Tahaarah (reiniging)

19691

Tahaarah staat voor het zich reinigen van viezigheden en onreinheden. Dit is een verplichting voor de moslim. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En reinig jouw kleding.”

(Soerat al-Moeddatthir: 4)

Ook zegt Allah (interpretatie van de betekenis):

“O jullie die geloven, wanneer jullie het gebed willen verrichten, was dan jullie gezichten en jullie handen tot aan de ellebogen, en wrijf over jullie hoofden, en (was) jullie voeten tot aan de enkels. En als jullie in staat van Djanaabah[1] zijn, reinig dan julliezelf. En als jullie ziek zijn, of op reis, of iemand van jullie komt van het toilet, of als (jullie) gemeenschap hebben gehad met de vrouwen, en jullie geen water kunnen vinden, verricht dan de Tayammoem[2] met schone aarde en veeg hiermee over jullie gezichten en handen. Allah wil het jullie niet moeilijk maken, maar Hij wil jullie reinigen en (Hij wil) Zijn Gunst aan jullie vervolmaken, opdat jullie dankbaar zullen zijn.”

(Soerat al-Maa’idah: 6)

Verder zegt onze Profeet: “Geen enkel gebed wordt zonder (voorafgaande) reiniging geaccepteerd.”

(Moeslim)

Soorten reiniging

Tahaarah kan opgedeeld worden in twee soorten, een letterlijke en een figuurlijke:

  • De figuurlijke reiniging slaat op het reinigen van het hart van alle viezigheden die daaraan kunnen kleven, zoals ongeloof, twijfels en alle andere ziektes. Deze vorm van reiniging vindt plaats door het zuiveren van de intentie en oprechtheid in het streven naar Allah en het volgen van de Profeet. Tot deze reiniging behoort ook het zich bevrijden van de sporen van zonden en buitensporigheid. Dit gebeurt middels het tonen van berouw.
  • De letterlijke reiniging is op zijn beurt op te delen in twee categorieën:
    • Het wegnemen van onreinheden door lichaam, kleding en gebedsplaats met schoon water te wassen.
    • Het opheffen van een toestand die de persoon belet om het gebed te verrichten, zoals het hebben van geslachtsgemeenschap. Dit gebeurt door de Woedoe’ (kleine wassing), Ghoesl (grote wassing) en Tayammoem (wassing met aarde).

Het reinigingsmiddel

Het zich reinigen gebeurt met twee zaken:

  1. Schoon water dat niet vermengd is met iets anders, ongeacht of dit iets reins of onreins is. Voorbeelden van schoon water zijn regen, bronwater, rivierwater, ijswater en zeewater. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En Wij zonden rein water vanuit de hemel.”

(Soerat al-Foerqaan: 48)

  1. Alles wat onderdeel is van de grond, zoals aarde, zand en stenen. De Profeet zei: “De aarde dient voor mij als reinigingsmiddel en gebedsplaats.”

De grond kan alleen als reinigingsmiddel dienen bij het ontbreken van water of het niet in staat zijn om water te gebruiken vanwege ziekte, of iets dergelijks. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En (nader het gebed) niet in staat van Djanaabah, behalve als jullie op reis zijn (en geen water kunnen vinden dan dienen jullie uit te wijken naar Tayammoem), totdat jullie de (grote) wassing hebben verricht. En als jullie ziek zijn of op reis zijn, of (als) iemand van jullie (terug)komt van het toilet (na het doen van de behoefte), of (als jullie) gemeenschap hebben gehad met de vrouwen, en jullie (vervolgens) geen water kunnen vinden, verricht dan Tayammoem met schone aarde en veeg hiermee over jullie gezichten en handen. Waarlijk, Allah is Meest Vergevingsgezind, Meest Genadeschenkend.”

(Soerat an-Nisaa’: 43)

Soorten onreinheden

Het woord onreinheid slaat op alles wat uit de menselijke afscheidingskanalen vrijkomt, zoals ontlasting, urine en voorvocht. Ook de urine en ontlasting van dieren die niet gegeten mogen worden, worden als onreinheid beschouwd. Hetzelfde geldt ook voor kadavers en de huiden daarvan als deze niet gelooid zijn. De Profeet zei: “Elke huid die gelooid is, is daarmee rein geworden.”

(Moeslim)

De etiquette van het toiletteren

De Islam heeft aandacht gegeven aan alle zaken, zo ook aan het brengen van een bezoek aan het toilet. De manieren die hiervoor gelden, zijn:

  • Het zich afzonderen van de mensen. Zo had de Profeet de gewoonte om zich helemaal te onttrekken aan de mensen op een afgelegen plek, en dan pas zijn behoeften te doen.

(Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

  • Niets meenemen naar het toilet waarop de Naam van Allah vermeld staat.
  • Niet praten tijdens het doen van de behoeften.
  • Zich niet met het gezicht of de rug richten tot de Qiblah (gebedsrichting) tijdens het doen van de behoeften. De Profeet zei: “Richt je niet met je rug of gezicht naar de Qiblah tijdens het ontlasten of urineren.”

(al-Boekhaarie en Moeslim)

  • Het vermijden van plaatsen die mensen gebruiken om uit te drinken, zitten of lopen. De Profeet zei: “Pas op voor de twee zaken die aanleiding zijn voor mensen om jullie te vervloeken.” De metgezellen vroegen: “En wat zijn deze twee zaken, o Boodschapper van Allah?” Hij antwoordde toen: “Het doen van je behoeften op de weg (waar mensen lopen) of in de schaduw waarin mensen zitten.”

(Moeslim)

  • Het betreden van het toilet met de linkervoet en het verlaten daarvan met de rechtervoet.
  • Het zeggen van “Bismillaah, Allaahoemma innie acoedhoe bika min al-Khoebthi wal-Khabaa’ith”[3] bij het betreden van het toilet.
  • Het zeggen van “Ghoefraanak”[4] bij het verlaten van het toilet.
[1] Dit is een gesteldheid waarin men verkeert na het hebben van geslachtsgemeenschap of een orgasme.
[2] Dit is een vorm van reiniging met aarde die gehandhaafd wordt wanneer er geen water aanwezig is.
[3] In de Naam van Allah, o Allah, ik zoek toevlucht bij U tegen de mannelijke en vrouwelijke djinn. (al-Boekhaarie en Moeslim)
[4] Vergeef mij (o Allah). (Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)