Het onverantwoordelijk handelen van NRC en Nieuwsuur

11649

Het is de afgelopen dagen NRC en Nieuwsuur weer gelukt om op een selectieve wijze maatschappelijk en politiek voor veel ophef te zorgen. Het past in een tijd waarin toenemend moslimhaat in Nederland salonfähig wordt en een overheid die om de haverklap wetgeving er doorheen jaagt die specifiek gericht is op de moslimgemeenschap.

 

Net als met de berichtgeving over buitenlandse financiering in april 2018, rammelt ook dit onderzoek van NRC en Nieuwsuur aan alle kanten, niet in de laatste plaats omdat de onderzochte organisaties beweren niet (behoorlijk) te zijn gehoord. De journalisten Andreas Kouwenhoven en Milena Holdert willen ons doen geloven dat het heimelijke onderzoek bijzonder is, terwijl heel veel informatie gewoon openbaar is. Nog belangrijker, nergens is vastgesteld door NRC, Nieuwsuur en/of deskundigen dat er strafbare feiten zijn begaan, waardoor het Openbaar Ministerie aan zet zou moeten zijn. Hoogstens zijn de “onthullingen” over het formeel en informeel islamitische onderwijs bij een deel van de Nederlandse samenleving niet gangbaar. Maar de Nederlandse democratische rechtstaat is er juist voor om binnen de kaders van de (Grond)wet diversiteit aan opinies en levenswijzen te garanderen. Het is misselijkmakend dat politici,  die de Grondwet zouden moeten beschermen, bij het minste en geringste roepen de (Grond)wet aan te passen. Aan het gegeven dat ook moslims in dit land dezelfde rechten (en plichten) hebben, wordt compleet voorbijgegaan door politici als CU fractievoorzitter Gert-Jan Seegers en VVD-voorman Klaas Dijkhoff, aangezien het niet past binnen het narratief dat zij willen uitdragen. Zelfs de burgemeester van Arnhem, Ahmed Marcouch, heeft een duit in het zakje gedaan door op te roepen tot een verbod op salafistische organisaties. Waarom treden diezelfde politici niet daadkrachtig op als het gaat om neonazistisch geweld tegen moslims en verbieden ze niet staatsondermijnende organisaties als Identitair Verzet en Pegida? Als het gaat om moslimbashen dan laten zij misplaatste daadkracht zien.

 

Niemand heeft de vraag gesteld: in hoeverre is datgene wat uitgezonden is strafbaar en hebben NRC en Nieuwsuur wel op een objectieve en adequate manier journalistiek bedreven? Het formeel en informeel islamitisch onderwijs wordt geleidelijk aan door verschillende overheden onmogelijk gemaakt. De berichtgeving van NRC en Nieuwsuur geeft diezelfde overheden meer munitie. Het feit dat alleen de moslimgemeenschap de focus van het onderzoek is geweest, is een duidelijke indicatie van een verborgen agenda. Waarom hebben de journalisten geen vergelijkend onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld islamitisch, joods en hindoe-onderwijs in Nederland? Er is genoeg vergelijkend materiaal. Zo worden op de orthodoxe-joodse basisschool Cheider in Amsterdam meisjes en jongens van elkaar gescheiden. Op de Algemene Hindoebasisschool in Den Haag worden ouders, kinderen en docenten geïntimideerd en geterroriseerd, heerst er een angstcultuur en is er sprake van ernstige malversaties. Zijn dit niet zaken die in Nederland juist voor ophef moeten zorgen?

 

Ook de vertegenwoordigers van de moslimgemeenschap gaan in dezen niet vrijuit. Door het na papegaaien van de media en politici met een dubbele agenda, hebben zij de moslimgemeenschap geen dienst bewezen. Angst voor het beschadigen van de eigen naam en positie weegt blijkbaar zwaarder dan het staan voor de vrijheden van moslims in dit land.

 

Stichting as-Soennah
13 september 2019