Hoofdstuk 1: De overtuiging van de Sheikh

5532

Hoofdstuk 1: De overtuiging van de Sheikh betreffende de Profeet (vrede zij met hem)

De Sheikh is door zijn tegenstanders beschuldigd met verschrikkelijke aantijgingen aangaande zijn geloof in de Profeet (vrede zij met hem). De beschuldigingen luiden als volgt:
Ten eerste; dat hij niet geloofde dat hij (vrede zij met hem) de laatste der profeten was. De boeken van de Sheikh zijn echter gevuld met weerleggingen betreffende deze misconceptie en geven aan dat deze bewering een leugen is. Enkele voorbeelden zijn:
“Ik geloof dat onze Profeet Mohammed (vrede zij met hem) de zegel der profeten en boodschappers is. En het geloof van een dienaar is niet geldig tot hij gelooft in zijn (vrede zij met hem) boodschapperschap en getuigt van zijn profeetschap.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/32)
“Dus de meest florerende schepsels en degenen die de grootste zegeningen en hoogste graad zullen krijgen, zijn degenen die hem (vrede zij net hem) volgen en zich conformeren aan hem in zowel kennis als daden.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 2/21)
Ten tweede; dat hij de rechten van de Profeet (vrede zij met hem) schendt en hem niet de positie geeft die hij (vrede zij met hem) verdient. Om de waarheid te vinden betreffende deze claim, zal ik enkele uitspraken van hem citeren waarin hij duidelijk verklaart wat zijn overtuiging is aangaande de Profeet (vrede zij met hem):
“Omdat Allah Zijn Tawhied heersend wilde hebben en Zijn religie vervolmaakt, en omdat Hij Zijn Woord het hoogst wilde hebben (…) zond Hij Mohammed (vrede zij met hem). Hij was de laatste der profeten en de geliefde van de Schepper. Hij die bij elke generatie bekend was en vermeld stond in de Thora van Moesaa en de Indjiel van cIesaa. Allah zond deze parel tussen Banoe Kinaanah en Banoe Zahra.
Hij bracht hem naar voren in een tijdperk waar de behoefte aan een Boodschapper groot was en Hij leidde hem naar het meest deugdzame pad. Nog voor hij met de Boodschap werd gezonden, had hij tekenen en indicaties die zijn profeetschap bevestigden. Deze tekenen deden de mensen versteld staan. Allah bracht hem groot op een bijzondere wijze. Dat is waarom hij de meest nobele, de best gemanierde, de vriendelijkste buur, de meest inschikkelijke en de meest waarachtige was. Zodanig dat zijn mensen hem de naam al-Amien (de waarachtige) gaven. Natuurlijk vanwege hetgeen Allah hem had geschonken aan deugdzaamheid en prijzenswaardige karakteristieken.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 2/19,90)
“Hij is de belangrijkste van de voorsprekers en bezitter van de meest prijzenswaardige plaats. Zowel Adam als degenen naast hem zullen onder zijn vlag vallen.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/86)
“De eerste van de boodschappers was Noeh (vrede zij met hem) en de laatste en meest deugdzame van hen was Mohammed (vrede zij met hem).”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/143)
“Hij verhelderde met de meest diepgaande verklaring en hij completeerde en beëindigde deze. Hij was oprecht tegenover iedereen en meedogend en genadig tegenover de gelovigen. Hij verkondigde de Boodschap, vervolmaakte deze taak en streed omwille van Allah. En hij (vrede zij met hem) bad tot Allah, totdat de dood hem trof.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 2/21)
Evenzo vermeldde de Sheikh (moge Allah genadig met hem zijn) dat één van de leerstellingen die van de Profeet (vrede zij met hem) verkregen kan worden, de volgende woorden zijn: “Geen van jullie gelooft werkelijk, totdat ik geliefder ben bij hem dan zijn familie, zijn bezit en de algehele mensheid.” De plicht rust dus om meer van hem te houden dan van jezelf, je familie en je bezittingen.”
(Kitaab at-Tawhied; 108)
Ten derde; de claim dat hij voorspraak van de Profeet (vrede zij met hem) zou verwerpen. De Sheikh reageert op deze misvatting door te zeggen:
“Zij beweren dat wij de bemiddeling van de Profeet (vrede zij met hem) afwijzen. Verheven is Allah van deze grote leugen! In plaats hiervan, getuigen wij bij Allah, dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) de bemiddelaar en de bezitter van de prijzenswaardige plaats is. We vragen Allah, de Meest Vrijgevige, Heer van de Verheven Troon, dat Hij hem toestaat voor ons te bemiddelen en dat Hij ons doet opwekken onder zijn vaandel.”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/63-64)
“Niemand verwerpt de bemiddeling van de Profeet (vrede zij met hem), behalve de mensen van innovatie en dwaling. Echter, de bemiddeling zal niet plaatsvinden, behalve wanneer er toestemming wordt verleend (door Allah) en Hij er tevreden mee is. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“En zij zijn niet van voorspraak, behalve voor wie Hem welgevallig zijn.”
(Soerat al-Anbiyaa’: 28)
En Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Wie is degene die van voorspraak is bij Hem zonder Zijn Verlof?”
(Soerat al-Baqarah: 255)
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 1/13)
De Sheikh verduidelijkt de reden waarom deze valse verklaringen over hem worden verspreid, zeggende:
“Het is de moslims verplicht gesteld om aanbiddingen alleen aan Allah te richten. Dit conform de overvloedige bewijzen uit de Koran en de Soennah. Dit is ook de mening van alle geleerden. Bovendien is het de moslims verboden om te lijken op de Lieden van het Boek die vóór ons kwamen. Zij erkenden namelijk hun priesters en rabbijnen als goden naast Allah. Toen ik deze mensen melding hiervan maakte, zeiden zij tegen ons: “Jij hebt de status van de profeten, de vrome mensen en de Awliyaa’ (vrienden van Allah) verkleind!”
(Ad-Dorar as-Saniyyah; 2/50)
Volgend hoofdstuk >>>