In de Naam van Allah, de Meest Barmhartige, de meest Genadevolle
Bij de hemel met zijn zonnecirkel.
Bij de Beloofde Dag.
Bij een waarnemer en wat waargenomen wordt.
Vernietigd zijn de gravers van de kuilen.
Van vuur met zijn brandhout.
Toen zij bij (het Vuur) zaten.
En zij zijn getuige van wat zij de gelovigen aandoen.
En zij hadden (volgens hen) niets misdaan, behalve dat zij geloofden in Allah,
de Almachtige, de Geprezene.
Degene aan Wie de Heerschappij van de hemelen en aarde toebehoort.
En Hij is over alles Getuige.
Waarlijk, degenen die de gelovige mannen en de gelovige vrouwen kwelden
En daarna geen berouw toonden, voor hen is er dan de bestraffing van de Hel
En voor hen is de bestraffing van het Brand.
Waarlijk, degenen die geloofden en goede daden verrichtten, voor hen zijn er tuinen waar de rivieren onder door stromen. Dat is de grote zege.
Waarlijk, de Bestraffing van jouw Heer is zeker heftig.
Waarlijk, Hij is Degene die begint en herhaalt.
En Hij is de Meest Vergevensgezinde, de Liefdevolle.
Bezitter van de Troon, de Geprezene.
Verrichter van wat Hij wil.
Is het verhaal van het leger tot jou gekomen?
Fircauwn en Thamoed.
Welnee, degenen die niet geloofden verkeren voortdurend in ontkenning.
Terwijl Allah hen omsingelt.
Welnee, het is een Geprezen Koran.
(Behouden) in een Bewaarde Tafel.
Uitleg
‘Bij de hemel met zijn zonnecirkel.’ Oftewel, de hemel met zijn hemellichamen die allen welgeordend in vaste banen roteren. Dit duidt op de Volmaakte Kracht, Genade, Kennis en Wijsheid van Allah, de Verhevene.
‘Bij de Beloofde Dag.’ Dit is de Dag des Oordeels, de Dag die Allah Zijn schepselen heeft aangezegd, waarop hij de eersten en de laatsten van hen zal verzamelen, de machthebbers en de onderdanen. Allah zal zeker deze belofte waarmaken.
De reden waarom bij deze zaken gezworen wordt, zit hem in de grootsheid van deze zaken, die getuigen van Allah’s Overweldigende Wijsheid en Allesomvattende Genade. Ook is gezegd dat de reden waarom bij deze zaken wordt gezworen te vinden is in het daaropvolgende vers, namelijk ‘Vernietigd zijn de gravers van de kuilen.’ Dit is een smeekbede waarin gevraagd wordt om de vernietiging van de gravers van de kuilen. Zij waren een ongelovig volk en onder hen leefden gelovige mensen die door hen gedwongen werden tot ongeloof. Toen zij weigerden dit te doen, groeven de ongelovigen kuilen in de grond die zij vervolgens vulden met vuur. Hierop gingen zij rond deze kuilen zitten en beproefden zij de gelovigen. Wie hen gehoorzaamde, werd vrijgelaten en wie weigerde werd in het vuur geworpen. Dit is wel het toppunt als het gaat om het bestrijden van Allah en Zijn gelovige dienaren. Dit is dan ook de reden dat Allah hen hier vervloekt en hen een verschrikkelijke bestraffing in het vooruitzicht stelt, zeggende: ‘Vernietigd zijn de gravers van de kuilen.’
Vervolgens worden deze kuilen nader beschreven als zijnde kuilen ‘van vuur met zijn brandhout.’
‘Toen zij bij (het Vuur) zaten. En zij zijn getuige van wat zij de gelovigen aandoen.’ Kan een mens nog meer tiranniek en hardvochtiger worden dan dit. Zo hebben zij ongeloof en hardnekkigheid weten te combineren met het bestrijden en kwellen van de gelovigen op een hartverscheurende wijze.
In werkelijkheid hadden de gelovigen niets misdaan, behalve dat zij geloofden in Allah, de Almachtige, de Geprezene, wat natuurlijk prijzenswaardig is. Aan Allah behoort alle Macht waarmee Hij iedereen overweldigt. Hij is lofwaardig in al Zijn Woorden, Eigenschappen en Daden.
‘Degene aan Wie de Heerschappij van de hemelen en aarde toebehoort.’ Zowel vanuit het perspectief van de schepping als aanbidding. Hij bestuurt alles zoals Hij wil.
‘En Hij is over alles Getuige.’ Hij weet, ziet en hoort alles. Vrezen deze opstandige ongelovigen dan niet dat zij door Allah gegrepen zullen worden. Beseffen zij zich dan niet dat zij allen Zijn dienaren zijn. Of is het hen ontgaan dat Allah van al hun daden op de hoogte is en hen hiervoor zal belonen. Toch schijnen de onrechtplegers in blindheid te verkeren en de ongelovigen in hoogmoed.
Desondanks biedt Allah hen de mogelijkheid berouwvol tot Hem terug te keren, zeggende (interpretatie van de betekenis): “Waarlijk, degenen die de gelovige mannen en de gelovige vrouwen kwelden en daarna geen berouw toonden, voor hen is er dan de bestraffing van de Hel en voor hen is de bestraffing van het Brand.” Hasan al-Basriy zei over dit vers: “Kijk naar de gulheid en vrijgevigheid van Allah. Zij doodden Zijn Awliyaa’ (rechtschapen dienaren) en nog steeds nodigt Hij hen uit naar berouw.”
Na het noemen van de bestraffing die de ongelovigen te wachten staat, noemt Allah daarnaast de beloning die Hij eigenhandig heeft klaargemaakt voor Zijn dienaren, Hij zegt (interpretatie van de betekenis): “Waarlijk, degenen die geloofden en goede daden verrichtten, voor hen zijn er tuinen waar de rivieren onder door stromen. Dat is de grote zege.” Deze grote zege staat voor het verkrijgen van het Welbehagen van Allah en het bewonen van Zijn Paradijs.
‘Waarlijk, de Bestraffing van jouw Heer is zeker heftig.’ Oftewel, de Bestraffing die de misdadigers en de zondaars te wachten staat, is ondraaglijk. Laat dan ook iedereen onthouden dat Allah op de uitkijk is. Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):
“En zo is de Bestraffing van jullie Heer, wanneer Hij de steden grijpt die onrechtvaardig zijn. Waarlijk, Zijn Bestraffing is pijnlijk, heftig.” (Soerat Hoed: 102)
‘Waarlijk, Hij is Degene die begint en herhaalt.’ Hij alleen is Degene Die de schepping tot stand heeft gebracht en deze weer zal herhalen.
‘En Hij is de Meest Vergevensgezinde, de Liefdevolle.’ Degene die alle zonden vergeeft van de berouwtonende dienaar. Hij is de Liefdevolle die het meest geliefd is. Zoals Hij geen gelijke heeft wat betreft Zijn Eigenschappen, Heerschappij en Daden, kent hij ook geen gelijke wat betreft de liefde die Zijn dienaren voor Hem in hun harten koesteren. Dit is dan ook de reden waarom liefde voor Allah de oorsprong is van alle aanbiddingen. Deze vorm van liefde steekt boven alle andere vormen van liefde. Het is zelfs zo dat wanneer andere vormen van liefde niet voortvloeien uit de liefde voor Allah, dit de ondergang van een persoon betekent. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Hij houdt van hen en zij houden van Hem.” (Soerat al-Maa’idah: 54)
Het feit dat Allah, de Verhevene, Zijn Naam ‘de Liefdevolle’ gelijk noemt met Zijn Naam ‘de Meest Vergevingsgezinde’ geeft aan dat wanneer de zondaren terugkeren tot hun Heer, Hij hen vergeeft en van hen zal gaan houden. Allah is meer verheugd met het berouw van Zijn dienaar, dan een man die zijn rijdier, met daarop zijn proviand, kwijtraakt in een dorre verlaten landstuk en nadat hij de hoop heeft opgegeven en onder een boom is gaan liggen in afwachting van de dood, daar plots uit het niets zijn rijdier ziet verschijnen. Men kan zich geen grotere vreugde dan dit bedenken. Toch is de blijdschap van Allah groter wanneer Zijn dienaar tot Hem terugkeert. Alle lof zij Allah.
‘Bezitter van de Troon, de Geprezene.’ Oftewel, Allah is de Eigenaar van de Geweldige Troon die zowel de hemelen, aarde als de Zetel (al-Koersiy) omvat. Deze zaken staan in verhouding tot de Troon, zoals een ring in verhouding staat tot de gehele aarde. Allah noemt de Troon vanwege zijn grootsheid en het feit dat hij, van alle schepselen, het dichtste bij Allah, de Verhevene ligt.
‘Verrichter van wat Hij wil.’ Als Allah iets wil verrichten, dan zegt Hij slechts: “Wees!” en het is. De schepselen van Allah daarentegen zijn niet in staat om zelf iets te doen, behalve als hen hulp wordt geboden en obstakels van hun weg afgehouden worden en dit geldt niet voor de Wil van Allah.
Vervolgens noemt Hij een aantal van Zijn Daden die als bewijs gelden voor de waarheid waarmee Zijn Boodschappers zijn gestuurd (interpretatie van de betekenis): “Is het verhaal van het leger tot jou gekomen? Fircauwn en Thamoed.” Die de Profeten loochenden, wat voor Allah aanleiding was om hen te vernietigen.
‘Welnee, degenen die niet geloofden verkeren voortdurend in ontkenning.’ Zij zullen voortgaan in hun verloochening en hardnekkigheid, zodanig dat zij zich door geen enkel teken zullen laten vermanen.
‘Terwijl Allah hen omsingelt.’ Met Zijn Kennis en Zijn Macht. Dit vers bevat een strenge waarschuwing van Allah aan het adres van de ongelovigen, die overigens nog altijd onder Zijn Gezag vallen.
‘Welnee, het is een Geprezen Koran.’ Oftewel, rijk van betekenis, groots, overvloedig in Zijn goedheid en kennis.
‘(Behouden) in een Bewaarde Tafel.’ Behouden van alteratie, toevoeging en weglating. Bewaard van de invloeden van de shayaatien (satans). In de Bewaarde Tafel (al-Lawh ul-Mahfoedh) heeft Allah alles vastgelegd. Dit wijst op de verhevenheid, achtenswaardigheid en rijkdom van de Koran.