Een gelijke aan Joesoef

11123

Imam Ibn ul-Qayyim vermeldt in zijn boek ‘Rawdat ul-Moehibbien’ een verhaal dat zich afspeelde in de tijd van khaliefah cOmar ibnoel Khataab. Het verhaal betrof een vrome jongeman waar cOmar erg van onder de indruk was. Hij zou vaak naar hem vragen en zijn afwezigheid opmerken.

Een zeer aantrekkelijke jonge vrouw voelde zich erg tot deze jongeman aangetrokken, verlangde sterk naar hem en zocht naar een manier om hem voor haar te winnen. Een oude vrouw bood haar haar hulp aan zeggende: “Ik zal jou hem brengen!” Waarna de oude vrouw vertrok. Aangekomen bij de jongeman zei ze: “Ik ben een arme oude vrouw die niet meer in staat is haar geit te melken. Ik zou je dan ook zeer erkentelijk zijn als jij me hierbij zou helpen.” De jongeman die altijd naar mogelijkheden zocht om goede daden te verrichten, liet deze kans niet onbenut en ging met de oude vrouw mee.

Eenmaal thuis zei de oude vrouw: “Ik zal de geit voor je gaan halen.” Maar in plaats van de geit kwam de aantrekkelijke jonge vrouw binnengelopen. Zij bood zichzelf aan hem, maar hij weigerde op haar aanbod in te gaan en zonderde zich van haar af in een hoek van de kamer waar hij Allah begon te gedenken. Keer op keer probeerde zij hem te verleiden, echter zonder enig succes. Toen zij de hoop opgaf hem voor haar te winnen, schreeuwde zij: “Ik wordt aangerand!” Waarna de mensen haar te hulp schoten en hem te lijf gingen.

Toen cOmar de volgende dag naar hem vroeg, werd hij geboeid bij hem gebracht. cOmar fluisterde: “O Allah, laat mijn goede vertrouwen in hem niet geschaad zijn!” Hij zei tegen de jongeman: “Vertel mij wat er is gebeurd.” Waarop hij hem het verhaal vertelde en cOmar de buren van deze vrouw opdroeg voor te komen, waaronder de oude vrouw. De jongeman herkende haar meteen en cOmar hief zijn stok, zeggende: “Vertel mij de waarheid!” Waarna de vrouw begon de waarheid te vertellen. Na dit te hebben gehoord, zei cOmar: “Alle lof zij Allah die onder ons iemand heeft geplaatst die Joesoef gelijkt.”