Het verheerlijken van het verleden

6284

Het is niet mogelijk om de hedendaagse geleerden te vergelijken met de geleerden van vroeger. De Islamitische context van vandaag de dag, waar dan ook, is namelijk niet te vergelijken met die van vroeger. Het verleden neerzetten als het ideaalbeeld – vanwege de huidige verloedering – dient ons er niet toe te drijven om de geleerden zaken op te leggen die in het verleden slechts door enkele (in tegenstelling tot wat sommigen denken) geleerden werd uitgevoerd.

Vele mensen leveren vandaag de dag kritiek op de geleerden, omdat zij deze wijdverspreide valsheid niet zouden bestrijden, terwijl dit (d.w.z. het niet bestrijden van valsheid) een tekortkoming is aan het adres van iedereen, ongeacht je plek op de maatschappelijke ladder. Ook zouden de geleerden niet het voortouw nemen als het gaat om politieke en sociale beweging binnen de Oemmah. Volgens hen zou dit voor de geleerden wel verplicht zijn, waarbij zij zich berusten op standpunten die sommige vroegere geleerden innamen. Over dit soort fouten struikelt in werkelijkheid alleen degene die enkele passages uit de geschiedenis leest om zichzelf hiermee te verblinden van dat wat hij niet onder ogen wil zien.

Door de eeuwen heen is het nooit zo geweest dat alle geleerden enerzijds de absolute waarheid verkondigden en anderzijds de weg versperden voor valsheid. Dan is het ook logisch dat zij niet allemaal het voortouw namen in het aansturen van de mensen of dat zij politiek actief waren om kwaad tegen te gaan. Wanneer dit soort fanatiekelingen spreken over Imam Ahmad en zijn beproevingen ten aanzien van de kwestie “de schepping van de Koran”, dan spreekt de geschiedenis over het feit dat slechts een klein aantal geleerden de waarheid hierin spraken en het gros van de geleerden – waaronder grootheden die wij tot op heden hoog hebben zitten – wel gehoor hebben gegeven aan deze roep[1] en hiermee kozen voor hun veiligheid. En wanneer zij spreken over de standpunten die Sheikh ul-Islaam ibn Taymiyah innam tegen de Tataren hoe hij de menigte op sleeptouw nam, dan spreekt de geschiedenis over het feit dat het leeuwendeel van de geleerden in die tijd de benen hadden genomen, zichzelf hadden overgegeven of valsheid verkondigden in de vorm van het uitvaardigen van verdicten. Hierbij gaat het om geleerden die wij tot op heden respecteren en ons voordeel doen met de boeken die zij op hun naam hebben staan.

Kortom, wij kunnen in deze tijden van tumult waarin wij leven niet verwachten dat alle geleerden zoals de twee Ahmads[2] zijn. Dit was immers in hun tijd ook niet het geval, terwijl die tijd op verschillende facetten vele malen beter is dan de tijd waar wij nu in leven.

Maar stel dat er nu wordt gezegd: “Wij verwachten niet dat alle geleerden (vandaag de dag) in deze verheven hoedanigheid verkeren, maar op z’n minst een enkeling…”, dan is het antwoord hierop:

Het is onrechtvaardig om te denken dat deze tijd geen geleerden heeft voortgebracht die de waarheid verkondigen. Integendeel! Degenen die hier kennis over hebben, weten dit. En degenen die hier geen kennis over bezitten, zijn hier onwetend over. Echter is er wel een verschil tussen toen en nu:

Tegenwoordig verwacht men alles van die ene geleerde, terwijl men zichzelf slechts beperkt tot het aannemen van een negatieve en destructieve houding, en tot het leveren van bittere kritiek.

Sheikh al-Bashier ʿIsaam al-Moeraakoeshie
(bron: artikel ‘Waar zijn de geleerden’)

<<< Vorig deel

[1] De roep om te verkondigen dat de Koran niet het Woord is van Allah, maar een schepsel van Hem.

[2] Ahmad ibn Hanbal en Ahmad ibn Taymiyah