“Onthullingen” van Nieuwsuur en NRC Handelsblad

15191

Recentelijk hebben Nieuwsuur en NRC Handelsblad zaken ‘onthuld’ die al jaren bekend zijn. De verantwoordelijke overheden, waaronder de Belastingdienst, de Autoriteit Financiële Markten, de Financial Intelligence Unit, maar ook de Nederlandse banken zijn of behoren op de hoogte te zijn van financiële stromen vanuit het buitenland naar maatschappelijke en/of religieuze organisaties in Nederland. Zeker wanneer dit aanzienlijke bedragen betreft. Stichting as-Soennah (hierna: de Stichting) is zich ervan bewust dat islamitische organisaties in Nederland, in tegenstelling tot andere confessionele en maatschappelijke organisaties, onder een groot vergrootglas worden gelegd. Daarom heeft de Stichting uit eigen beweging op een transparante wijze contact gezocht met de banken en de verantwoordelijke overheden. De Stichting heeft kenbaar gemaakt van wie de donaties zijn ontvangen, de bestemming van de gelden en de relevante documenten overlegd. Tevens communiceert de Stichting ook met haar moskeebezoekers als het gaat om de inkomsten en uitgaven van de Stichting.

De Stichting steunt het debat rondom de buitenlandse financiering van maatschappelijke organisaties in Nederland. Echter dient het debat zuiver gevoerd te worden met inachtneming van de grondwettelijke vrijheden, zijnde de vrijheid van godsdienst (art. 6 Grondwet) en de vrijheid van vereniging ( art. 8 Grondwet). Nieuwsuur en NRC Handelsblad hebben buitenlandse financiering en (ongewenste) buitenlandse beïnvloeding bewust of onbewust op één hoop gegooid. Vanuit hun commerciële belangen gezien is dit begrijpelijk, maar met objectieve journalistiek en waarheidsvinding heeft dit weinig te maken.

Buitenlandse financiering van kerkelijke en andere religieuze instellingen dient bezien te worden vanuit het kader van godsdienstvrijheid. Godsdienstvrijheid is gelukkig geen loze kreet in dit land. Eenieder die zich in Nederland bevindt kan een beroep doen op deze vrijheid, dus ook de moslimgemeenschap. Overigens andere religieuze, maatschappelijke en zelfs politieke partijen in Nederland ontvangen en/of versturen al vele jaren geld van en/of naar het buitenland. Hier is niets mis mee, het past binnen de kaders van de wet.

Over de term ongewenste beïnvloeding bestaat geen eenduidigheid. Zelfs de Rijksoverheid geeft dit ruiterlijk toe. Bovendien is het onder de huidige wetgeving niet verboden. Desondanks wil de Stichting benadrukken dat er op geen enkele wijze invloed is uitgeoefend op de Stichting bij het ontvangen van de donaties. Sterker nog, er is expliciet met de weldoeners afgesproken dat de Stichting op geen enkele wijze bemoeienis duldt.

Het is van belang dat er geen verschillende maatstaven voor verschillende religieuze gemeenschappen worden gehanteerd. De Paus financiert niet alleen de Rooms-Katholieke kerk, hij benoemt tevens de bisschoppen en kardinalen in dit land. Deze kardinalen en bisschoppen hoeven niet altijd even progressief te zijn. Men zou dit kunnen opvatten als buitenlandse financiering dat gepaard gaat met ongewenste buitenlandse beïnvloeding. De vraag die gesteld zou moeten worden is: hoe het komt dat Nieuwsuur en NRC Handelsblad hun pijlen alleen maar op de moslimgemeenschap hebben gericht, terwijl in het geval van de Stichting alleen sprake is van buitenlandse financiering (wat niet verboden is) en niet van buitenlandse beïnvloeding?

De Stichting is zich ervan bewust dat de moslimgemeenschap een bijzonder religieus profiel heeft in Nederland. Wij mogen met z’n allen trots zijn dat dit in Nederland bestaat, want alleen bij verscheidenheid in opvattingen en levenswijzen is er echt sprake van vrijheid. Het is van eminent belang dat wij de vrijheid behouden dat eenieder zijn of haar leven kan inrichten, zoals het hem of haar goeddunkt binnen de kaders van de wet. Wij zijn ervan overtuigd dat de Nederlandse democratie en Grondwet weerbaar genoeg zijn. Laten we hier daarom met z’n allen prudent mee omgaan.

Bestuur Stichting as-Soennah
27 april 2018