Het gebed geniet een verheven positie binnen de Islam. Dit wordt nog eens duidelijk gemaakt door de volgende zaken:
De Islam kan niet zonder het gebed, want het gebed is de steunpilaar van dit geloof. Moecaadh ibnoe Djabal heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “De hoofdzaak (belangrijkste deel) is de Islam en zijn steunpilaar is het gebed …”
En als de steunpilaar instort, dan zal ook datgene wat daarop berust ineenzakken.
Het gebed is het allereerste waarover men rekenschap moet afleggen. De rest van de daden is afhankelijk van het gebed. Anas ibnoe Maalik heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Het allereerste waarover een dienaar rekenschap moet afleggen op de Dag der Opstanding is het gebed. Blijkt dit (het gebed) goed te zijn, dan zal de rest van zijn daden ook goed zijn. Blijkt dit (het gebed) echter slecht te zijn, dan zal de rest van zijn daden ook slecht zijn.”
Het gebed zal als laatste onderdeel van het geloof verdwijnen. Zo zegt de profeet vrede zij met hem in een overlevering: “Het eerste wat uit de mensen wordt weggehaald is al-Amaanah (betrouwbaarheid) en als laatste blijft het gebed over …”
Het was het laatste advies van de Profeet (vrede zij met hem) aan zijn gemeenschap voor zijn dood. Oem Salamah heeft overgeleverd dat tot de laatste adviezen van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) het volgend behoorde: "Het gebed, het gebed en degenen die aan jullie in eigendom toebehoren…”
Allah prijst degenen die het gebed onderhouden en hun familie aanmanen tot het verrichten ervan. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En vertel in het Boek over Ismaciel: hij was trouw aan zijn beloften en hij was een Boodschapper, een Profeet. En hij placht zijn familie het gebed en de zakaat te bevelen en hij vond welbehagen bij zijn Heer.”
Allah misprijst degenen die het gebed niet onderhouden en lui zijn in het verrichten ervan. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Maar na hen volgden andere generaties, die de salaat achterwege lieten en de begeerten volgden. Daarom zullen zij verlies tegemoet zien.”
“Voorwaar, de huichelaars proberen Allah te misleiden, en Hij vergeldt hun (misleiding). En wanneer zij in het gebed staan, staan zij er lui bij, om door de mensen gezien te worden. En zij gedenken Allah slechts weinig.”
Allah heeft het gebed niet via Djibriel (vrede zij met hem) en niet op de aarde als plicht opgelegd. Het gebed is namelijk zonder tussenkomst van iemand en van boven zeven hemelen als plicht opgelegd in de nacht van al-Israa’ (nachtreis).
Omdat het gebed zeer geliefd is bij Allah, werd er in eerste instantie vijftig gebeden als plicht opgelegd. Maar dankzij de vergevensgezinde Barmhartigheid van Allah jegens Zijn dienaren werd dit aantal uiteindelijk gereduceerd tot vijf, terwijl de beloning ongewijzigd is gebleven. Wij worden nog altijd naar vijftig gebeden beloond.
Als Allah de daden van de geslaagden opsomt in de Koran, dan begint en eindigt Hij met het gebed. Allah zegt (interpretatie van de betekenis) :
“Waarlijk, de gelovigen slagen. Degenen die nederig zijn in hun gebed. En degenen die nutteloos gepraat vermijden. En degenen die de zakaat betalen. En degenen die hun kuisheid bewaken. Behalve tegenover hun echtgenotes en degenen die aan hen in eigendom toebehoren, dan worden zij niet verweten. Maar wie meer dan dat wensen: zij zijn degenen die de overtreders zijn. En degenen die goed zorgen voor wat hen is toevertrouwd en voor hun beloften. En degenen die hun gebed onderhouden.”
Allah draagt de profeet (vrede zij met hem) en zijn volgelingen op om hun familie aan te manen tot het gebed. Allah zegt (interpretatie van de betekenis) :
“En beveel jouw familie het gebed te verrichten en volhard daarin.”
Ook heeft cAbd Allah ibnoe cOmar overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Draagt jullie kinderen op tot het gebed op hun zevende en tucht hen op hun tiende (als zij het gebed dan niet verrichten) en scheidt hun slaapplaatsen van elkaar.”
Hij draagt degene op die zich heeft verslapen of vergeetachtig is, het gebed in te halen. De profeet (vrede zij met hem) zei: “Hij die een gebed vergeet of zich heeft verslapen dient als boetedoening dit gebed te verrichten (op het moment dat) hij het zich herinnert.”