Hadith 28: De afscheidspreek

11637

Aboe Nadjieh al-cIrbaad ibnoe Saariyah overlevert:

“De Profeet sprak ons eens toe waardoor de harten sidderden en de tranen plengden. Toen zeiden wij (de metgezellen): ,,O Boodschapper van Allah, dit heeft veel weg van een afscheidspreek. Geef ons daarom advies. Hij zei: ,,Ik adviseer jullie godsvruchtig te zijn, gehoor te geven en te gehoorzamen, zelfs al wordt een slaaf als leider over jullie aangesteld. Waarlijk, wie van jullie (na mij) in leven zal zijn, zal veel verschillen waarnemen. Houdt jullie dan ook vast aan mijn handelswijze en de handelswijze van de rechtgeleide en rechtschapen kaliefen. Bijt jullie erin vast met de (achterste) kiezen en waakt jullie voor nieuwlichterijen. Want waarlijk elke (religieuze) innovatie is een afdwaling.”

(Overgeleverd door Aboe Daawoed en at-Tirmidhi, die zei dat het een goede en authentieke overlevering is.)

Uitleg

“De Profeet sprak ons eens toe.” Een toespraak, oftewel al-Wacdh in het Arabisch is een vorm van aanmaning die gepaard gaat met at-Targhieb (het verroeren van de verlangens) en at-Tarhieb (het beroeren van het gemoed). De Profeet pleegde zij zijn metgezellen van tijd tot tijd toe te spreken, zonder hen hiermee te overstelpen uit angst voor eentonigheid en verveling.

“Waardoor de harten sidderden en de tranen plengden.” Met andere woorden, de harten werden gevuld met angst waardoor er tranen met tuiten werden gehuild.

“Toen zeiden wij (de metgezellen): ,,O Boodschapper van Allah, dit heeft veel weg van een afscheidspreek. Geef ons daarom advies.” Dit omdat een afscheidspreek doorgaans gekenmerkt wordt door doeltreffendheid en effectiviteit. “Hij zei: ,,Ik adviseer jullie godsvruchtig te zijn.”

Dit geeft blijk van de inzicht van de metgezellen, die deze gelegenheid aangrepen om aanbevelingen te mogen ontvangen van de Profeet over het goede. Hij droeg hen op godsvruchtig te zijn. Godsvrucht staat voor het opwerpen van een bescherming tegen de bestraffing van Allah, dit door middel van het verrichten van Zijn geboden en het vermijden van Zijn verboden. Dit behoort tevens tot de Rechten van Allah, de Verhevene.

‘Gehoor te geven en te gehoorzamen.’ Dit wil zeggen, het gehoorzamen van de gezaghebbers. Oftewel, het luisteren naar wat zij zeggen, uitvoeren van datgene wat zij jullie bevelen en vermijden van datgene wat zij jullie verbieden.

‘Zelfs al wordt een slaaf als leider over jullie aangesteld.’ Zelfs al is de gezaghebber een slaaf, dan nog dienen jullie naar hem te luisteren en hem te gehoorzamen. Dit is ook de algemene strekking van het volgende vers:

“O jullie gelovigen, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen met gezag onder jullie.”

(Soerat an-Nisaa’: 59)

‘Waarlijk, wie van jullie (na mij) in leven zal zijn, zal veel verschillen waarnemen.’ Oftewel, wie van jullie een lang leven beschoren is, zal veel verschillen zien. Dit heeft inderdaad plaatsgevonden, zoals de Profeet voorspelde. Zo vonden er veel verschillen in opvattingen plaats in het tijdperk van de overgebleven metgezellen. Waarop de Profeet ons het advies gaf ons te houden aan zijn handelswijze en die van de rechtgeleide en oprechte kaliefen. De kaliefen die de Profeet opvolgden in het voorgaan van zijn gemeenschap wat betreft kennis, aanbidding en predikatie. In het bijzonder de vier vermaarde kaliefen: Aboe Bakr, cOemar, cOethmaan en cAli.

“De rechtgeleide” is een onomstotelijke omschrijving, want iedere rechtgeleide is per definitie van zelfsprekend trefzeker. “Rechtschapen” houdt in dat Allah, de Verhevene, deze persoon heeft geleid naar de Weg van de Waarheid.

‘Bijt jullie erin vast met de (achterste) kiezen.’ Dit is een metaforische uitdrukking waarmee aangegeven wordt dat men zich stevig vast dient te klampen aan de handelswijzen van de Profeet en de rechtgeleide, rechtschapen kaliefen.

Vervolgens waarschuwde de Profeet voor de nieuwlichterijen, zeggende: “waakt jullie voor nieuwlichterijen..” met andere woorden: ik waarschuw jullie voor de religieuze innovaties. Dit zijn zaken die aan de Islam worden toegekend, zonder enig religieus bewijs. Dus toen de Profeet opdroeg om zich te houden aan de Soennah, waarschuwde hij tegelijkertijd voor de religieuze innovaties, zeggende: “Want waarlijk elke (religieuze) innovatie is afdwaling.”

Wat leert deze overlevering ons?

  • De aandacht van de Profeet voor het vermanen van zijn metgezellen. Hij was in staat om middels ontroerende preken de harten te verroeren en de tranen te doen plengen.

  • Het is wenselijk voor iemand die afscheid neemt en op het punt staat zijn broeders te verlaten, om een is het wenselijk dat hij hen predikt met een beïnvloedbare en sterke preek, die als aandenken voor hen zal zijn, dit omdat de preken tijdens het afscheid niet vergeten worden.

  • Het aanbevelen van godsvrucht. Deze aanbeveling is overigens de aanbeveling van Allah voor de eerste voorgangers en de laatste. Dit op basis van de volgende uitspraak van Allah:

“En voorwaar, Wij hebben degenen die de Schrift vóór jullie gegeven was opgedragen, en ook jullie, om Allah te vrezen.”

(Soerat an-Nisaa’: 131)

  • Het aanbevelen om gehoor te geven aan de gezaghebbers en hen te gehoorzamen. Daartoe heeft Allah het bevel gegeven in Zijn volgende Uitspraak:

“O jullie gelovigen, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen met gezag onder jullie.”

(Soerat an-Nisaa’: 59)

  • Dit geldt echter alleen onder de voorwaarde dat er geen opdracht wordt gegeven tot het verrichten van een daad die leidt tot ongehoorzaamheid aan Allah. Mocht de gezaghebber opdracht geven tot het verrichten van een daad die leidt tot ongehoorzaamheid, dan mag men daar geen gehoor aan geven. Er is immers geen sprake van gehoorzaamheid als deze tot ongehoorzaamheid aan Allah leidt. Dit op basis van de volgende uitspraak van de Profeet : “Waarlijk, er kan slechts sprake zijn van gehoorzaamheid indien het (een zaak van) goedheid betreft.”

In het licht van het voorgaande wordt ons duidelijk wat Allah bedoeld met de woorden “O jullie gelovigen, gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de Boodschapper en degenen met gezag onder jullie.” Het betekent namelijk dat gehoorzaamheid aan de gezaghebbers een voorwaardelijke gehoorzaamheid is die inherent verbonden is aan de gehoorzaamheid van Allah en Zijn Boodschapper .

  • De aandacht die de Profeet had voor het vermanen van zijn metgezellen evenals voor het overbrengen van de Islamitische voorschriften. Zijn predikatie was van zo een danige wijze dat dit de harten verroerde.

  • Het is wenselijk dat een prediker effectieve en ontroerende preken houdt. Weliswaar dient hij ervoor te waken geen zwakke of verzonnen overleveringen aan te halen. Sommige predikers kiezen bewust voor zwakke en verzonnen overleveringen onder het mom van het raken van de harten. Terwijl zij vergeten zijn dat de Profeet heeft gezegd: “Wie op mijn autoriteit een overlevering verhaalt, waarvan hij denkt dat deze een leugen is, dan behoort hij tot de leugenaars.” (Moeslim)

  • Als iemand op het punt staat zijn vrienden en broeders te verlaten, dan is het wenselijk om hen aan de hand van een preek te vermanen dit op basis van de volgende woorden: “Dit heeft veel weg van een afscheidspreek.”

  • Het vragen van advies aan de geleerden.

  • Er is geen beter en volmaakter advies dan het advies godsvruchtig te zijn.

“En voorwaar, Wij hebben degenen die de Schrift vóór jullie gegeven was opgedragen, en ook jullie, om Allah te vrezen.”

(Soerat An-Nisaa’: 131)

  • Het advies om gehoor te geven aan de gezaghebbers en hen te gehoorzamen, zelfs al zouden zij slaven zijn. Dit op basis van de volgende uitspraak van de Profeet : “Gehoor te geven en te gehoorzamen, zelfs al wordt een slaaf als leider over jullie aangesteld.”

Dit omdat gehoorzaamheid aan hen de mensen van veel kwaads en anarchie zal behoeden.

  • Het uitkomen van één van de voorspellingen van de Profeet , daar hij gezegd heeft: “Waarlijk, wie van jullie (na mij) in leven zal zijn, zal veel verschillen waarnemen.” Het zich voordoen van meningsverschillen heeft zich inderdaad na de dood van de Profeet plaatsgevonden en is meegemaakt door een groep onder de metgezellen.

  • Men dient zich vast te klampen aan de Soennah van de Profeet . In het bijzonder ten tijde van meningsverschillen en disputen. Vandaar dat hij zei: “Houdt jullie dan ook vast aan mijn handelswijze.”

  • Het waarschuwen voor nieuwlichterijen inzake het geloof. Wat betreft de vernieuwingen in wereldse zaken, deze dienen onder de loep genomen te worden: als deze een voordeel met zich mee brengen, dan is hier niets op tegen.

Betreft het hier echter religieuze innovaties, dan dient hiertegen gewaarschuwd te worden. Dit ter voorkoming van disputen en verdeeldheid van de gemeenschap.

  • Elke religieuze innovatie (bidcah) is een afdwaling. Er bestaat niet zoiets als een goede bidcah, zoals sommigen beweren. Het is juist zo dat religieuze innovaties afdwalingen zijn. Het beschouwen van een religieuze innovatie als iets goeds, kan het gevolg zijn van het volgende: of het betreft hier in werkelijkheid geen religieuze innovatie, terwijl men in de veronderstelling is dat dit wel het geval was, of het betreft hier een innovatie die niet goed is, terwijl men vindt dat dit wel het geval is. Echter, dat iets een religieuze innovatie is en tegelijkertijd als goed wordt beschouwd, is onmogelijk. Dit op basis van de uitspraak van de Profeet : “Want waarlijk elke (religieuze) innovatie is een afdwaling.”