Voorwaarden van aanbidding

9059

Alle lof zij Allah en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah.

Beste moslim, weet dat het volgen van de Profeet (vrede zij met hem) alleen correct is als voldaan wordt aan de volgende zes zaken:

1. Aanleiding

Wanneer een persoon Allah aanbidt op een manier die religieus niet voorgeschreven is, dan is dit een innovatie die verworpen wordt. Een voorbeeld hiervan is wat sommigen doen, namelijk het vieren van de 27e nacht van Radjab. Dit zou volgens hen de nacht moeten zijn waarin de Profeet (vrede zij met hem) de hemelvaartsreis heeft verricht.

At-Tahadjjoed (het nachtgebed) is zeker een vorm van aanbidding, maar aangezien dit gebeurt naar aanleiding van het voorgaande, is het een innovatie. Deze vorm van aanbidding is dan gebouwd op een aanleiding die religieus niet voorgeschreven is. Dit is een zeer belangrijk aspect waarmee vele innovaties, waarvan men denkt dat ze van de Soennah zijn, weerlegd kunnen worden.

2. Soort

Ook wat betreft de soort is een vereiste dat de aanbidding overeenkomt met de religieuze voorschriften.Als deze soort religieus niet voorgeschreven is, dan wordt de aanbidding niet geaccepteerd. Een voorbeeld hiervan is wanneer men een paard als offerdier neemt. In dit geval is zijn offer niet correct, aangezien hij de religieuze voorschriften wat betreft de soort is tegengegaan. Slechts vee, kamelen, koeien en schapen gelden religieus gezien als offerdier.

3. Hoeveelheid

De hoeveelheid en aantal van de aanbidding moet ook conform de religieuze Voorschriften zijn. Wanneer een persoon een verplicht gebed wil gaan toevoegen aan de vijf gebeden, dan is dit een innovatie die niet geaccepteerd wordt omdat dit indruist tegen de religieuze voorschriften. Hetzelfde geldt wanneer een persoon besluit om het Dhohr gebed met vijf gebedseenheden te bidden, in plaats van vier. Zijn gebed is in dat geval – met consensus – incorrect.

4. Hoedanigheid

Stel dat een persoon de Woedoe’ verricht door eerst zijn voeten te gaan wassen, vervolgens zijn hoofd, handen en gezicht. Zijn Woedoe’ is dan ook incorrect, omdat hij de religieuze Voorschriften wat betreft de hoedanigheid is tegengegaan.

5. Tijd

Wanneer een persoon tijdens de eerste dagen van Dhoel-Hidjjah zijn offerdier slacht, dan wordt dit niet van hem geaccepteerd. Hij is in dit geval namelijk de religieuze Voorschriften te buiten gegaan wat betreft tijd. Zo heb ik gehoord dat enkele mensen in de maand Ramadan een schaap slachten om daarmee toenadering te zoeken tot Allah. Vanuit dit oogpunt is dit een innovatie. Toenadering zoeken tot Allah middels het slachten van een offerdier is religieus slechts geoorloofd bij al-cIed, al-Hady (ten tijde van Hadj) en bij een cAqieqah (geboortefeest).

Het offeren in de maand Ramadan is een innovatie wanneer men hierbij de overtuiging heeft dat hij hiervoor beloond wordt, zoals het geval is bij het offeren met al-cIed. Wat betreft het offeren van een dier om deze te nuttigen, hier is niets op tegen.

6. Plaats

Wanneer een persoon de Ictikaaf verricht in een andere plek dan de moskee, dan is deze incorrect. Ictikaaf vindt namelijk slechts plaats in de moskee. Stel dat een vrouw zegt: “Ik wil de Ictikaaf thuis verrichten”, dan wordt dit niet geaccepteerd aangezien zij de religieuze Voorschriften wat betreft de plaats is tegengegaan.

Een ander voorbeeld is wanneer men de Tawwaaf wil gaan verrichten en ontdekt dat het heel druk is, en vervolgens besluit om de Tawwaaf achter de moskee te gaan verrichten. In dit geval is zijn Tawwaaf incorrect aangezien de Tawwaaf rondom de Kacbah moet gebeuren, zoals Allah tegen Ibraahiem zei:

En houd Mijn Huis (de Kacbah) rein voor degenen die de rondgang verrichten.”

(Soerat al-Hadj: 26)

Een vorm van aanbidding wordt niet geaccepteerd, behalve wanneer deze aan twee voorwaarden voldoet: al-Ikhlaas (zuivere toewijding voor Allah) en al-Moetabacah (het navolgen van de Profeet). En al-Moetabacah moet tegen het licht gehouden worden van de zes eerder genoemde aspecten.

Sheikh Mohammed Ibnoe Saalih al-cOethaymien (al-Ibdaacoe fie Kamaal ish-Sharci wa Khatar il-Ibtidaac)