Het vegen over de sokken

12446

Als een ingezetene sokken of iets soortgelijks draagt, dan mag hij voor de duur van één dag en één nacht erover vegen. De reiziger mag voor de duur van drie dagen en drie nachten over de sokken vegen.

Als voorwaarde geldt:

1. Dat de sokken worden aangetrokken na het verrichten van de woedoe.

2. Het vegen is alleen toegestaan in geval van een kleine hadath1.

Anas overlevert: “Als één van jullie de woedoe verricht en vervolgens zijn sokken aantrekt, dan kan hij in het vervolg er overheen vegen en het gebed ermee verrichten. En hij hoeft ze niet uit te trekken als hij dit niet wil, alleen als hij in een staat van djanaabah geraakt.”

(Al-Haakim)

Het vegen over de sokken gebeurt door over de bovenkant hiervan te vegen.

Dit op basis van de uitspraak van cAli ibn Aboe Talib: “Indien de godsdienst was gebaseerd op meningen, dan zou de onderkant van de sok eerder schoongeveegd moeten worden in plaats van de bovenkant. Waarlijk ik zag de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) over de bovenkant van zijn sokken vegen.”

(al-Ierwaa’ van Sheikh al-Albaani)

1. De letterlijke betekenis van hadath is gebeurtenis. In fiqh-termen wordt er het volgende mee bedoeld: winden, toiletteren, zaadlozing of gemeenschap. Winden en toiletteren zijn van de kleine hadath en kunnen opgeheven worden door de woedoe. Gemeenschap, zaadlozing, menstruatie en kraambloed zijn van de grote hadath en kunnen opgeheven worden door de ghoesl (grote wassing).