Het tijdstip voor al-Hidjaamah

3827

Er zijn meerdere overleveringen, zowel uitspraken als daden, over het tijdstip van al-Hidjaamah. Deze overleveringen zijn op te splitsen in twee categorieën:

De eerste categorie:

Overleveringen die spreken over specifieke dagen waarop het aanbevolen is om al-Hidjaamah te verrichten, namelijk de 17e (en in het bijzonder wanneer deze op een dinsdag valt) de 19e, de 21e dag van de maanmaand, en de maandag en de donderdag.

De tweede categorie:

Overleveringen die spreken over specifieke dagen waarop het afkeurenswaardig is om al-Hidjaamah te verrichten, namelijk op zaterdag, zondag en dinsdag. Dit terwijl er ook overleveringen te vinden zijn waarin juist aangespoord wordt tot het verrichten van al-Hidjaamah op de dinsdag, woensdag en vrijdag.

De meeste imams hebben vastgesteld dat alle overleveringen die tot deze beide categorieën behoren zwak zijn. Geen van deze overleveringen is authentiek te herleiden naar de Profeet (vrede zij met hem). Een aantal uitspraken die hieromtrent gedaan zijn, zijn:

  1. Imam Maalik werd gevraagd over het verrichten van al-Hidjaamah op de zaterdag en woensdag, waarop hij zei: “Hier is niets op tegen. Er is geen dag (van de week) of ik heb daar wel al-Hidjaamah op verricht. Niets van deze dagen is afkeurenswaardig.”

(al-Moentaqaa’ Sharh ul-Moewatta’, boekdeel 7, blz. 225)

 

  1. ʿAbdoer-Rahmaan ibn Mahdie zegt: “Er is niets (corrects) omtrent het tijdstip van al-Hidjaamah overgeleverd op het gezag van de Profeet (vrede zij met hem), behalve dat hij het verrichten hiervan heeft opgedragen.”

(al-Mawdoeʿaat van Ibn ul-Djawzie, boekdeel 3, blz. 215)

 

  1. Al-Khalal levert over op gezag van imam Ahmad dat hij van mening was dat de overleveringen hieromtrent niet authentiek zijn.

(Fath ul-Baarie, boekdeel 10, blz. 149)

 

  1. Al-ʿOeqaylie zegt: “Over het tijdstip voor al-Hidjaamah is er niets authentieks te vinden.”

(adDoeʿafaa’ ul-Kabier, boekdeel 1, blz. 150)

  1. Imam Ibn ul-Djawzie heeft in zijn boek al-Mawdoeʿaat volledige hoofdstukken gewijd aan de overleveringen omtrent dit onderwerp en dit met het volgende becommentarieerd: “Geen van deze overleveringen zijn authentiek.”

(al-Mawdoeʿaat, boekdeel 3, blz. 211 tot 215)

Vele geleerden hebben het aanbevolen om al-Hidjaamah te verrichten op de 17e, 19e en 21e dag van de maanmaand. Hiervoor berusten zij zich op het volgende:

  1. Authentieke ketens die te herleiden zijn naar meerdere metgezellen

Aboe Zoerʿah zegt: “Het sterkste wat er te vinden is, is de overlevering van Anas waarin hij zegt: “De metgezellen van de Profeet (vrede zij met hem) waren gewoon om de Hidjaamah te verrichten op de 17e, 19e en de 21e dag.”

(Soe’aalaat al-Bardhaʿie, boekdeel 2, blz. 757)

Ook levert atTabarie over dat Rafieʿ Aboel-ʿAaliyah heeft gezegd: “Zij (d.w.z. de metgezellen) verkozen het verrichten van de Hidjaamah op de oneven dagen van de maand.”

Deze handelswijze van de metgezellen insinueert dat dit wellicht afkomstig is van de Profeet (vrede zij met hem), wat betekent dat de overleveringen die hieromtrent te vinden zijn wel enige basis hebben. Sommige geleerden waren dan ook van mening dat sommige van deze overleveringen wel correct zijn, waaronder imam at-Tirmidhie. Hij levert op gezag van Anas over dat de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) de Hidjaamah verrichtte aan twee aders aan de zijkant van de nek en tussen de schouderbladen en hij dit deed op de 17e, de 19e en de 21e.

Hij bestempelde de overlevering als Hasan (goed).

De eerdergenoemde uitspraken van de andere imams die aangeven dat deze overleveringen zwak zijn, staan dichter bij de waarheid.

  1. Dit wordt ondersteund door de geneeskunde

Nadat Ibn ul-Qayyim de overleveringen aanhaalde waarin gesproken wordt over de Hidjaamah op de 17e, de 19e en de 21e zei hij: “Deze overleveringen stroken met datgene waar alle artsen het unaniem over eens zijn, namelijk dat de Hidjaamah in de tweede helft en het derde kwartaal van de maand nuttiger is dan in de eerste helft en het laatste kwartaal. Maar wanneer dit verricht wordt op welk tijdstip dan ook omdat hier behoefte aan is, dan zal dit ongetwijfeld nuttig zijn. Ongeacht of dit aan het begin of einde van de maand gebeurt.”

(Zaad ul-Maʿaad, boekdeel 4, blz. 54)

Gebaseerd op een Fatwa op islamqa.com

 

Zie ook: Het oordeel over al-Hidjaamah