Als een daad vermengd is met Riyaa’

6662

Een daad die vermengd is met Riyaa’ kan in drie situaties onderverdeeld worden:

Ten eerste: de pleger had van meet af aan puur en alleen de intentie dat anderen hem zouden zien. Dit is Shirk en de daad van aanbidding is nietig.

Ten tweede: de intentie was aanvankelijk voor Allah, maar vervolgens is Riyaa’ ingeslopen.

Dit is weer onder te verdelen in twee situaties:

– Dat degene zijn Nafs bestrijdt en zich niet in deze Riyaa’ laat meesleuren en zich hieraan toegeeft.

– Als hij tevreden is met deze Riyaa’, zich erdoor laat meesleuren en het niet bestrijdt. Het oordeel over deze daad van aanbidding is:

1. Wanneer deze laatste daad (die gemengd is met Riyaa’) niet voortbouwt op de eerdere verrichte daden: de eerste daad is correct en de daad waar Riyaa’ is ingeslopen is nietig. Bijvoorbeeld: een man geeft honderd euro aan liefdadigheid, terwijl hij dit met Ikhlaas (toewijding) doet. Vervolgens ziet hij iemand en geeft uit Riyaa’ nog eens honderd euro. De eerste daad is correct en de tweede is nietig.

2. Wanneer deze laatste daad (die gemengd is met Riyaa’) voortbouwt op de eerdere verrichte daden: de gehele daad van aanbidding is (of beide daden zijn) nietig. Bijvoorbeeld: een man staat op en verricht twee Rakcaat voor Allah. Vervolgens sluipt Riyaa’ in tijdens de tweede Rakcah. Hij bestrijdt deze Riyaa’ niet en laat zich hierdoor meesleuren. Hier zijn de gehele twee Rakacaat nietig.

Ten derde: Riyaa’ sluipt in nadat de daad van aanbidding is verricht. Dit heeft geen gevolgen voor de verrichte daad van aanbidding.

Opmerkingen

Wie hoort dat andere mensen hem prijzen en hier vervolgens vrolijk en blij van wordt: hier is niks mee aan de hand. Sterker nog, de Profeet zei: “Dit is een vervroegde blijde tijding voor de gelovige.”

(Moeslim)

Het laten van een daad van aanbidding vanwege de mensen is Riyaa’.

Het verschil tussen Riyaa’ en Soemcah

Ar-Riyaa’: heeft te maken met het zintuig zien.

As-Soemcah: heeft te maken met het zintuig horen.

Het geneesmiddel tegen Riyaa’

1. Het gedenken van de gunst van Ikhlaas.

2. Het gedenken van het gevaar van Riyaa’ en dat het de daden nietig maakt.

3. Het gedenken van het Hiernamaals.

4. Er bewust van zijn datde mensen niet schaden, noch baten.

5. Het verrichten van smeekbeden. Waaronder de volgende smeekbede:

“Allahoemma innie acoedhoebika an oeshraka bika shay’an. Wa anaa aclamoe wa astaghfiroeka limaa laa aclam.”

(O Allah, ik zoek mijn toevlucht tot U tegen het toekennen van deelgenoten aan U. Ik weet en vraag U om vergeving wat ik niet weet.)1

1. Taysier ul-cAziez ul-Hamied, blz. 452. Fath ul-Madjied, blz. 354. Al-Qawl ul-Moefied van Sheikh Ibn ul-cOethaymien, deel 2, blz. 124. Tashiel ul-cAqiedat ul-Islamiyyah, blz. 365. Aclaam Soennat ul-Manshoerah, blz. 51.