Islamitisch trouwen in Nederland

105516

Een aantal dagen geleden hebben we samen met andere moskeeën en imams een persbericht geplaatst over religieuze huwelijken. Hierin gaven wij te kennen dat een huwelijk in de moskee of bij een imam pas plaatsvindt als de betrokken partijen als getrouwd geregistreerd staan bij de burgerlijke stand. Dit omdat de moslim in Nederland vanuit de wet verplicht is om dit te doen en om de rechten van de betrokkenen te beschermen.

Naast de vele positieve reacties, ontvingen wij ook enkele vragen van mensen die meer wilden weten over het persbericht. Sommigen plaatsten hun bedenkingen bij het bericht en anderen stelden zelfs dat het in strijd is met de Islam. Vandaar dat wij het nodig achten om het een en ander te verduidelijken:

Ten eerste willen wij duidelijk maken dat het spreken namens de Islam geen publiek domein is, maar ondergebracht wordt bij mensen met religieuze kennis en het vermogen om een inbeelding te kunnen maken van de werkelijkheid om het juiste oordeel over zaken te kunnen vellen. Ook is het geen kwestie van wie het hardst schreeuwt en schopt, maar wie het meest onderbouwde verhaal vertelt.

Ten tweede willen wij tegen de mensen zeggen dat het reageren op dit soort onderwerpen vanuit een objectief en bedachtzaam perspectief moet gebeuren; en niet vanuit emoties of ingesleten wrok naar iemand toe. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En laat de haat van een volk jullie er niet toe leiden om niet rechtvaardig te zijn. Wees rechtvaardig, dat is dichter bij godsvrucht. En vrees Allah. Waarlijk, Allah is op de hoogte van dat wat jullie (in het verborgene) doen.”

(Soerat al-Maa’idah: 8)

Ten derde moeten wij vaststellen dat de meerderheid van degenen die vooraan lopen wat betreft het bekritiseren van het bericht, mensen zijn die zelf bijgedragen hebben aan het probleem. Sommigen van hen sloten dit soort huwelijken, anderen trouwden op deze manier en anderen weer stimuleerden mensen hiertoe. Om een gedegen oordeel te kunnen maken over deze kwestie, is het belangrijk om niet vanuit de eigen positie te oordelen. Maar juist vanuit de positie van de vele zusters die slachtoffer hiervan zijn geworden.

Ten vierde willen wij tegen degene zeggen die zich niets aantrekt van dit bericht en dat als hij willens en wetens dit soort huwelijken blijft sluiten, de gevolgen voor zijn rekening zijn. En dan hebben we het niet alleen over de strafrechtelijke aansprakelijkheid, maar vooral over de schrijnende situaties die als gevolg hiervan ontstaan. We hebben door de jaren heen afschuwelijke verhalen gehoord van vrouwen die als hangend achtergelaten worden, noch gescheiden noch getrouwd. En het ergste van alles is dat wanneer deze vrouwen voor hulp bij diezelfde imams aankloppen die hun hebben getrouwd, dat zij dan niet thuis geven. Of zeggen zij dat zij geen autoriteit zijn en dus niets voor hen kunnen betekenen. Wel een ‘autoriteit’ als het op trouwen aankomt, maar niet als er problemen opgelost moeten worden.

Ten vijfde zouden wij volgens sommigen met dit bericht alle gesloten huwelijken in moskeeën nietig verklaren. Deze uitspraak is een mooi voorbeeld van ‘lezen wat er niet staat’. Wij hebben ons in het bericht niet uitgelaten over de correctheid van de islamitische huwelijken. De uitspraak gaat over het zich houden aan de regelgeving, en dus eerst het huwelijk registreren bij het ambtelijke apparaat en dan pas bij de imam.

Ten zesde willen wij aangeven dat als een huwelijk voldoet aan de islamitische voorwaarden en geen zaken zijn die het huwelijk beletten, het huwelijk correct is. Afgezien van waar het plaatsvindt of wie het schriftelijk vastlegt. De voorwaarden waar een islamitisch huwelijk aan moet voldoen zijn:

  • Instemming van de bruid en de bruidegom.
  • Instemming van de voogd.
  • De aanwezigheid van twee getuigen.
  • Het (mondeling) weggeven van de bruid door de voogd en de aanvaarding door de bruidegom.

Ten zevende moeten wij zeggen dat het ons niet tot tevredenheid stemt om te zien hoe tegenstellingen, wanorde en gebrek aan respect en manieren zich meester maken van sommige moslims. Reageren op elkaar mag, maar neem daarbij de islamitische fatsoens- en beleefdheidsnormen in acht. Ook het verzoek aan mensen van kennis om niet op alle reacties serieus in te gaan. De meeste reacties komen voort uit onwetendheid en slechte opvoeding. En zoals imam Ibnoe Hazm zei: “Als de onwetende persoon zich stil houdt, dan zal het verschil in mening klein zijn.”

Ten achtste verbazen wij ons over de uitspraken van degenen die zeggen dat een moslim zich niets hoeft aan te trekken van de Nederlandse wet. Terwijl allerlei unies en commissies van internationale moslimgeleerden zich hierover duidelijk hebben uitgesproken. Ook op individuele basis vinden wij een overvloed van fatwa’s van vroegere en recente moslimgeleerden waarin zij te kennen geven dat wanneer een moslim in een niet-moslim land verblijft, hij zich aan de regelgeving van het land moet houden. Het krijgen van een verblijfsstatus wordt volgens hen beschouwd als een ‘cAhd Amaan’, oftewel een beschermingsverdrag. De moslim heeft dit verdrag te respecteren.

Het nakomen van de gemaakte afspraken vindt haar oorsprong in de traditie van onze Profeet (vrede zij met hem). Toen de metgezel Hoedhayfah naar de Profeet (vrede zij met hem) kwam en vertelde dat hij de tegenpartij had beloofd om niet tegen hen te strijden, beval de Profeet (vrede zij met hem) hem om zich aan zijn afspraak te houden.[1] Ook wanneer een aantal moslims uit handen van Qoeraysh wist te ontsnappen en naar Medina vluchtten, heeft de Profeet (vrede zij met hem) geweigerd om hun onderdak te verlenen omdat hij die afspraak had gemaakt met Qoeraysh. [2]

Imam ash-Shaaficie (767-820) werd gevraagd over het gaan naar een niet-moslim land, waarna hij zei: “Als zij (niet-moslims) hem (moslim) toegang bieden tot hun land, en zij hebben macht over hem, dan moeten zij veilig zijn voor hem (d.w.z. hij moet hen geen kwaad berokkenen). Zelfs als hij dit niet mondeling heeft toegezegd (…) Hij mag ze dan niet doden of misleiden.”[3] Ook zei imam Ibnoe cAbdil-Barr (978-1071): “Alles wat de tegenpartij (niet-moslims) als onderdeel beschouwt van het beschermingsverdrag dat zij met de moslim zijn aangegaan, ongeacht of het een uitspraak, gebaar of toestemming betreft, moet de moslim nakomen.”[4]

Ten negende moeten wij duidelijk maken dat het niet waar is wat sommige proclameren, namelijk dat de persoon in strijd handelt met de Islam als hij eerst het huwelijk bij de burgerlijke stand laat registreren en daarna pas bij de imam. Het volgen van deze procedure druist niet in tegen de regels van de Islam. Wij hebben de afgelopen dagen de inhoud van ons bericht ook voorgelegd aan verschillende grote geleerden in het buitenland. Zij bevestigden allemaal ons verhaal en drukten de moslims op het hart om zich aan de regelgeving te houden.

Ten tiende willen wij verduidelijken waarom het contractueel vastleggen van het huwelijk bij de burgerlijke stand ook een ander voordeel met zich meebrengt, namelijk het beschermen van de rechten van het echtpaar. Uit eigen ervaring kunnen wij zeggen dat op dit moment de noodzaak erg groot is om de rechten van echtparen in bescherming te nemen, en in het bijzonder de rechten van de zusters. Wij leven in een tijd waarin het fatsoen, de beschaving en goede zeden soms ver te zoeken zijn onder getrouwde stellen. Het registreren van het huwelijk bij het ambtelijke apparaat kan als ‘stok achter de deur’ fungeren tegen mensen die zich misdragen.

De metgezel cOethmaan (moge Allah tevreden met hem zijn) zei: “Allah dwingt met (de macht van) het gezag zaken af die (soms) niet met (de vermaning van) de Koran worden afgedwongen.”[5] Via het ambtelijke apparaat kunnen rechten en plichten worden afgedwongen, onrecht worden tegengegaan en onbehoorlijkheden worden voorkomen. Denk daarbij aan zaken zoals beëindiging van een huwelijk, erkenning van kinderen, alimentatie- en omgangsregeling, valsheid in geschriften, onrechtmatige beslaglegging op andermans eigendommen en vele andere zaken die hier in Nederland tussen moslimmannen en –vrouwen plaatsvinden.

Ten elfde zijn wij bezig om via de officiële wegen contact te leggen met de autoriteit om samen op zoek te gaan naar duurzame oplossingen voor dit probleem.

Tot slot willen wij zeggen dat dit schrijven van ons voortkomt uit een godsdienstig gemoed. Wij streven hiermee naar het Welbehagen van onze Heer, het realiseren van rechtvaardigheid en het naleven en beschermen van rechten en plichten. Ook willen wij hiermee een einde maken aan de wantoestanden die onze gemeenschap overheersen op het gebied van huwelijken, en onze taak als moskeeën en imams naar getrouwheid vervullen.

Als er mensen zijn die nog steeds vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van ons artikel, dan kunnen ze ons contacteren voor uitleg en opheldering. Wij hebben het bericht gepubliceerd en wij weten wat wij daarmee bedoelen. Dat hoeft echt niemand anders voor ons te doen. Pas op dat je niet voor een ander gaat invullen wat zijn intentie is: ‘ze zouden dit wel hebben gedaan om de overheid tevreden te stellen, omdat ze geld hebben gekregen, omdat ze bang zijn, enz.’ Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En volg niet datgene waar jij geen kennis over hebt. Voorwaar, het gehoor en het gezichtsvermogen en het hart: deze zullen allemaal daarover ondervraagd worden.”

(Soerat al-Israa’: 36)

Commissie Religieuze Zaken Stichting as-Soennah

[1] Moeslim.
[2] Al-Boekhaarie.
[3] Al-Oemm, boekdeel 4 blz. 164.
[4] Al-Istidhkaar, boekdeel 5, blz. 35.
[5] At-Tamhied.