-
Wij komen pas iemands huis binnen, als wij daar toestemming voor hebben gekregen.
-
Wij kloppen rustig op iemands deur. Wij doen dit niet meer dan drie keer.
-
Wanneer de bewoner van het huis vraagt wie er klopt, zeg dan: “Mijn naam is …” En zeg niet: “Ik.”
-
Als wij toestemming hebben gekregen om binnen te komen, groeten wij als eerst met de Salaam en kijken wij uit respect naar beneden.
-
Wij komen ook niet zonder toestemming binnen in de kamer van onze ouders. Vooral niet op de volgende drie momenten: Voor salaat al-Fadjr, tijdens hun middagdutje rond adh-Dhohr en na salaat al-cIshaa’.
Manieren van het brengen van een bezoek
19 augustus 2007
ยท
Leestijd: < 1 minuut