Gisteren is de wereld opnieuw opgeschrikt door een reeks aanslagen in Parijs waarbij ruim 120 onschuldige mensen om het leven zijn gekomen. Onze condoleances en medeleven gaan uit naar de nabestaanden en alle dierbaren van de overledenen.
Deze aanslagen tonen andermaal aan dat wij, moslims en niet-moslims, voor een grote uitdaging staan. Binnen onze samenleving bevinden zich kennelijk mensen die onze veiligheid bedreigen en angst, verderf en verdeeldheid willen zaaien. Op de moslims rust de religieuze en morele plicht om actief op te treden tegen dit soort excessen en niet aan de zijlijn te blijven toekijken. Naïeve moslimjongeren die ontvankelijk zijn voor dit soort extreme gedachten of hiermee sympathiseren, moeten door de gemeenschap hierop worden aangesproken. Bij aanhoudend wangedrag moet speciale hulp worden ingeschakeld. Personen waarvan de ouders, familie en vrienden sterk het vermoeden hebben dat ze iets aan het beramen zijn wat de veiligheid van ons land bedreigt, verdienen geen genade en zachtzinnigheid. Ze moeten per direct worden aangegeven om dit soort verschrikkingen en gruwelijkheden te voorkomen. De veiligheid van het land is een algemeen goed dat door ons allemaal gekoesterd moet worden.
Ook moeten we onszelf en onze kinderen leren dat onderlinge conflicten en meningsverschillen op een beschaafde en constructieve manier moeten worden uitgesproken. Verstandige mensen kiezen voor de weg van dialoog en discussie, en niet voor geweld. Geweld zaait angst en verwarring tussen de mensen en zet verhoudingen op scherp. Hierdoor sluipen verzwakking en verlamming de samenleving binnen en in plaats van ons tegen de echte vijand (lees: terroristen) te verzetten, gaan we op elkaar afgeven en elkaar afvallen. Het is belangrijk dat we ons focussen op het gemeenschappelijke doel en al onze krachten en vermogens daarop richten. We moeten de mensen die onze samenleving haten en bereid zijn om hun haat met geweld bot te vieren met alle mogelijke middelen stoppen. Wie van hun nog ontvankelijk is voor behandeling, krijgt behandeling. Wie ver heen is, kan niet op clementie rekenen. En ook moslims moeten hierin een rol spelen, wat ons betreft zelfs een voortrekkersrol.
Tot slot willen wij tegen overheidsinstanties zoals politie, gemeenten, politici en inlichtingendiensten zeggen dat een ongenuanceerde aanpak en hard optreden tegen alle moslims in de strijd tegen extremisme geen soelaas biedt, maar juist terroristen in de kaart speelt. Moslims moeten niet het gevoel krijgen dat ze allemaal verdacht zijn en dat er op onheuse wijze inbreuk wordt gemaakt op hun rechten en privacy. Zij moeten juist het gevoel krijgen dat ze onderdeel van de samenleving zijn en als een bondgenoot worden behandeld in de strijd tegen terrorisme.
Bestuur stichting as-Soennah en
Team al-Yaqeen
14 november 2015