Een beknopte biografie van Aboe Bakr as-Siddieq – deel 1

16782

In de Naam van Allah, de Meest barmhartige, de Meest Genadevolle.

Zijn volledige naam is ʿAbdoellaah ibn ʿOethmaan ibn ʿAamir. Zijn vader werd Aboe Qoehaafah genoemd en zijn moeder was Oemm ul-Khayr bint Sakhr ibn ʿAamir en zij was de nicht van zijn vader.

Aboe Bakr is de eerste kalief van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem) en wordt door de moslims gezien als de beste mens na de Profeten. De Profeet Mohammed geeft immers te kennen dat de moslims zich dienen te houden aan zijn Soennah en die van zijn rechtschapen kaliefen.

(Imam Ahmad, Aboe Daawoed en at-Tirmidhie)

Zijn geboorte, daden en dood

Aboe Bakr is twee jaar en enkele maanden na de Profeet geboren en hij is de eerste man die de Islam omarmde. Door zijn goede reputatie onder de mensen van Mekka lukte het hem om velen uit te nodigen naar de Islam, zoals az-Zoebayr ibn ul-ʿAwwaam, Talhah ibnoe ʿOebaydillaah, Saʿd ibn abie Waqqaas, ʿAbdoer-Rahmaan ibn ʿAwf en ʿOethmaan ibn ʿAffaan. Ook verliet hij, nadat hij de Islam omarmde, zelden de zijde van de Profeet totdat de Profeet stierf.

Het was ook Aboe Bakr die de Profeet vergezelde tijdens de emigratie vanuit Mekka naar Medina. Na de dood van de Profeet stond Aboe Bakr als eerste kalief voor grote uitdagingen, zoals het tegengaan van Moesaylimah die beweerde een Profeet te zijn, het vervolgen van degenen die weigerden om de armenbelasting (Zakaat) af te dragen en het bundelen van de Koran tot één boek. Aboe Bakr stierf op 63-jarige leeftijd in het dertiende jaar na de emigratie op een dinsdag in de maand Djoemaadaa al-Akhier. En dat was twee jaar, drie maanden en twaalf dagen na de dood van de Profeet Mohammed (vrede zij met hem).

Het opkomen voor de Profeet en het bijstaan van hem

Toen de Profeet een keer aan het bidden was nabij de Kaʿbah probeerde ʿOeqbah ibnoe abie Moeʿiet hem te laten stikken door zijn gewaad om de nek van de Profeet te wikkelen en er hevig aan te trekken. Toen Aboe Bakr dit zag, greep hij meteen in en duwde ʿOeqbah van de Profeet af en zei: “Doden jullie een man (alleen maar) omdat hij zegt: “Mijn Heer is Allah?”

(al-Boekhaarie)

Zijn oprechtheid ten opzichte van de Profeet en zijn waakzaamheid over hem

Toen de Profeet de mensen vertelde over zijn wonderbaarlijke nachtreis en hemelvaart was dat voor velen een aanleiding om in ongeloof en vijandigheid toe te nemen. Voor de ware moslims was dit juist een versterking en verankering van hun geloof. De opstelling van Aboe Bakr fungeert als leidend voorbeeld hierin. Nadat de ongelovigen van Mekka Aboe Bakr op de hoogte brachten van de ervaringen van de Profeet (vrede zij met hem) zei hij: “Bij Allah, als Mohammed dit heeft gezegd, dan heeft hij de waarheid gesproken.” Dit was ook de aanleiding voor de bijnaam van Aboe Bakr, de waarheidsgetrouwe (asSiddieq).

Tijdens de emigratie naar Medina maakte Aboe Bakr zich grote zorgen over de veiligheid van de Profeet en deed er alles aan om over hem te waken. Na vele kilometers te hebben afgelegd, besloten de Profeet en Aboe Bakr uit te rusten in een grot die Aboe Bakr uit voorzorg eerst inspecteerde alvorens de Profeet deze betrad. Aboe Bakr scheurde lappen stof van zijn kleding af om de gaten in de grot te dichten waarna de Profeet de grot betrad en vrij direct in slaap viel. Aboe Bakr merkte op dat er nog een gat resteerde, bedekte de opening met zijn voet en werd door een slang gebeten.

Ook maakte Aboe Bakr zich grote zorgen toen de vijandige lieden van Mekka deze grot wisten op te sporen – dankzij de hulp van een ervaren spoorzoeker – en pal voor de opening van de grot stonden te praten, waarna hij bezorgd zei: “Als een van hen naar beneden kijkt, dan zal hij ons zien.” Waarna de Profeet de beroemde woorden uitsprak: “O Aboe Bakr, wat denk je van twee (mannen) met Allah als derde?”

Later zou de Profeet met grote tevredenheid terugkijken op de daden van Aboe Bakr en zeggen: “Degene die mijn veiligheid het meest heeft gewaarborgd middels zijn gezelschap en bezit is Aboe Bakr.”

(al-Boekhaarie)

Wanneer de Profeet (vrede zij met hem) ziek was, stelde hij Aboe Bakr aan als voorganger in het gebed. En wanneer de kwestie van het kalifaatschap ter sprake kwam in zijn aanwezigheid, benadrukte hij (vrede zij met hem): “Allah en de gelovigen bevestigen niet de vordering van iemand, behalve die van Aboe Bakr.”

(al-Boekhaarie)

Het was om deze reden dat de metgezellen, inclusief ʿAli, na het overlijden van de Profeet hun eed van trouw bij Aboe Bakr aflegden. Ze waren het er unaniem over eens dat Aboe Bakr de beste onder hen was. Het is authentiek overgeleverd dat ʿAbdoellaah ibnoe ʿOmar heeft gezegd dat gedurende het leven van de Profeet de metgezellen gewoon waren te zeggen: “De beste van deze Oemmah na de Profeet, is Aboe Bakr, dan ʿOmar, dan ʿOethmaan.”

(al-Boekhaarie)

En de Profeet (vrede zij met hem) keurde dat goed. Ook is het authentiek overgeleverd dat ʿAli zei: “De beste van deze Oemmah, na de Profeet is Aboe Bakr en dan ʿOmar.”

Meerdere metgezellen overleverden ook het volgende: “In de tijd van de Profeet (vrede zij met hem) spraken wij (regelmatig) over wie de beste onder de mensen waren. Wij kwamen dan (altijd) uit op Aboe Bakr, daarna ʿOmar ibn ul-Khattaab en daarna ʿOethmaan ibnoe ʿAffaan, moge Allah tevreden met hen allen zijn.”

(al-Boekhaarie)

En ook de Profeet zelf verwees naar Aboe Bakr als zijn opvolger in leiderschap. Zo kwam er eens een vrouw bij de Profeet (vrede zij met hem), waarna hij haar opdroeg om (op een andere dag) terug te komen. Zij zei: “Wat als ik kom en ik jou niet tref?”, alsof zij bedoelde: als je bent gestorven. Hij antwoordde: “Als je mij niet (meer) treft, ga dan naar Aboe Bakr.”

(al-Boekhaarie)

Team al-Yaqeen