Een auto stond op afstand van al-Haram (in Medina) met daarin luide muziek op de zevenentwintigste nacht. De nacht waarin Laylat ul-Qadr het meest wordt verwacht.
Ik ging naar de groep jongeren toe en zei: “O jongeren, als jullie niet in staat zijn met de mensen te bidden en smeekbeden tot Allah te verrichten gedurende deze gezegende nacht, dan is het minste dat jullie kunnen doen het harde geluid uitschakelen. Dit geluid uitzetten.” Waarna zij het uitzetten.
Daarna vertelde ik hen deze overlevering. De overlevering van ʿAa’ishah (moge Allah tevreden met haar zijn) met daarin “Allahoemma innaka ʿAfoewwoen toehibb ul-ʿAfwa, faʿfoe ʿannie” (O Allah U bent vergevensgezind, U houdt ervan om te vergeven, vergeef mij dan). Ik vertelde hen: “Herhaal het. Laat het op de punt van jullie tong zijn.”
Daarna vergat ik deze ontmoeting. Vijf of zes jaren later bezocht ik in één van de steden een religieuze organisatie en ontmoette er enkele van degenen die daar werkten. Toen ik klaar was (met het geven van een lezing) kwam er een bebaarde jongeman die oprecht overkwam naast me zitten. Hij vroeg me: “Herinnert u zich de jongeren (van het voorgaande verhaal)?” Waarna hij me dit verhaal herinnerde en vervolgens zei: “Ik ben er één van die nacht en Allah de Verhevene heeft mij die nacht geleid. Ik bleef Allah smeken en herhaalde het totdat mijn borst werd geopend en Allah de liefde voor valsheid en het verbodene vanuit mijn hart verwijderde.” Hij vermeldde dat Allah het uit hem verwijderde.
Herhaal deze grootse smeekbede veelvuldig gedurende de laatste tien (nachten van de Ramadan). En als Allah wil, zal je getuige zijn van goedheid.
Sheikh ʿAbdoer-Razzaaq al-Badr
Uitgetikt audiofragment