Houding in tijden van Fitnah

10887

Alle lof zij Allah.

Er is een bepaalde houding die de moslim dient aan te nemen ten opzichte van beproevingen, zodat deze beproevingen geen negatieve effect op hem hebben. En zodat hij zelf geen negatieve invloed heeft op de moslim gemeenschap. Deze houding houdt (het volgende) in:

1.     Beraadslaging (d.w.z. overleggen, onderzoeken of iets correct is of niet), zachtmoedigheid, verdraagzaamheid en niet overhaastig zijn:

Beraadslaging, zachtmoedigheid en verdraagzaamheid ten tijde van beproeving en onrust zijn prijzenswaardige eigenschappen. Dit omdat deze de moslim in staat stelt zaken te zien zoals ze in werkelijkheid zijn en te begrijpen wat er gaande is. De Profeet (vrede zij met hem) zei: “Er is geen zachtmoedigheid (aanwezig) in een zaak, of het maakt het mooier. En de afwezigheid van zachtmoedigheid in iets maakt het lelijker.”

(Moeslim)

En de Profeet (vrede zij met hem) zei tegen Ashadj cAbdoel-Qays: “Jij hebt twee karakter eigenschappen waar Allah van houdt; verdraagzaamheid en beraadslaging.”

(Moeslim)

We dienen dus allemaal zachtmoedig te zijn met onze ideeën, houdingen en met betrekking tot alle situaties die zich afspelen. En we dienen niet overhaastig te zijn, want dat is niet de weg van de moslimgemeenschap. Vooral niet in tijden van beproevingen.

2.     Geduld:

Wij dienen veel geduld te hebben, vooral in tijden van beproevingen. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En Wij zullen jullie zeker beproeven met iets van angst, honger en vermindering van bezittingen, levens en vruchten, en verkondig verheugende tijdingen aan de geduldigen. Degenen die, wanneer zij door een ramp getroffen worden, zeggen: “Waarlijk, aan Allah behoren wij toe en waarlijk, tot Hem zullen wij terugkeren. Zij zijn degenen op wie de Zegeningen van hun Heer neerdalen, en(op wie) Zijn Genade (is neergedaald). En zij zijn degenen die recht geleid zijn.”

(Soerat al-Baqarah: 155-157)

Het is overgeleverd van Aboe Thaclabah al-Khoeshanie dat de Profeet (vrede zij met hem) zei: “Na jullie zullen er dagen van geduld (d.w.z. dagen waarin geduld is vereist) komen. (Het hebben van) geduld zal tijdens deze dagen zijn als het grijpen van een gloeiende kool. Gedurende deze (dagen) zal de beloning voor degene die zich houdt aan de Voorschriften van Allah, gelijk zijn aan de beloning van vijftig mannen die dezelfde daad als die van hen verrichten. Hij zei: “O Boodschapper van Allah, de beloning van vijftig van hen?” Hij zei: “De beloning van vijftig van jullie.”

(Aboe Daawoed en Ibn Maadjah,
Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Met geduld zal het verschil duidelijk worden tussen degenen die vastberaden en zelfverzekerd zijn en degenen die laf en zwak zijn. Vandaar dat de vrome voorgangers het belang van geduld in tijden van beproevingen, rampspoeden en (nieuwe negatieve) ontwikkelingen, begrepen. Hier volgt een aantal voorbeelden van hun verhalen:

Toen de metgezellen (moge Allah tevreden met hen zijn) aan het begin van de Islam in Mekka werden vervolgd en getest (in hun geloof), passeerde de Profeet (vrede zij met hem) langs hen en herinnerde hen eraan om geduldig te zijn. Wanneer hij langs de familie van Yaasir kwam, zei hei: “Geduld, o familie van Yaasir, voorwaar aan jullie is het Paradijs beloofd.”

(Sahieh verklaard door Sheikh al-Albaanie)

Het is overgeleverd dat az-Zoebayr ibn cAdiy zei: “Wij kwamen naar Anas ibn Maalik en klaagden bij hem omdat wij leden onder (de leider) al-Hadjjaadj. Hij zei: “Wees geduldig, want er is nooit een periode die jullie bereikt of de volgende is nog erger, totdat jullie jullie Heer ontmoeten. Ik hoorde dit van jullie Profeet (vrede zij met hem).”

(al-Boekhaarie)

Al-Moestawrid al-Qoerashie zei tegen cAmr ibn ul-cAas: “Ik hoorde de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) zeggen: “Het Uur zal niet beginnen totdat de Romeinen de grootste mensen in aantal zullen zijn.” cAmr zei: “Let op wat je zegt!” Hij zei: “Ik zeg wat ik van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) heb gehoord.” Hij zei: “Als je dat zegt, is het een feit. Zij hebben namelijk vier eigenschappen. Zij zijn de meest geduldige mensen ten tijde van beproevingen. En zij herstellen snel na een rampspoed. En zij zijn snel in het bijkomen en opnieuw aanvallen na een nederlaag. Zij zijn goed voor de armen, de wezen en de zwakken. En een vijfde goede eigenschap die zij hebben is dat zij zich verzetten tegen de onderdrukking van koningen.”

(Moeslim)

An-Noecmaan ibn Bashier zei: “Als er in de wereld niets overblijft behalve rampspoeden en beproevingen, ga dan de beproevingen met geduld tegemoet.”

Toen de imam van Ahl us-Soennah wal-Djamaacah, imam Ahmad ibn Hanbal, werd geconfronteerd met de overweldigende beproeving van degenen die zeiden dat de Koran geschapen was, droeg hij dit met geduld. Ook hield hij zich vast aan zijn geloof, het rechte Pad, totdat Allah hem overwinning schonk en hem heeft bevrijd van dit leed. Dit gebeurde tijdens het bewind van al-Ma’moen, al-Moectasim en al-Waathiq. (In deze perioden) werd hij onderworpen aan langdurige gevangenisstraf en zware mishandeling.

3.     Rechtvaardigheid en eerlijkheid in alle zaken:

Eén van de sterkste oorzaken voor tegenstellingen tussen de mensen, en met name in tijden van beproevingen, is een gebrek aan rechtvaardigheid en eerlijkheid. Als de moslim streeft om tegenover zichzelf en anderen eerlijk te zijn, dan zullen vele problemen – die zich tussen de moslims voordoen – worden opgelost. Zowel op individueel als maatschappelijk niveau, met de Wil van Allah. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):

“En wanneer jullie een uitspraak doen, wees dan rechtvaardig.”

(Soerat al-Ancaam: 152)

“En laat de haat van een volk jullie er niet toe leiden om niet rechtvaardig te zijn. Wees rechtvaardig, dat is dichterbij godsvrucht.”

(Soerat al-Maa’idah: 8)

Het is dus belangrijk om rechtvaardig te zijn in onze woorden en daden, met name in tijden van beproevingen. Dit houdt in dat we elke kwestie dienen te onderzoeken en de goede en slechte aspecten opmerken. Vervolgens deze af te wegen en dan een oordeel te geven. Want het grondig onderzoeken van kwesties zal de moslim beschermen om de Islam iets toe te schrijven wat niet in overeenstemming is met de Bevelen van Allah. Dus jouw rechtvaardigheid en eerlijkheid ten tijde van beproevingen, zal jou redden met de Wil van Allah.

Sheikh Mohammed ibn Saalih al-cOethaymien (moge Allah hem genadig zijn) zei: “Ik adviseer jullie, mijn broeders, om rechtvaardig te zijn in alle zaken. Om naar alle kwesties te kijken die een zaak omgeven, om het meest correcte oordeel (over een zaak) uit te zoeken, en om alle (andere) zaken op dezelfde manier te beoordelen. Dit is een belangrijk principe dat een wijze man moet volgen in zijn relatie met Allah en zijn relatie en andere mensen; (namelijk) rechtvaardig zijn, want Allah houdt van de rechtvaardigen.

Hier volgen enkele voorbeelden uit de levens van onze vrome voorgangers in hun gretigheid om rechtvaardig en eerlijk te zijn:

Moeslim overleverde dat cAbdoer-Rahmaan ibn Shimaasah zei: “Ik kwam bij cAa’ishah en vroeg haar over iets en ze zei: “Waar kom jij vandaan?” Ik zei: “Ik kom uit Egypte.” Ze zei: “Wat was het gedrag van jouw gouverneur tegenover jou in jullie oorlog?” Ik zei: “Wij hebben niets slechts van hem ervaren. Als de kameel van één van onze mensen stierf, gaf hij hem een andere. Als één van ons zijn slaaf verloor, gaf hij hem een andere slaaf. Als iemand behoeftig was aan basis levensbehoeften, gaf hij hem provisie (d.w.z. hij voorzag hem hiervan).” Zij zei: “Het gedrag dat aan mijn broer Mohammed ibn abie Bakr werd getoond, weerhoudt mij niet ervan om jou te vertellen wat ik van de Boodschapper van Allah (vrede zij met hem) hoorde. Hij zei in mijn huis: “O Allah, wie de controle (leidingschap) heeft over de zaken van mijn mensen (d.w.z. de moslims) en hard tegenover hen is, wees hard met hem. En wie de controle heeft over de zaken van mensen en vriendelijk voor hen is, wees vriendelijk met hem.”

(Moeslim)

Imam an-Nawawie zei in zijn uitleg op deze overlevering: “Dit geeft aan dat we de deugden van goede mensen dienen te vermelden, en hiervan niet moeten afzien omdat wij ze haten, of iets dergelijks. Zij verschilden van mening over de manier waarop Mohammed (ibn abie Bakr) werd gedood. Er werd gezegd dat hij in de strijd werd gedood, en dat hij als krijgsgevangene na de strijd werd gedood… De gouverneur in kwestie was Moecaawiyah ibn Hoeday die Mohammed ibn abie Bakr doodde.

(as-Siyaar, boekdeel 3, blz. 38)

En Allah weet het beste.

Islamqa.com