Massaal geweldsoproepen tegen moslims op internet

6499

Op een binnenplaats van een moskee zit een rij mannen in Soedjoed. Zomaar een afbeelding gepost in de Facebookgroep ‘Wilders.Wilders.Wilders’ begin dit jaar. Bij de foto stelt iemand de vraag: ‘U wilt hier met uw vrachtwagen doorheen. Mag dat?’

Een Facebookgebruiker met de profiel ‘Edmond’ uit Antwerpen zegt dan: ‘best heel korte maar brede slaloms maken’. Een Marcel uit Slagharen – volgens de gegevens op Facebook – denkt een beter idee te hebben: ‘terug schakel de ogen goed de kost geven en gas met zooi #genieten’.

Ene Coen uit Apeldoorn: ‘Ja hoor 150 km per uur toegestaan minder doen we het niet’. En zo gaat het maar verder.

De achternamen van de Facebookgebruikers zijn hier weggelaten, omdat het OM nagaat of bovengenoemde uitingen strafbaar zijn. Soms plaatsen mensen deze reacties onder Facebooknamen, maar een ander aantal mensen die hun haat onder dit bericht spuiden, doet dat wel onder hun eigen volledige naam.

Kennelijk voelen mensen in Nederland zich vrij om in alle openbaarheid tot geweld tegen moslims op te roepen en er nog een sausje humor overheen te gooien. Menigeen voegt iets toe aan zijn of haar geweldsfantasieën. Zo zei ene Alex uit Rotterdam onder de genoemde foto van de biddende moslims en de vraag over de vrachtwagen: ‘Dit is toch een ideale plek om je SUV wagen te testen, en elke keer dat je eroverheen rijd krijg je een leuk kreetje erachteraan.’

Peter uit Geleen zegt: ‘Dat mag want de islam staat dat toe dus rechter pedaaltje tot de bodem toe induwen zeg ik maar’.

Stinkmoskee

Nieuws over daadwerkelijk geweld tegen moslims, zoals de schietpartij in een moskee in Canada eind januari, schrikt niet af, maar wakkert de moslimhaat juist aan. Toen een vijftal Nederlandse moskeeën na de genoemde aanslag besloot uit veiligheidsoverwegingen de deuren te sluiten bij het gebed, verscheen daarover een bericht in de Facebookgroep ‘PVV buitengesloten. Wat nu?’.

Verschillende mensen laten onder dat bericht weten hoe gelukkig ze met de maatregel waren – een gebouw met dichte deuren is een beter doelwit, omdat er meer slachtoffers kunnen vallen. Een Gerard uit Rheden: ‘dat is ook beter voor de lucht verplaatsing bij een explosie. Met gesloten deuren zal er meer kracht vrijkomen om binnen een grotere schok te krijgen met meer effect’. Desgevraagd zegt Gerard aan de telefoon hier nog steeds achter te staan.

In december ging in Culemborg een leegstaand zwembad dat de lokale islamitische gemeenschap had gekocht om het tot een moskee te verbouwen in vlammen op. Onder een bericht daarover schreef een Leo uit Oost-Souburg: ‘Ik hoop dat die stinkmoskee volzat met van dat tuig dan is het dubbele pret’. En nadat een jaar geleden een aanslag werd gepleegd op de moskee Allah’s Huis Voor Moslims in Enschede, zei ene Stephan: ‘Alle moskeeën afbranden…!!’.

Expliciete oorlogstaal

Of de hevigheid van de uitingen op internet ook toeneemt, is aan de hand van de politiecijfers lastig vast te stellen. Al is het de vraag of het, nu er massaal geweld tegen moslims wordt gewenst, nog veel erger kan worden. Onderzoeker Ineke van der Valk, die verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam en al jarenlang studie maakt van moslimdiscriminatie, heeft sterk de indruk dat de teksten op het internet de afgelopen jaren steeds agressiever worden. “De online platforms verwijderen reacties, vaak door tussenkomst van antidiscriminatiebureaus. Maar nog kom je oproepen tot geweld tegen.”

In veel reacties duiken verwijzingen naar de Holocaust op, en klinkt expliciete oorlogstaal. Een wens die regelmatig in berichten terugkeert: hetzelfde doen met moslims als met de joden is gedaan. Bijvoorbeeld onder een bericht over rellen in de buitenwijken van Parijs, een paar weken geleden, in de groep ‘Wilders heeft gelijk al meer dan 1 jaar’. Een Dick uit Rotterdam zegt daar: ‘Het kan niet genoeg uit de hand gaan lopen! En het moet net zolang doorgaan tot ons land en ook andere landen West/Europa gezuiverd zijn van de vijand /ISLAM !!’.

Boontje om loontje In maart 2015 reageerde een man uit Assendelft op de mogelijke bouw van een islamitisch centrum in zijn woonplaats. Onder een stroom andere haatteksten zette hij het woord ‘Abfuhren’. Hij is daarvoor inmiddels veroordeeld. Een greep uit de andere teksten: ‘Gas aansluiten op dat hok’, ‘Begin er dan maar n treinstation naast ken je ze gelijk afvoeren’, ‘En branden maar’, met daarbij een foto van een brandende moskee. ‘Ok mensen de oven staat aan.kom maar met de eerste ……..!!’.

Moslimhaters vergoelijken hun geweldsfantasieën vaak met de stelling dat moslims het verdienen, omdat er islamitische terroristen zijn die aanslagen plegen. Zo zegt een Bennie uit Winschoten onder de foto met de suggestie om met een vrachtwagen op de biddende moslims in te rijden: ‘tuurlijk mag dat ze doen dat ook bij ons toch boontje komt om zijn haar loontje’. Elders is het: ‘Een koekje van eigen deeg’, ‘Oog om oog, tand om tand’, en: ‘Wie de bal kaatst, kan hem ook eens terug verwachten’. Moslims treft een collectieve schuld voor misdaden van hun geloofsgenoten, is de gedachte.

Stereotyperingen

Aan dat idee liggen generalisaties en stereotyperingen ten grondslag, zegt onderzoeker Ineke van der Valk, die van islamofobie een vorm van racisme maken. “Met jeugdcriminaliteit is het net zo. Al zou iedere moslim terrorist of crimineel zijn.”

Bij anti-zwart racisme is een natuurlijk biologisch gegeven de achterliggende logica op grond waarvan een groep wordt gediscrimineerd, legt Van der Valk uit. “Een vergelijkbaar patroon is te zien bij moslimdiscriminatie. Hier wordt die natuurlijkheid van het biologische verschil vervangen door godsdienstige leerstellingen als wetmatigheden te zien. Moslims worden gezien als per definitie gewelddadig, omdat er een aantal moslims zijn die heilige teksten gewelddadig interpreteren.”

Aan de teksten zijn ook overeenkomsten af te lezen met andere soorten racisme. Net als bij antisemitisme wordt taal ingezet voor ontmenselijking, zegt Van der Valk. “Je ziet dat moslims worden uitgescholden met dierennamen, een lagere soort. Geiten, varkens, of pinguïns, bijvoorbeeld.”

Zo is er een proces gaande van racialisering van moslims, zegt Van der Valk. “Er zijn veel verwijzingen naar de kleding en het uiterlijk van moslims, zoals bij racisme naar de huidskleur. Op die manier kunnen Marokkanen die helemaal niet gelovig zijn, maar toevallig een baard dragen, ook slachtoffer worden van moslimhaat.”

Cijfers en aanpak

Zowel op straat als op internet neemt moslimhaat getalsmatig toe. In 2015 telde de politie 439 incidenten van discriminatie tegen moslims vanwege hun geloof: meer dan een verdubbeling van het jaar daarvoor. De regionale antidiscriminatie-meldpunten kregen 240 meldingen, ten opzichte van 165 in 2014. Op internet verdubbelde het aantal incidenten in 2015 bijna, tot 472. Ook het aantal strafvervolgingen voor moslimdiscriminatie is toegenomen, blijkt uit cijfers van het Openbaar Ministerie, maar het blijft bij enkele tientallen per jaar.

Het Meldpunt Internetdiscriminatie (MIND) houdt moslimdiscriminatie bij en vraagt platforms zoals Facebook extreme uitingen te verwijderen. De politie heeft in elke regio een Real Time Intelligence Center dat internet afzoekt naar mogelijk strafbare uitlatingen. Eerst is de vraag: gaat het om smaad, laster, discriminatie, opruiing of bedreiging? Hoe serieus is de tekst? Is de identiteit en de locatie te achterhalen? Uiteindelijk beoordeelt de officier van justitie of iemand vervolgd kan worden. Dat luistert nauw: het maakt al uit of een belediging begint met ‘Ik vind’ of met ‘Hij is’.

Waar komt die toename vandaan? Naast islamitisch terrorisme is de opkomst van nieuwe media een factor, zegt Ineke van der Valk, gastonderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam die studie maakt van discriminatie. “Zei men vroeger iets aan de borreltafel, dan bleef de schade beperkt. Nu zet men die haat en geweldsoproepen meteen op internet, waar een veel groter publiek het kan lezen. Zo wordt het gif veel breder verspreid en kan het een plek krijgen in de geesten van mensen.”

Bron: Trouw.nl

Team al-Yaqeen
9 maart 2017