lugubere ontdekking van een onthoofde (en bebloede) pop bij de Emir Sultanmoskee in Amsterdam. Onlangs is op 2 februari in onze stad Den Haag de Ahi Evran moskee met hakenkruizen beklad. Wij missen de verontwaardiging en een heldere set aan maatregelen om deze onacceptabele vormen van intolerantie tegen te gaan.
Wij, en met ons velen binnen de moslimgemeenschap, zien een duidelijke trend. Een afwachtende houding van de overheid versterkt de rechtsextremisten en xenofoben in hun overtuiging en het opvoeren van hun abjecte daden. Ook de wens van een toekomstig PVV-fractievoorzitter in Utrecht, dat hij moskeeën het liefst ziet afbranden, past in deze trend. Wij maken ons grote zorgen over de opkomst en de aantrekkingskracht van extreemrechts en hun gewelddadige acties. Wij vragen u daarom dringend om met dezelfde passie en gedrevenheid de aanpak van rechtsextremistische partijen en moslimhaat te prioriteren.
Het antisemitisme in Nederland is nooit terug van weggeweest. Het heeft altijd bestaan in ons land. Onlangs is herdacht dat meer dan 80% van de Nederlandse Joden, meer dan honderdduizend mensen, de Holocaust niet hebben overleefd. Een schrikbarend aantal, zowel in absolute getallen als in percentages. Antisemitische groeperingen als de NVU, Erkenbrand en Voorpost schieten zoals gezegd als paddenstoelen uit de grond, maar toch kiest u ervoor om enkel de focus te leggen op de moslimgemeenschap. Voor ons is dat buitengewoon onbegrijpelijk, vooral daar deze partijen onze samenleving ondermijnen en een bedreiging vormen voor onze rechtstaat.
Wij hopen dat deze brief voor u aanleiding is om de toenemende moslimhaat hoger op de politieke agenda te zetten. Wij zijn gaarne bereid om met u hierover verder van gedachten te wisselen.
Bestuur stichting as-Soennah