Moslimgemeenschap op een cruciaal punt aangekomen

2198

De verkiezingsretoriek vierde hoogtij tijdens het afgelopen debat over buitenlandse financiering en beïnvloeding van moskeeën in ons land. De aanleiding was de Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB), waarbij de hele opzet misleidend, niet transparant, niet afgebakend én selectief gericht tegen de moslimgemeenschap is geweest. Het urenlange debat heeft niet duidelijk kunnen maken waarom alleen de moslimgemeenschap tot doelwit is gemaakt, wat exact de definities van problematisch gedrag en ongewenste financiering zijn en hoe de erosie van de grondwettelijke vrijheden als vrijheid van godsdienst, vrijheid van vereniging, vrijheid van meningsuiting en vrijheid van onderwijs kan worden tegengegaan.

Belangrijk is om te benadrukken dat buitenlandse financiering niet verboden is en niet in strijd met de wet. Hoe anders is de situatie bij de PVV, die onlangs een neofascistisch verkiezingsprogramma heeft gepubliceerd vol haat, xenofobie en antidemocratische plannen. De PVV wil alle grondwettelijke vrijheden overboord gooien en moslims deporteren. Het enige lid van deze partij, waar andere politieke partijen zo nu en dan amicaal mee samenwerken, heeft grote sommen geld uit de Verenigde Staten ontvangen. Hier is Geert Wilders nooit open en transparant over geweest, blijkt uit onderzoek van Follow The Money. Het is zeker niet de eerste keer dat hij als een stroman van buitenlandse krachten fungeert, in ruil voor geld. Het is al jaren bekend dat Geert Wilders een moslimhaatcampagne voert, die vanuit Amerika wordt georkestreerd. De correlatie tussen de ontvangen honderdduizenden euro’s en zijn kwaadaardige boodschap is evident. De politieke partijen hebben boter op hun hoofd door alleen de moslims de maat te nemen. Dat maakt het POCOB-onderzoek tot een ware klucht.

Om de aandacht af te leiden van bovenstaande kernelementen van de democratische rechtstaat, hebben verschillende Tweede Kamerleden zich van hun donkerste kant laten zien. Een middenpartij als het CDA dat moslims griezels noemt, is een teken aan de wand. Het demoniseren van moslims en andere minderheden is al jaren niet het exclusieve recht van extreemrechtse partijen. Het hele politieke spectrum is doordrenkt met een antimoslimsentiment, variërend van moslimmoeheid tot pure en giftige moslimhaat. De geschiedenis leert ons dat demonisering van minderheden nooit tot iets goeds heeft geleid. Het demoniseren gebeurt onder onze ogen en niemand die zich hiertegen effectief uitspreekt.

Het is tekenend dat de hele tendens van het debat is ‘hoe de huidige wet- en regelgeving zo aan te passen dat alleen moslims het slachtoffer zijn?’. Dit is een beproefde methode, getuige het boerkaverbod, verbod op antidemocratische organisaties en het aanstaande verbod op rituele slacht. Het staat buiten kijf dat artikel 23 van de Grondwet, vrijheid van onderwijs, al lang om zeep zou zijn geholpen, zij het dat de christelijke partijen zich hier hevig tegen verzetten. Moslims mogen zich niet om de tuin laten leiden door loze kreten als ‘wij komen op voor de goedwillende moslim’. De gure wind die over Nederland waait raakt alle moslims. Het is een utopie om te denken dat het aan ons voorbij zal gaan. Neem het voorbeeld van het moskee-onderwijs, waar onze kinderen worden onderricht in de fundamenten van de islam. Het moskee-onderwijs wordt door verschillende politieke partijen geproblematiseerd en bestempeld als kindermishandeling. Moslims dienen zich te beseffen dat de islamitische opvoeding en daardoor de islamitische identiteit van hun kinderen in gevaar is.

Tijdens de komende Tweede Kamerverkiezingen op 16 maart 2021 dient de moslimgemeenschap te stemmen op de partij die moslims als een belangrijk onderdeel van de Nederlandse samenleving ziet, in woord en daad. Tijdens het debat heeft in ieder geval kamerlid Farid Azarkan zich hier hard voor gemaakt.

Bestuur stichting as-Soennah
24 januari 2021