Sheikh Mohammed ibn Saalih al-ʿOethaymien
De drieëntwintigste zitting
“Beschrijving van het Paradijs”
(Moge Allah ons tot de inwoners ervan maken)
Broeders en zusters, haast jullie naar de Vergevensgezindheid van jullie Heer. En naar het Paradijs dat de breedte heeft van de hemelen en de aarde. En wat bevat wat geen oog ooit heeft gezien, geen oor ooit heeft gehoord en nooit in de gedachte van een persoon op kan komen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“De beschrijving van het Paradijs dat aan de godsvruchtigen is beloofd (is als volgt): “(een Paradijs) waarin rivieren zijn van water dat niet verandert (d.w.z. waarvan de smak en de geur niet veranderen). En rivieren van melk waarvan de smaak niet verandert. En rivieren van (niet bedwelmende) wijn (die) verrukkelijk (is) voor degenen die het drinken. En rivieren van helder gemaakte honing (d.w.z. van schone en pure honing). En voor hen zullen daarin allerlei vruchten en Vergiffenis van hun Heer zijn.”
(Soerat Moehammad: 15)
En (interpretatie van de betekenis):
“En verkondig verheugende tijdingen aan degenen die geloven en goede daden verrichten, dat er voor hen Tuinen zullen zijn waaronder rivieren stromen. Telkens wanneer zij daaruit voorzien worden van een vrucht zullen zij zeggen: “Dit is waarmee wij eerder zijn voorzien.” En aan hen zullen soortgelijke zaken worden gegeven en voor hen zullen daarin gereinigde echtgenotes zijn en zij vertoeven daarin voor eeuwig.”
(Soerat al-Baqarah: 25)
Ook zegt Hij (interpretatie van de betekenis):
“En de schaduw daarvan (d.w.z. van de bomen) zal dicht bij hen staan, en de vruchten ervan zullen eenvoudig te plukken zijn. En om hen heen zal er met (gevuld) gerei van zilver en bekers van kristal worden rondgegaan. Kristalhelder, (en) van zilver (gemaakt). Zij (d.w.z. de bedienden) zullen de juiste (gewenste) hoeveelheid daarvan bepalen (en opdienen). En zij zullen daarin (uit) een (gevuld) glas te drinken krijgen waarvan het mengsel uit gember bestaat. Daarin is een (water)bron, genaamd Salsabiel. En om hen heen zullen eeuwig levende kinderen rondgaan (om hen te bedienen). Als jij hen ziet, dan zou je denken dat zij verstrooide parels zijn. En als jij daar(in) kijkt (d.w.z. in het Paradijs), dan zie jij een genieting en een groot Koninkrijk.”
(Soerat al-Insaan: 14-20)
En (interpretatie van de betekenis):
“In een verheven Paradijs. Zij zullen daarin geen nutteloos gepraat horen. Daarin zal een stromende(water)bron zijn. Daarin zullen verhoogde ligstoelen zijn. En klaargezette bekers. En in rijen geplaatste kussens. En uitgespreide tapijten.”
(Soerat al-Ghaashiyah: 10-16)
En (interpretatie van de betekenis)
“Voorwaar, Allah zal degenen die geloven en goede daden verrichten toelaten tot Tuinen waaronder rivieren stromen, daarin zullen zij opgesierd worden met gouden armbanden en parels, en hun kleding daarin zal(van) zijde zijn.”
(Soerat al-Haddj: 23)
En er zijn meer van dit soort verzen in de Koran.
Er zijn overleveringen die het Paradijs beschrijven, zoals die van Aboe Hoerayrah waarin hij zei: “We zeiden: “O Boodschapper van Allah, vertel ons over het Paradijs. Waarvan is het gemaakt?” Hij antwoordde: “Een steen van zilver, een steen van goud en het cement tussen de bouwstenen is muskus. De kiezelstenen zijn parels en robijnen. De grond van saffraan. Degene die het betreedt, zal gelukzaligheid kennen en zal nooit ellendig worden. Hij zal eeuwig leven en nooit sterven. Zijn kleding zal nooit verslijten en zijn jeugd zal nooit voorbij gaan.”
(Ahmad en at-Tirmidhie)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Het Paradijs heeft acht poorten, waarvan één de naam ar-Rayyaan heeft. Niemand zal deze betreden, behalve de vastende.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
Ook heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “Waarlijk, Allah heeft honderd verdiepingen in het Paradijs voorbereid voor de Moedjaahidien omwille van Hem. Waarbij tussen elke verdieping de afstand is zoals de hemelen en de aarde. Als je dus aan Allah vraagt, vraag hem om Firdaws. Want het is het midden van het Paradijs en het hoogste punt. Van hieruit ontspringen rivieren en erboven is de Troon van de Genadevolle.”
(al-Boekhaarie)
Ook heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd: “De inwoners van het Paradijs zullen de inwoners boven hen zien zoals jullie de sterren zien die zo ver zijn.”
(al-Boekhaarie)
En hij (vrede zij met hem) heeft gezegd: “In het Paradijs is er een tent van een enkele lege parel. De breedte zal zestig mijl zijn van zij tot zij. In elke hoek zal voor een gelovige zijn familie wonen. En de ander zal niet in staat zijn de andere gelovige familie te zien.”
(al-Boekhaarie en Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “De inwoners van het Paradijs zullen erin eten en drinken maar niets uitscheiden, hun neus hoeven te snuiten of te urineren. Hun voedsel zal worden verteerd door een oprisping die de geur van muskus zal hebben. Zij zullen gewoon zijn Allah te vrijwaren van enige imperfectie en Zijn Grootsheid uiten, zoals jullie ademen.”
(Moeslim)
De Profeet (vrede zij met hem) heeft ook gezegd: “In het Paradijs zal er een straat zijn waar men elke vrijdag naartoe komt. Een noordelijke wind zal komen en een geur zal over hun gezichten en kleding verspreiden en zal hun schoonheid en mooiheid doen toenemen. Hun familie zal zeggen; “Bij Allah, je bent knapper en mooier geworden nadat je ons hebt verlaten.” En zij zullen antwoordden: “Bij Allah, ook jullie zijn knapper en mooier geworden na ons.”
(Moeslim)
Ook is overgeleverd: “Er zal aan aankondiger (in het Paradijs) zijn die zal zeggen: “Voorwaar, er ligt voor jullie (eeuwigdurende) gezondheid in het verschiet en dat jullie nooit zieken zullen worden en nooit komen te sterven. Ook dat jullie jong zullen blijven en nooit oud zullen worden. Jullie zullen altijd in goede omstandigheden leven en nooit ellendig worden. Zoals Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Dit is het Paradijs dat jullie hebben geërfd vanwege dat wat jullie hebben verricht.”
(Soerat al-Aʿraaf: 43)
(Moeslim)
Soehayb heeft overgeleverd dat de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Als degenen die het Paradijs verdienen dit zullen betreden, zal de Gezegende en Verhevene vragen: “Wensen jullie nog meer van Mij?” Zij zullen antwoorden: “Heeft u onze gezichten niet verlicht? Heeft u ons niet het Paradijs doen betreden en ons beschermd van het Vuur? Hij (de verteller) zei: “Allah zal de sluier oplichten en van alles dat hen gegeven is zal niets hen dierbaarder zijn dan het Aangezicht van hun Heer, de Majestueuze en Verheerlijkte, te zien.”
(Moeslim)
Ook heeft de Profeet (vrede zij met hem) gezegd dat Allah tegen de inwoners van het Paradijs zal zeggen: “Mijn Tevredenheid is met jullie en Ik zal nooit Woedend op jullie zijn.”
(Moeslim)
O Allah, schenk ons eeuwigheid in het Paradijs, Uw Tevredenheid en de Gunst uw Aangezicht te zien.
Gebaseerd op het werk Madjaalis Shahr Ramadaan