De jongeren van de spelonk

27854

Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden en vrede en zegeningen zij met de meest geëerde der Boodschappers.

O mensen, de ongelovigen onder de Qoeraysh verzamelden zich in de Heilige moskee op de dag dat de Profeet (vrede zij met hem) van de Leiding gestuurd werd. Iemand onder hen zei: “Wat vinden jullie van deze man die beweerd dat hij een Profeet is?”

An-Nadhr ibnoe Haarith zei: “Ik zie geen andere optie dan dat wij naar de Joden in Medina gaan om hen een aantal vragen te stellen die wij hem kunnen voorleggen. Als hij de waarheid spreekt, dan zullen we hem volgen. Liegt hij daarentegen dan zullen we hem verjagen.”

Er werd tegen hem gezegd: “Ga jij met cOeqbah ibn abi Moeciet.”

De twee leugenachtige, zondige, onrechtvaardige, brute mannen vertrokken naar de schriftgeleerden onder de Joden te Medina. Ze vertelden hen over de Boodschap van de Profeet (vrede zij met hem) en vroegen: “Geef ons uit jullie boeken iets waarover wij hem kunnen vragen. Als hij de waarheid spreekt, dan zullen we hem volgen. Liegt hij daarentegen, dan zullen we hem verjagen.”

De schriftgeleerden onder de Joden zeiden: “Als jullie naar hem terugkeren in Mekka, vraag hem dan over de volgende drie zaken.”

  1. Vraag hem over de jongeren aan wie de tijd voorbij is gegaan. Jongeren uit eerdere tijden. Waar zijn ze naartoe gegaan en waar liggen zij verborgen?
  2. Vraag hem over één van de koningen die heerste over het Oosten en het Westen.
  3. En vraag hem over de ziel.

Zij vertrokken en verzamelden zich bij de Boodschapper (vrede zij met hem).

“Wij zullen je over drie zaken vragen,” zeiden ze. Waarop hij (vrede zij met hem) antwoordde: “Noem me jullie vragen.” En zij vroegen hem over de jongeren, de koning en de ziel. Hij (vrede zij met hem) zei: “Geef me tot morgen en morgen zal ik jullie antwoorden.” Maar wat hij niet zei was inshaa’Allah. Zou hij dit hebben gezegd, dan was Djibriel (vrede zij met hem) zeker nedergedaald de volgende dag met een openbaring uit de hemel.

De volgende dag verzamelden ze zich en riepen de Profeet (vrede zij met hem). De Profeet (vrede zij met hem) kwam, bedroefd en beschaamd vanwege het feit dat de openbaring niet tot hem was gekomen. Dit was natuurlijk vanwege het feit dat hij geen inshaa’Allah zei.

Hij zei: “Geef mij uitstel.” Waarna zij hem voor een periode van vijftien dagen bespotten. Na deze vijftien dagen daalde Djibriel (vrede zij met hem) neder met het ware Woord uit de hemel. Laten wij aandachtig luisteren naar Allah, de Verhevene, naar zijn antwoord op deze drie vragen. Hij zegt (interpretatie van de betekenis):

“Of denk jij (O Mohammed) dat de bewoners van de grot en de Raqiem verbazingwekkend waren onder Onze Tekenen? Toen de jongeren een schuilplaats in de grot zochten, zeiden zij: ,,O onze Heer, schenk ons van Uw Zijde Barmhartigheid en bereid ons een rechte weg voor onze zaak. En toen brachten Wij in de grot een sluier over hen aan (zodat zij sliepen), voor een bepaald aantal jaren. Vervolgens wekten Wij hen op, opdat Wij deden weten welke van de twee groepen het beste was in het berekenen van hoelang zij daar verbleven.” (Soerat al-Kahf: 9-12)

Ibn Kathier zei: “Dit is een samenvatting van het verhaal en weldra volgt de uiteenzetting.”

Zij waren jongeren die leefden in vergane tijd onder de heerschappij van een koning die atheïstisch en onrechtvaardig was. Deze jongeren trokken erop uit tijdens een dag van festiviteiten en zagen dat hun volk afgodsbeelden aanbaden en hiervoor prosterneerden. Zij zochten toenadering tot stenen die niet baten noch schaden. Allah wenste de harten van deze jongeren opnieuw tot leven te brengen.

“En wie dood was, en die Wij daarna tot leven brachten en voor wie Wij een licht maakten, waarmee hij onder mensen rondgaat, is hij te vergelijken met hem die in de duisternissen verkeert, waar hij nimmer uit kan komen?” (Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Ancaam: 122)

Eén van de jongeren die nog niet de leeftijd van volwassenheid had bereikt stond op en zei: “Dit zijn misleidingen, leugens en verzinselen over Allah, dat wij deze afgoden dienen te aanbidden in plaats van Allah.”

Wie is het die de hemel heeft opgetrokken? Wie heeft de aarde effen gemaakt? Wie heeft de hemellichamen geschapen en de sterren geschapen? Is dit iemand anders dan Allah?

Hij zocht zijn plek onder de schaduw van een boom toen er een andere vriend van hem aan kwam lopen wiens hart door Allah ook was vervuld met het geloof, zoals Allah het hart van zijn vriend vervuld had.

De derde kwam, daarna de vierde, vijfde, totdat ze uiteindelijk met z’n zevenen waren. Allen waren ze verenigd in de gedachte dat dit een afgedwaalde daad was en zij zeiden (interpretatie van de betekenis):

“Dit volk van ons heeft naast Hem een god genomen, hadden zij daarvoor geen duidelijk bewijs naar voren kunnen brengen.” (Soerat al-Kahf: 15)

Toen zij zich van de mensen afwendden en van datgene wat de mensen naast Allah aanbaden, schonk Allah hen een duidelijke uitweg. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En als jullie je van hen (de ongelovigen) afwenden en wat zij aanbidden, behalve Allah, zoek dan bescherming in de grot en jullie Heer zal Zijn Barmhartigheid over jullie uitspreiden, en voor jullie in jullie zaak gemak brengen.” (Soerat al-Kahf: 16)

Wonderbaarlijk! De grot werd voor hen uitgestrekter dan de paleizen, wijder dan de overige luxe vertrekken met hun tuinen, velden en pleinen. Dit omdat de paleizen waar geen geloof in verblijft een duister en leeg paleis is. Zij vertrokken en namen hun intrek in de grot. En de hond van de koning volgde hen.

Een hond wanneer hij de beste onder de mensen volgt, dan wordt hij zelf edel en genoemd door de Koran. En de ‘edele’ wanneer hij omgaat met de slechtste onder de mensen, dan wordt hij als een hond.

De hond ging naar binnen, nam zijn plaats bij de opening van de grot en waakte over hen, omdat de engelen niet binnengaan in de plaats waar een hond zich bevind. En wat betreft de jongeren; hun harten werden versterkt toen zij hun volk en geliefden achter hadden gelaten. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En Wij versterkten hun harten toen zij opstonden, en zeiden: ,,Onze Heer, Heer van de hemelen en de aarde, nooit zullen wij een god naast Hem aanroepen: anders zouden wij een enorme leugen uitgesproken hebben!” (Soerat al-Kahf: 14)

Vervolgens spraken ze over de Eenheid van Allah, alsof zij zich in een bijeenkomst van kennis bevonden, zeggende (interpretatie van de betekenis):

“Dit volk van ons heeft naast Hem een god genomen, hadden zij daarvoor geen duidelijk bewijs naar voren kunnen brengen? En wie is er onrechtvaardiger dan degene die over Allah leugens verzint?” (Soerat al-Kahf: 15)

Oftewel, er is niemand onrechtvaardiger dan degene die naast Allah goden aanbidt. Toen hun gesprek eindigde, deed Allah hen overmannen door slaap, waarna zij in slaap vielen (interpretatie van de betekenis van Soerat al-Kahf: 18):

“En jij zou gedacht hebben dat zij wakker waren, terwijl zij sliepen.” Hun ogen waren open voor een periode van driehonderd en negen jaren! Verheven zij Allah! “En Wij draaiden hen op hun rechterkant en op hun linkerkant.” Zodat zij niet gegeten zouden worden door de aarde en hun lichamen aangetast zouden worden. “En hun hond lag uitgestrekt met zijn voorpoten op de voorgrond.” Kijk naar deze mooie voorstelling. “Als jij hen zou zien, had jij hen de rug toegekeerd, vluchtend, en jij zou met angst voor hen vervuld zijn.” Dit vanwege de ontzag voor deze voorstelling en vanwege de Wijsheid van Allah. Op deze wijze hield Allah eenieder die naar hen zocht van hun familie, broeders en stamgenoten van hen af.

Dit duurde voort voor de periode van driehonderd en negen jaren, totdat Allah de tijd hiervan deed ophouden en zij wakker werden gemaakt.

“En zo wekten Wij hen op, opdat zij elkaar zouden ondervragen.” (Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Kahf: 19)

De meerderheid van hen zei dat ze een hele dag daar hadden doorgebracht. Een ander zei weer een halve dag. De geleerden zeiden: “Zij sliepen in de ochtend en werden wakker in de namiddag, waardoor zij dachten dat ze één dag hadden geslapen.”

Zij zeiden (interpretatie van de betekenis van Soerat al-Kahf: 19):

“Stuurt één van jullie met deze zilveren muntstukken van jullie naar de stad.” Om voor ons voedsel te kopen van de markt. En zij waren verstandig door te zeggen: “En laat hem zachtmoedig zijn.” Om zodoende niet onnodig de aandacht te trekken.

Eén van hen vertrok met die zilveren muntstukken die zes koningen terug waren vervaardigd en alles was ondertussen veranderd: de stad, wegen, pleinen, muntstukken, munteenheden en bovenal de mensen. Hij kwam de stad binnen en toen hij zag dat dit geheel veranderd was, vroeg hij zichzelf af: “Ben ik wakker of droom ik?”

Hij vond wat kooplieden die etenswaar verkochten en hij vroeg: “Geef mij iets te eten voor dit geld.”

Hierop antwoorden zij: “Maar dit zijn munten uit de tijd van koning Decianus. Er zijn hier driehonderd en negen jaren aan voorbij gegaan! Hoe ben je hier aan gekomen?”

Hij antwoordde: “Ik leef in de tijd van koning Decianus en er is slechts één dag aan mij voorbij gegaan!”

Zij zeiden toen: “Je liegt. Jij bent werkelijk bezeten.”

Waarna de mensen zich verzamelden en de zaak van begin tot eind werd voorgeleid aan de koning. Hierop vertrokken zij naar de grot en toen zij deze naderden zei de jongeman: “Wacht een ogenblik, ik zal de grot binnengaan en hen informeren, zodat zij zich klaar kunnen maken voor het ontvangen van een koning.”

Hij trad binnen, waarna Allah hen deed overvallen door de dood. Even later, traden de koning en zijn gevolg binnen en troffen hen dood aan.

“Opdat zij weten dat de belofte van Allah Waarheid is en dat er geen twijfel aan het Uur is.” (Interpretatie van de betekenis van Soerat al-Kahf: 21)

Deze jongeren werden geleid door Allah en zij vonden de Leiding daar in de grot waar zij deze niet konden vinden in hun paleizen, vooraanstaande positie, reputatie, noch in hun bezittingen of nageslacht.

Beste moslims, uit het verhaal van deze jongeren is een aantal leerpunten te halen dat van belang is voor de moslim in deze tijd.

1. Allah licht ons niet in over bijzaken inzake dit verhaal, zoals de kleur van de hond, zijn naam en dergelijke. Dit is namelijk slechts tijddodend, zonder enig voordeel. Dit bevat een les voor de moslims om zich alleen bezig te houden met zaken waar ze kennis over hebben en waar zij voordeel aan hebben, in dit wereldse leven en in het Hiernamaals.

2. Verder bevat het een opmerking aan het adres van de Profeet (vrede zij met hem) om nergens over te zeggen dat hij dit in de toekomst zal doen, behalve nadat hij dit heeft gekoppeld aan de Wil van Allah. Dit op basis van de Woorden in dezelfde Soerah (interpretatie van betekenis):

“En zeg zeker over niets: ,,Waarlijk, dat zal ik morgen doen.” Behalve als Allah dat wil.” (Soerat al-Kahf: 23-24)

Als dit is gericht aan de Profeet (vrede zij met hem), dan is dit nog meer van toepassing op de gewone moslim.

3. Het ruim hebben of beperkt zijn in dit wereldse leven dient niet gekoppeld te worden aan het leven in een paleis of andere luxe verblijven. Het ruim hebben of juist beperkt zijn in middelen is daarentegen een toestand van het hart. Het kan zo zijn dat een persoon wellicht leeft in een prachtig paleis, maar dat zijn hart nauwer aanvoelt dan het oog van een naald.

En een ander kan weer in een grot leven of in een klein huis, terwijl zijn borst en hart uitgestrekter zijn dan de woestijn.

4. Het geloof dient gezocht te worden. En wie er naar op zoek gaat, zal het vinden. Het staat geheel los van bezit, handel of welke andere wereldse zaak. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En degenen die omwille van ons streven, die zullen Wij zeker Leiding schenken op Onze Wegen.” (Soerat al-cAnkaboet: 29)

5. Het vluchten voor beproevingen ter behoud van het geloof is een vereiste voor de gelovige. Vandaar dat de Profeet (vrede zij met hem) ook heeft gezegd: “Weldra zal er een tijd aanbreken dat het beste voor een persoon zal zijn om schapen te hebben die hij volgt tot de toppen van de bergen en plaatsen waar regen valt, hiermee vluchtend omwille van zijn geloof voor de beproevingen.” (al-Boechari)

6. Deze godsdienst wordt overgenomen aan de hand van Openbaring en niet aan de hand van vertellingen, verhalen of fabelen. Noch door het overnemen van cultuur of blindelings gevolg.

Dit waren enkele leerpunten uit dit wonderbaarlijke, meeslepende verhaal en wie hier over nadenkt zal merken dat het een schat aan waardevolle lessen bevat.

En Allah weet het het best en vrede en zegeningen zij met onze Profeet, zijn familie en metgezellen.

cAa’idh al-Qarniy

Li shabaabi khaasah, blz. 37

Privé: De jongeren van de spelonk

721