Samenvatting Nederlandstalige Conferentie 2017

4711

In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de Meest Genadevolle. Alle lof zij Allah de Heer der werelden en vrede en zegeningen zij met de Boodschapper van Allah, zijn familie en metgezellen.

In de periode van 24 tot en met 26 februari 2017 werd er bij stichting as-Soennah een Nederlandstalige Conferentie gehouden met als titel “Mijn ʿAqiedah: zo geloof ik.”. Hieronder vind je samengevat de belangrijkste punten van deze conferentie:

  1. Het belang van het voorzien van de juiste kennis over het pad van de Profeet (vrede zij met hem) en zijn metgezellen, dat tevens het pad is van alle grote imams.
  2. Het pad van Ahl us-Soennah wal-Djamaaʿah is gebaseerd op:
    – Het toewijden van de aanbidding aan Allah en Hem geen deelgenoten toekennen.
    – Het volgen van de Profeet (vrede zij met hem).
    – Het niet nemen van tussenpersonen in hun aanbidding naar Allah toe, geen nabije Engel, gezonden Profeet of rechtschapen persoon.
    – Het aanbidden van Allah gaat gepaard met het verheerlijken van Allah, Hem beschrijven met de Volmaakte Eigenschappen en vrijwaren van elke tekortkoming.
  3. De vier grote imams: Aboe Haniefah, Maalik, ash-Shaafiʿie en Ahmad waren grote geleerden in Fiqh-kwesties. Maar ook in kwesties die betrekking hebben op ʿAqiedah, goed gedrag en zielsverheffende daden.
  4. Het opbrengen van respect voor de vier grote imams en voor hun deugden en uitspraken. Degene die hen volgt, volgt geautoriseerde imams die beloond zullen worden, ongeacht of zij het bij het rechte eind hadden of niet. Niemand van hen ging opzettelijk in tegen de bewijzen van de Koran en Soennah.
  5. Wie van de moslimgeleerden in sommige zaken afwijkt van het pad van Ahl us-Soennah wordt door de mensen van kennis gecorrigeerd zonder afbreuk te doen aan zijn reputatie.
  6. Het bestuderen van de Namen en Eigenschappen van Allah heeft als doel het versterken van het geloof, het vermeerderen van vrees voor Allah en het naar behoren aanbidden van Hem.
  7. Wij moeten ons hart verruimen voor kwesties die door middel van Idjtihaad (d.w.z. islamitische rechtsvinding) tot stand zijn gekomen. Deze kwesties moeten geen aanleiding zijn voor het slecht bejegenen van elkaar, verdeeldheid, geschillen of haatgevoelens. Zulke meningsverschillen onder deze geleerden bestaan al van oudsher. Dit heeft hen nooit verdeeld of tot heen en weer beschuldigingen van Tabdieʿ geleid.
  8. Het belang van het vroegtijdig opvoeden van jongeren met de juiste ʿAqiedah, hen kennis laten maken met Allah, de Boodschapper en het islamitische geloof en beschermen tegen gevaren die hun geloof bedreigen.
  9. Het spreken over Allah zonder kennis is een grote zonde. Wie een leek is op het gebied van islamkennis, moet zich stil houden en mag zich niet mengen in religieuze discussies.
  10. Spreken over kwesties met betrekking tot Takfier en Tabdieʿ en het beoordelen van mensen is niet weggelegd voor het gewone individu. Deze zaken worden voorgelegd aan moslimgeleerden.
  11. Praktiseren betekent het nakomen van verplichtingen, mijden van verboden en tonen van goed gedrag tegenover de mensen. Allah kijkt naar wat je doet en niet naar wat je zegt te doen.
  12. Islamkennis is een specialiteit van de geleerden. Wie iets niet weet over het geloof, moet daarom de geleerden benaderen.
  13. Het toeschrijven van extremisme en radicalisme aan de methodiek van Ahl us-Soennah, zoals vaak in de media wordt voorgesteld, is op onwaarheden gebaseerd. Dit omdat hun uitspraken, schrijven en werkwijze het tegendeel tonen.

Team al-Yaqeen