De Islamitische wetgeving is gekomen om de volgende zaken te beschermen: het geloof, het nageslacht, het verstand, het bezit en de ziel. Het beschermen van het nageslacht en de familienaam houdt in dat men zijn eer beschermt.
De Islamitische bronteksten dringen aan om de eer te beschermen
De Wetgeving bevat het verzoek om de eer van zowel de man als de vrouw te beschermen. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“Zeg tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun geslachtsdelen beschermen. Dat is reiner voor hen. Waarlijk, Allah is op de hoogte van dat wat zij (in het verborgene) doen. En zeg tegen de gelovige vrouwen dat zij hun ogen neerslaan en hun geslachtsdelen beschermen.”
(Soerat an-Noer: 30-31)
En de Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wie mij garandeert dat hij beschermt wat tussen zijn lippen zit (de tong) en wat tussen zijn dijen zit, hem garandeer ik het Paradijs.”
(al-Boekhaari)
De Islam heeft verschillende methoden voorgeschreven om de geslachtsdelen te beschermen
De Islam heeft verschillende manieren voorgeschreven om de moslims te helpen hun geslachtsdelen te beschermen. Hiermee wordt de gehele maatschappij beschermd tegen verval, immoreel en zedeloos gedrag. Het is een verplichting om de kuisheid te beschermen, en daarom is het ook verplicht om alle zaken in acht te nemen die de kuisheid beschermen. Iedere weg die leidt naar schending van deze kuisheid is verboden. Allah zegt namelijk (interpretatie van de betekenis):
“En nadert niet de ontucht.”
(Soerat al-Ancaam: 151)
En Allah zegt ook (interpretatie van de betekenis):
“En nadert de ontucht niet.”
(Soerat al-Israa’: 32)
De volgende middelen dragen bij aan de bescherming van de kuisheid van zowel de man als de vrouw:
1. Het neerslaan van de blikken. Allah zegt (interpretatie van de betekenis):
“Zeg (O Mohammed) tegen de gelovige mannen dat zij hun ogen neerslaan en hun kuisheid bewaken, dat is reiner voor hen. Voorwaar, Allah is Alwetend over wat zij bedrijven.”
(Soerat an-Noer: 30)
Djarier ibnoe ‘Abdillaah heeft overgeleverd: “Ik vroeg de Profeet (vrede zij met hem) naar de vluchtige blik en hij beval mij om mijn blik neer te slaan.”
(Moeslim)
Allah, de Verhevene, heeft gezegd (interpretatie van de betekenis):
“Hij (Allah) kent het verraad van de ogen en wat de harten verbergen.”
(Soerat Ghaafir: 19)
Het is een Gunst van Allah dat Hij de mens oogleden heeft gegeven, zodat hij daarmee direct zijn blik kan neerslaan wanneer hij iets (verkeerds) heeft gezien.
2. Het verbod op gezang over ontucht.
Het betreft hier gezang dat aanspoort tot het begaan van ontucht en onzedelijkheden. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd:“Er zullen onder mijn gemeenschap zeker mensen zijn die ontucht, zijde (voor mannen), alcohol en muziekinstrumenten zullen toestaan.”
(al-Boekhaari)
3. Het zich onthouden van verboden gedachten.
Hier gaat het om de gedachten die bij een persoon vaak opkomen wanneer hij alleen is of wanneer hij gaat slapen. Wanneer een persoon alleen is zou hij dingen kunnen zeggen. Maar wanneer een persoon gaat slapen is het voor hem verplicht om zichzelf te beheersen en bezig te houden voordat hij met bepaalde gedachten in slaap valt.
4. Het zich eigen maken van de juiste manieren om toestemming te vragen.
Degenen die zich bevinden in een gemeenschap waarbij het gewoon is om aan te kondigen wanneer een persoon een ruimte binnenkomt, zijn het meest verwijderd van het kwaad. De Profeet (vrede zij met hem) heeft namelijk gezegd: “Het vragen om toestemming (om een ruimte te betreden) is opgelegd vanwege de blik.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
Een aantal manieren die daarbij horen zijn:
- De verplichting om toestemming te vragen en het verbod op het betreden van andermans huis zonder diens toestemming. Het bewijs hiervoor zijn de Woorden van Allah (interpretatie van de betekenis):
“O jullie die geloven, ga geen huizen binnen behalve jullie (eigen) huizen, totdat jullie toestemming hebben gevraagd en Salaam hebben gegeven aan haar bewoners. Dat is beter voor jullie, hopelijk zullen jullie je laten vermanen.”
(Soerat an-Noer: 27)
- Men moet drie keer om toestemming vragen:
De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd: “Wanneer iemand om toestemming vraagt (om het huis te betreden)en dit niet krijgt, moet terugkeren.”
(al-Boekhaari en Moeslim)
- Als er toestemming is gevraagd om binnen te komen, maar de bewoners geven geen antwoord dan moet de bezoeker terugkeren. Dit op basis van het laatstgenoemde vers.
Moekhtasar Kitaab Macaalim calaa Tarieq il-cIffah