Hoe de media aanslagen verslaat

2969

De media kregen ervan langs na de aanslag in Londen. De omschrijving van de daad is een gevoelig thema. Bericht over deze aanslag met ‘evenveel passie en betrokkenheid’ als eerdere aanslagen. Die oproep deed het bestuur van de as-Soennah Moskee in Den Haag gisteren. Het was één van de vele stemmen in een debat over woordkeus en framing die sociale media gisteren beheersten.

Na de aanslag in Londen, waarbij een witte bus inreed op moskeegangers, klonk veel kritiek op de manier hoe de media de aanslag versloegen. De Engelse Daily Mail sprak in eerste instantie van een ‘gladgeschoren, witte bus bestuurder’. Als de aanslagpleger een moslim was geweest, zouden media het woord ‘terrorist’ gebruiken, was een veelgehoorde reactie. Een witte man wordt anders aangeduid, namelijk veelal als ‘verward persoon’.

Ook terrorismedeskundige Bibi van Ginkel van instituut Clingendael valt het selectieve woordgebruik na aanslagen op. Zo werd de extreemrechtse Anders Breivik in Noorwegen veroordeeld voor terrorisme, maar spraken de NOS en veel media structureel over ‘massamoordenaar Breivik’ in plaats van terrorist.

Ideologie

“Een terroristische daad gebeurt vanuit een politieke of religieuze ideologie. Welke dat is moet voor de berichtgeving niet uitmaken”, aldus van Ginkel. Zo stonden vorig jaar in Enschede blanke mannen terecht voor het gooien van een molotovcocktail naar een moskee. “Hun daad kreeg een terroristisch oogmerk. Zij handelden vanuit een politieke overtuiging, oordeelde de rechtbank. Ook media horen met één maat te meten.”

Van Ginkel snapt dat extremisme en Islam in de publieke opinie aan elkaar worden gekoppeld na de vele aanslagen in Europa door internationale netwerken als IS en Al-Qaida. De dreiging in Europa was lange tijd afkomstig van andere groepen met een linkse, rechtse, separatistische of nationalistische ideologie.

Als groepen in de samenleving menen anders in de media belicht te worden, dan is er sowieso iets aan de hand, zegt van Ginkel. “Perceptie van discriminatie is net zo erg als ongelijke behandeling zelf. Alle daders verdienen dezelfde veroordeling, alle slachtoffers dezelfde steun.”

Sociale media

Of media inderdaad structureel andere labels gebruiken, is volgens Jelle van Buuren, terrorisme-expert aan de Universiteit Leiden, nog niet systematisch onderzocht. Wat voor hem vandaag wel weer opmerkelijk was, is dat sociale mediagebruikers een aanslag gebruiken om hun mening te ventileren.

Bij een jihadistische aanslag worden moslims gevraagd de aanslag te veroordelen. Vandaag riepen sociale mediagebruikers ‘witte mannen’ op om de aanslag te veroordelen.

Van Buuren ziet in deze ping-pong discussie hoe diep de polarisering van de samenleving geworteld is. De media moeten het volgens hem ontgelden: zij worden door beide partijen verweten iets te verzwijgen of iets op te blazen. Journalisten moeten daarom volgens van Buuren afstand houden, oppassen met onderscheid maken in woordkeus en vooral wachten totdat de feiten op tafel liggen. “Spreek pas van een terroristische aanslag als dader en motief bekend zijn en wees daarin consequent, uit welke hoek de gewelddaad ook afkomstig is.”

Bron: Trouw.nl

Team al-Yaqeen
20 juni 2017