Wat je dient te weten over de Engelen

54778
Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met Zijn Profeet, diens familie en metgezellen.
Allah heeft de Engelen geschapen uit licht. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De Engelen zijn geschapen uit licht en de Djinn zijn geschapen uit vuur(vlammen) en Adam is geschapen uit datgene wat jullie is beschreven.”
(Moeslim)
Van nature zijn de Engelen gehoorzaam aan Allah. Allah zegt in de Koran (interpretatie van de betekenis):
“Zij zijn Allah niet ongehoorzaam betreffende datgene wat Hij hen opdraagt en (zij) doen wat hen wordt bevolen.”
(Soerat at-Tahriem: 6)
Zij zijn zo geschapen dat zij geen eten of drinken behoeven. Hun voedsel bestaat uit het prijzen van Allah en het zeggen van ‘Laa ilaaha ill-Allah’. Zo geeft Allah te kennen (interpretatie van de betekenis):
“Zij (de Engelen), zijn niet te hoogmoedig om Hem te dienen en zij worden er niet moe van. Zij prijzen Zijn Glorie tijdens de nacht en de dag en versagen niet.”
(Soerat al-Anbiyaa’: 19-20)
De Engelen getuigen van de Eenheid van Allah. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Allah getuigt dat er waarlijk geen god is dan Hij en (ook) de Engelen en de bezitters van kennis (bevestigen dit), standvastig in de gerechtigheid. Er is geen god dan Hij, de Almachtige, de Alwijze.”
(Soerat Aali cImraan: 18)
Allah heeft sommige van de Engelen geëerd door hen te verkiezen als boodschappers, net zoals Hij uit de mensheid enkelen heeft verkozen als boodschappers. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Allah kiest uit de Engelen gezanten en uit de mensen (Boodschappers).”
(Soerat al-Hadj: 75)
Toen Allah Adam had geschapen en hem wilde eren, gebood hij de Engelen zich te prosterneren voor hem. Allah zegt hierover (interpretatie van de betekenis):
“En toen Wij tot de Engelen zeiden: ,,Buigt jullie voor Adam”, toen bogen zij, behalve Iblies. Hij weigerde en was hooghartig en hij werd één van de ongelovigen.”
(Soerat al-Baqarah: 34)
De Engelen zijn een grootse creatie, vervullen vele taken en zijn opgedeeld in verschillende groepen, waar alleen Allah kennis van heeft. Zo zijn sommigen van hen belast met het dragen van de Troon, zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Degenen die de Troon dragen (de Engelen) en wie zich er omheen bevinden, prijzen de Glorie van hun Heer met Zijn lofprijzing en geloven in Hem en vragen om vergeving voor degenen die geloven.”
(Soerat Ghaafir: 7)
Onder hen bevindt zich ook Djibriel, degene die de eerdere Openbaringen naar de boodschappers bracht en de Koran naar Mohammed (vrede zij met hem). Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Met hem (de Koran) daalde de getrouwe Geest (Djibriel) neer. Op jouw hart (O Mohammed), opdat jij tot de waarschuwers behoort.”
(Soerat ash-Shoecaraa’: 193)
Tevens bevindt zich onder hen Miekaa’iel, die aangesteld is over de regen en het gewas. Alsmede Israafiel, op wie de taak rust om te blazen op de Bazuin als inluiding van het Uur. Weer anderen van hen zijn benoemd over de kinderen van Adam en tekenen hun daden op. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“En waarlijk, er zijn zeker bewakers (Engelen) over jullie. Eervollen, schrijvenden. Zij weten wat jullie doen.”
(Soerat al-Infitaar: 10-12)
En er zijn er onder hen die toevertrouwd zijn in het vastleggen van alle daden, ongeacht of deze goed of slecht zijn.
“Wanneer de twee ontvangers (Engelen) aan de rechterzijde en aan de linkerzijde zitten te schrijven. Is er geen woord dat hij uit, of aan zijn zijde bevindt zich een waker die gereed is.”
(Soerat Qaaf:17-18)
Ook zijn er onder de Engelen die de taak hebben de ziel van de gelovigen weg te nemen. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
(Zij zijn) degenen die de Engelen als reinen wegnemen, terwijl zij zeggen: Salaamoen calaikoem (vrede zij met jullie), treedt het Paradijs binnen, wegens wat jullie plachten te doen.”
(Soerat an-Nahl: 32)
Anderen van hen zijn bevolen om de ziel van de ongelovigen te grijpen. Zoals Allah dit zegt (interpretatie van de betekenis):
“En als jij (het) zou kunnen zien, wanneer de Engelen (de zielen van) degenen die ongelovig zijn wegnemen, (en hoe) zij hun gezichten en hun ruggen slaan (en zeggen:) ,,Proeft de bestraffing van het branden!” (Dan zie je zeker een geweldige zaak).”
(Soerat al-Anfaal: 50)
Anderen zijn poortwachters van het Paradijs die de rechtschapen dienaren hartelijk ontvangen bij binnenkomst. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En de Engelen treden bij hen binnen door iedere poort (zeggende): “Vrede zij met jullie wegens jullie geduld.” Zalig is de uiteindelijke verblijfplaats.”
(Soerat ar-Racd: 23-24)
Weer anderen zijn poortwachters van de Hel. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, behoedt jullie zelf en jullie gezinsleden voor de Hel, die als brandstof mensen en stenen heeft, waarover strenge en hard optredende Engelen zijn aangesteld, die Allah niet ongehoorzaam zijn in wat Hij hun beveelt en die uitvoeren wat hun is bevolen.”
(Soerat at-Tahriem: 6)
Ook bestaan er Engelen die deelnemen aan de strijd op de Weg van Allah. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
(Gedenk) toen jouw Heer aan de Engelen openbaarde: ,,Voorwaar, Ik ben met jullie, versterkt daarom degenen die geloven. Ik zal angst werpen in de harten van degenen die ongelovig zijn. Slaat dan hun hoofden af en slaat al hun vingers en tenen af.”
(Soerat al-Anfaal: 12)
Daarnaast is ons bekend gemaakt dat in de maand Ramadan deze Engelen neerdalen tijdens de nacht van al-Qadr. Allah zegt hierover (interpretatie van de betekenis):
“De Waardevolle Nacht is beter dan duizend maanden. De Engelen en de Geest (Djibriel) daalden in haar neer met de Toestemming van hun Heer, voor elke beschikking.”
(Soerat al-Qadar: 3-4)
Overigens treden de Engelen geen huis binnen waarin zich een beeld, foto of hond bevindt. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De Engelen treden geen huis binnen met een hond of afbeelding.”
(Moeslim)
Het geloven in de Engelen is één van de zuilen van het geloof. Degene die dit ontkent, treedt daarmee buiten het geloof. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“En wie ongelovig is aan Allah en Zijn Engelen en Zijn Boeken en de Laatste Dag: hij is waarlijk ver weg gedwaald.”
(Soerat an-Nisaa’: 136)
En vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.
Sheikh Mohammed ibn Ibrahiem at-Toewadjri
Fragment genomen uit het boek ‘Oesoel ud-Dien il-Islaam’