Voorwaarden van al-Idjtihaad

7023

“Idjtihaad” (rechtsvinding) is onderworpen aan een aantal voorwaarden, waaronder de volgende:

  1. Hij (de Moedjtahid) moet kennis hebben van de bewijzen uit de Shariecah die hij nodig heeft voor het doen van Idjtihaad, zoals verzen uit de Koran en overleveringen die spreken over de regelgevingen.
  2. Hij moet kennis hebben over kwesties die betrekking hebben op de betrouwbaarheid of zwakheid van de overleveringen, zoals de Isnaads (ketens), de personen in de ketens enzovoorts.
  3. Hij moet zich bewust zijn van wat opheft en wat wordt opgeheven (an-Naasikh wal-Mansoekh), en hij moet weten waarover consensus (Idjmaac) bestaat. Dit zodat hij geen uitspraken doet op basis van iets wat is opgeheven of iets dat in strijd is met de consensus van de geleerden.
  4. Hij moet kennis hebben van verschillende zaken die invloed kunnen hebben op de uitspraak, zoals overleveringen met een specifieke betekenis, overleveringen met beperkingen enzovoorts. Dit zodat hij geen uitspraken doet die daarmee in strijd zijn.
  5. Hij moet kennis hebben van de Arabische taal en Oesoel ul-Fiqh die te maken hebben met verbale bewijzen. Hierdoor weet hij wat algemeen en wat specifiek is, wat absoluut en wat beperkt is, wat in het kort wordt vermeld en wat gedetailleerd omschreven is, enzovoorts. Dit zodat de uitspraak in overeenstemming is met wat het bewijs aanduidt.
  6. Hij moet in staat zijn om uitspraken uit de bewijzen af te leiden.”

Sheikh Mohammed ibnoe Saalih al-cOethaymien (al-Oesoel fie cIlm il-Oesoel, blz. 85-86, toelichting daarop: blz. 584-590)