NIDA: Niet moskee, maar parlementaire commissie is gevaarlijk

9107

Nourdin el Ouali, politiek leider van NIDA, schrijft in een treffend betoog over de parlementaire commissie m.b.t. buitenlandse financiering van moskeeën en de verwerpelijke handelswijze van de commissie.

Vrijwilligers van moskeeën als de Blauwe en Centrum de Middenweg verdienen een lintje voor de bruggen die ze bouwen. Open, gastvrij en maatschappelijk betrokken. Iedere kenner zal het beamen, maar de commissie behandelt ze als landverraders

Onschuldige moskeebestuurders worden als criminelen in het verdachtenbankje onderworpen aan een politiek kruisverhoor over hun geloofsopvattingen en handelingen. Maandag start de tweede helft van het showproces van de parlementaire commissie, naar buitenlandse financiering van moskeeën (?!) en ‘ongewenste beïnvloeding’ (?!) uit ‘onvrije’ (?!) landen. Ondertussen is het de parlementaire commissie zelf die hier het gevaar vormt voor de grondwet en democratische rechtsorde.

Taferelen waar Wilders z’n vingers bij aflikt. Namens de parlementaire commissie zitten van links naar rechts Kamerleden van VVD, GL, CDA en DENK tegenover een moskeebestuurder:

“Heeft u een eed van trouw afgelegd aan het moslimbroederschap?” Vraagt GL-Kamerlid Van Den Berge (GroenLinks) namens de commissie. “Nee”, zegt moskeebestuurder Jacob van der Blom (betrokken bij onder meer Centrum de Middenweg en de Blauwe Moskee).

– “U verklaart onder ede dat u geen eed heeft afgelegd?”

– “Ja, ik verklaar onder ede dat ik nooit, bij niemand niet, in welke vorm dan ook een of andere islamitisch eed heb afgelegd om lid te worden van welke geheime, schimmige groep dan ook.”

– “… Dat weet u zeker?”

– “Ja, dat weet ik héél zeker.”

Publiekelijk trekt de commissie de integriteit en loyaliteit van de moskeebestuurder in twijfel. Even daarvoor verwarde de commissie in haar vraag al het woordje ‘takkiya’ (een leugen voor behoud van leven of geloof) met het woord ‘teskiye’ (aanbeveling). Vrijwilligers van moskeeën als de Blauwe en Centrum de Middenweg verdienen een lintje voor de bruggen die ze bouwen. Open, gastvrij en maatschappelijk betrokken. Iedere kenner zal het beamen, maar de commissie behandelt ze als landverraders. De dagen daarna regent het doodsbedreigingen aan het adres van de moskeeën. Met dank aan de parlementaire commissie. De commissie koos bewust voor dit showproces (i.p.v. besloten), erkende de risico’s en spint er zelfs krokodillentranen en garen bij.

Vanaf vraag één begon de commissie met ‘guilt by association’ en het opwerpen van angstbeelden. Manieren van doen die we spijtig genoeg kennen van moslimhaters en nu worden genormaliseerd door deze parlementaire commissie. De commissie stelt simplistische en gesloten vragen en is totaal niet geïnteresseerd in de verschillende vormen van buitenlandse financiering, alle voors, tegens en uitdagingen. Met de oogkleppen op, volledig gericht op hun vooringenomen conclusies. In voorgaande jaren konden veroordeelden van miljoenenfraude en zelfverrijking door corporaties en bouwbedrijven op meer begrip en compassie rekenen van de parlementaire commissies.

Terwijl de moskee vanuit de islam en haar activiteiten principes als de scheiding van kerk en staat, gelijke behandeling, het neutraliteitsbeginsel, godsdienstvrijheid, vrijheid van geweten en onschuldpresumptie uitdraagt, worden deze principes door de parlementaire commissie zelf stuk voor stuk geschonden. Het gevaar voor onze democratische rechtsorde komt niet van moskeeën of het buitenland, maar zit aan de knoppen van de macht.

Ik geloof dat een aantal Kamerleden met de beste bedoelingen de commissie zijn ingestapt, ofwel om de te verwachte schade te beperken. Maar door hun deelname en goedkeurende houding, maken ze op deze manier meer kapot dan hun lief is. Mijn boodschap aan ieder commissielid: stop deze heksenjacht, maak excuus aan de getroffen moskeeën en spreek je hier publiekelijk tegen uit of stap op!

Lees het volledige bericht op: Joop.bnnvara.nl

Team al-Yaqeen

18 februari 2020