Het aanhoudende geweld dat de moslims in Birma al geruime tijd moeten ervaren, is verworden tot een etnische zuivering. Dit zegt mensenrechtenorganisatie Human Right Watch. De agressie en gewelddadigheden van de boeddhistische meerderheid tegen de moslimminderheid heeft het afgelopen jaar al honderden levens gekost.
De moslims in Birma, ook wel Rohingya’s genoemd, worden al jaren gediscrimineerd door zowel de staat als de boeddhistische meerderheid van de bevolking. Vorig jaar mei bereikte dit het dieptepunt tot dan toe, doordat hele menigten onder leiding van boeddhistische monniken minstens 124.000 Rohingya’s uit hun woonplaatsen verdreven en hun huizen en winkels door brand verwoestten.
Velen zijn terecht gekomen in vluchtelingenkampen en weer anderen zijn in handen gekomen van mensenhandelaars, aldus de BBC. Omringende landen hebben aangegeven niet of nauwelijks in staat te zijn de vluchtelingen op te vangen.
In Birma is etnisch geweld al decennialang een groot probleem. De Birmese overheid beschouwt de Rohingya’s als illegale immigranten uit Bangladesh en weigert hun een staatsburgerschap te geven. “Ook christenen zijn soms het doelwit. De Rohingya’s worden schijnbaar echt gehaat; dit is onversneden racisme”, aldus Sam Zafiri van de mensenrechtenorganisatie Commitee of Jurists.
Tijdens de gewelddadigheden grijpt de Birmese overheid niet in en is hierdoor medeverantwoordelijk, vindt Human Right Watch.
Eerder stelde Artsen zonder Grenzen internationaal directeur, Arjan Hehenkamp, dat zijn personeel wordt tegengewerkt en geïntimideerd bij het helpen van de Rohingya’s.
Ook afgelopen dinsdag hebben relschoppers een spoor van vernieling achtergelaten in islamitische wijken in het binnenland van Birma. Moskeeën zijn vernietigd en verschillende mensen zijn verwond, zo liet de politie weten.
Ook nu weer klinkt het geluid dat de overheid zich te weinig inspant om een einde te maken aan deze geweldscyclus.
Bron: Trouw.nl
Team al-Yaqeen 2 mei 2013