Plezier bij het verlaten van zonden

2718

De gelovige vindt in zichzelf en zijn hart zeker plezier bij het (ver)laten van het verbodene. Vooral als alle factoren aanwezig zijn om die zonde mogelijk te maken. Desondanks laat hij het omwille van Allah.

De daad van het verlaten (van iets dat verboden is) wordt gevolgd door plezier in zichzelf die niet ervaren wordt door degene die die zonde verricht. En de zoetheid in zijn hart wordt niet ervaren door degene die die zonde verricht.

En dit plezier en deze zoetheid die hij ervaart wordt door Allah, de Geëerde en Verhevene, in het hart geplaatst van de gehoorzame die zich keert van het ongehoorzaam zijn tegenover Allah, zoekende naar Zijn Tevredenheid.

Sheikh ʿAbdoer-Razzaaq ibn ʿAbdil-Moehsin al-ʿAbbaad al-Badr