Drie jaar boerkaverbod: geen boetes, meer discriminatie

19951

Drie jaar geleden werd het verbod op gezichtsbedekkende kleding ingevoerd, beter bekend als het  ‘boerkaverbod’. Het verbod geldt sindsdien voor het openbaar vervoer, scholen, overheidsgebouwen en de gezondheidszorg.

Overigens worden boerka’s in ons land vrijwel niet gedragen. Hier gaat het vooral om het dragen van de niqaab waar, in tegenstelling tot een boerka, geen gaasje voor de ogen van de vrouw zit.

Geen enkele bekeuring

Uit cijfers van de Nationale Politie komt naar voren dat er sindsdien nog nooit een boete is uitgedeeld voor het overtreden van het verbod. Er zijn slechts enkele waarschuwingen geweest, vooral in de beginperiode van het verbod.

Meer intimidatie en geweld

 Wel wordt door vrouwen met gezichtsbedekkende kleding sinds de invoering meer agressie, intimidatie en discriminatie ervaren. Dat blijkt uit een grote enquête onder draagsters van gezichtsbedekkende kleding uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daders zouden de wet zien als een vrijbrief voor hun gedrag.

Niet meer in bus en trein

Uit de eerste grote evaluatie is ook gebleken dat veel vrouwen sinds de invoering van het verbod het openbaar vervoer zijn gaan mijden. Ook zijn sommige vrouwen uit angst voor confrontaties de zorg gaan mijden. Enkele vrouwen geven tenslotte aan dat hun zorg is geweigerd vanwege de gezichtsbedekking.

Minder draagsters

 Het aantal vrouwen dat gezichtsbedekkende kleding draagt is de afgelopen drie jaar ook afgenomen. Geschat wordt van ruim 200 naar 150 vrouwen. Jonge moeder Karima Rahmani zag haar leven drastisch veranderen sinds de invoering van het verbod. Zij draagt nu negen jaar een niqaab. “In deze tijd is het steeds moeilijker om een niqaab te dragen, je moet er dus wel voor de volle 100 procent achter staan.”

Ze vervolgt: “In vier sectoren kun je nu een boete krijgen. Ik kom natuurlijk niet dagelijks in die sectoren, maar ik heb wel dagelijks met mensen te maken.”

Tweedeling

Met name de discussie voorafgaand aan de invoering van het verbod, en de tweedeling die daardoor in het land is ontstaan, is iets waar ze dagelijks mee te maken heeft. “Mensen zijn de hele dag boos op mij. Opmerkingen, met hun hoofd schuddende mensen, boze blikken: het is dagelijkse kost.”

Zelf heeft ze niet te maken gehad met fysiek geweld. “Maar ik ken vrouwen die zijn bespuugd of geslagen. Ze voelen zich onveilig en zijn bang dat er iets gebeurt met hun kinderen erbij.”

Hypocriet en wrang

Karima maakt de vergelijking met de uitbraak van het coronavirus: “De pandemie heeft bewezen dat communicatie met een mondkapje hartstikke goed te doen is.”

Ze noemt het ‘wrang’ en ‘onrechtvaardig’ dat vrouwen er noodgedwongen voor moeten kiezen om hun niqaab uit te trekken. “We hebben een groep vrouwen gecriminaliseerd en uitgesloten. Zij moeten zich gedwongen anders gaan kleden. Ze moeten die keuze maken, om zich veilig te voelen. Dat neem ik een ieder die aan deze discussie heeft bijgedragen kwalijk. En dat terwijl ons land pocht een vrij en liberaal land te zijn, waar je kunt zijn wie je maar bent.”

Wat Karima het moeilijkste vindt? “Misschien dat ik meer afhankelijk ben gemaakt. Ik moet nu tien keer nadenken voordat ik ergens naartoe ga. Ik ben hier geboren, maar voel ik me vrij? Nee. Voel ik me altijd veilig? Nee, ook niet altijd.”

Grote impact

Dat sentiment blijkt duidelijk in de evaluatie: “Er worden vooral problemen ervaren in de publieke ruimte waar juist het verbod niet geldt”, is te lezen. “Het gaat om beledigingen, vijandige bejegeningen, intimidatie en bedreigingen of fysiek geweld (…) De vrouwen voelen daarin geen bescherming van de overheid.”

Bron: rtlnieuws.nl

 Team al-Yaqeen