De Haagse marechausseebeambte Sabra R. is geschorst. Gevreesd wordt dat zij een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. De Verklaring van Geen Bezwaar van de moslima is door het Ministerie van Defensie ingetrokken.
Haar advocaat, Michael Ruperti,zegt dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) denkt dat ze mogelijk gevoelig is voor beïnvloeding door radicale moslims. Die verdenking is volgens hem onterecht. De vrouw heeft bezwaar gemaakt tegen de schorsing.
Zij diende bij een speciale antiterreureenheid op Schiphol en werkte eerder als beveiliger van de Koninklijke familie. Deze staat van dienst heeft de MIVD er niet van weerhouden om de vrouw te kunnen vertrouwen.
Nationale veiligheid in gevaar
In een vertrouwelijke brief van 28 juni 2013 schrijft Erik Akerboom, secretaris-generaal bij het ministerie van Defensie en voormalig Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), dat de vrouw de nationale veiligheid in gevaar kan brengen. Volgens Akerboom is de vrouw „niet open en eerlijk” geweest in drie indringende gesprekken met MIVD-agenten.
Akerboom: „Tijdens het eerste en tweede gesprek beweerde u geen radicale dan wel fundamentalistische moslims te kennen en nooit gehoord te hebben van acties in het Laakkwartier. Uit ons veiligheidsonderzoek is echter gebleken dat u in het verleden goed op de hoogte bent geweest van de activiteiten en leden van de Hofstadgroep, dat u zelf zeer dicht bij het Laakkwartier hebt gewoond. Tevens legt u tegenstrijdige dan wel onvolledige verklaringen af omtrent uw contacten en die van uw partner. Uw echtgenoot heeft – toen u al een relatie met hem had – in hetzelfde huis gewoond als zijn broer en diens vrouw. Deze vrouw is een zus van een in 2008 veroordeeld lid van de Hofstadgroep.”
Volgens Akerboom heeft de Haagse „bewust relevante informatie verzwegen, al dan niet met de bedoeling te misleiden”. Vergeefs protesteerde R. schriftelijk bij de MIVD: „Ik wil bewust geen contact met mensen met radicaal gedachtegoed. Mijn groei in de islam – ben nog zoekende – heeft mij geleerd dat ik de islam op een vredelievende manier dien te praktiseren. Ik houd mij nimmer bezig met strafbare of extreme ideeën. Ik heb ook nooit in het Laakkwartier gewoond. In de tijd dat de Hofstadgroep speelde, was ik nog in mijn puberteit. Veel te jong om mij met dergelijke zaken bezig te houden. Bovendien, ik was toen niet eens moslim. Bij het eerste en tweede gesprek voelde ik me een verdachte. Het doet mij buitengewoon veel verdriet dat ik mogelijk ontslagen zal worden. Dat verdien ik niet.”
Sabra: „De vragen die ik kreeg tijdens het veiligheidsonderzoek waren badinerend. ’Haat jij Joden?’ dat niveau. Het eerste gesprek duurde drie uur, bij mij thuis. Mijn man moest ergens anders zitten. Bij het tweede en derde gesprek, op mijn werk, ging het alleen maar over de islam, echt niet normaal, en mijn relatie met mijn schoonfamilie. Ze vroegen hoe ik mijn hoofddoek draag. Maar dat wisten ze allang. Uit observaties. Ook hadden ze mijn Hotmail getapt; ze wisten dat ik hielp bij het organiseren van islamitische lezingen voor bekeerlingen.”
Het hele artikel is te vinden in de papieren versie van 'DeTelegraaf, 7 september 2013.
Team al-Yaqeen 9 september 2013